Artikel 1
[Regeling vervallen per 01-01-2009]
Voor de toepassing van deze verordening en de daarop rustende bepalingen wordt verstaan
onder:
-
– Orde: de Orde Koninklijk Nederlands Instituut van Registeraccountants;
-
– bestuur het bestuur van de Orde;
-
– college: het college toetsing kwaliteit
-
– accountant: de openbaar accountant, de intern accountant en de overheidsaccountant,
zoals gedefinieerd in de Verordening gedragscode;
-
– accountantskantoor: de accountantspraktijk en de accountantsafdeling, zoals gedefinieerd
in de Verordening gedragscode;
-
– vestiging: een specifieke subgroep van een accountantskantoor, die wordt onderscheiden
op basis van geografische criteria of op grond van eigenschappen van de praktijk;
-
– koepelorganisatie: een organisatie waarbij een accountantskantoor is aangesloten en
die het accountantskantoor bindende regels voor de kwaliteitsbeheersing heeft opgelegd,
deze toetst en de naleving daarvan kan afdwingen;
-
– beroepsorganisatie: een organisatie die aan de leden van die organisatie een dwingende
inspanningsverplichting heeft opgelegd dat de accountantskantoren waarin zij optreden,
beschikken over een intern kwaliteitsbeheersingsstelsel dat aan in Nederland algemeen
aanvaarde normen voor de beroepsuitoefening voldoet, die de invoering en het gebruik
van deze interne stelsels van kwaliteitsbeheersing bij de accountantskantoren toetst
en die aan onvoldoende toetsingsresultaten adequate sancties tegen de betrokken leden
verbindt;
-
– stelsel van kwaliteitsbeheersing: de door een accountantskantoor getroffen maatregelen
en ingestelde procedures voor de toetsing van de deskundigheid, de onafhankelijkheid
en de kwaliteit van de werkzaamheden van de bij het accountantskantoor werkzame accountants
en andere personen;
-
– stelsel van kwaliteitsbewaking: de interne controle van het accountantskantoor op
de naleving van de kwaliteitsbeheersingsmaatregelen;
-
– systeem van kwaliteitsborging: de door een beroepsorganisatie of koepelorganisatie
getroffen maatregelen en ingestelde procedures ter bevordering en handhaving van de
deskundigheid, de onafhankelijkheid en de kwaliteit van de werkzaamheden van accountants
en accountantskantoren;
-
– (her)toetsing: de toetsing van de kwaliteit van de beroepsuitoefening van een accountant
die optreedt in een accountantskantoor, door niet aan dat accountantskantoor gelieerde
accountants aan de in Nederland algemeen aanvaarde normen voor de beroepsuitoefening;
-
– onderzoeker: een persoon, belast met de uitvoering van de (her)toetsing van een accountantskantoor;
-
– organisatie van openbaar belang: huishouding waarvoor bij het publiek een grote mate
van belangstelling bestaat omdat de bedrijfsactiviteit, de omvang, het personeelsbestand
of de bedrijfsstatus van dien aard is dat zij een breed scala van belanghebbenden
bestrijkt, volgens een door het bestuur vast te stellen nadere uitwerking.