Wet van 12 december 2002 tot goedkeuring van het op 5 juni 2001 te Luxemburg tot stand
gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk België tot
het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting
inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, met Protocol I en II en
briefwisseling (Trb. 2001, 136)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het op 5 juni 2001 te Luxemburg tot stand
gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk België tot
het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting
inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, met Protocol I en II en
briefwisseling, ingevolge artikel 91, eerste lid, van de Grondwet de goedkeuring van
de Staten-Generaal behoeft, alvorens het Koninkrijk daaraan kan worden gebonden;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: