Stcrt. 2005, 62, datum inwerkingtreding 02-04-2005, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2004.
1 Met betrekking tot de heffing en invordering van de grondwaterbelasting, de belasting
op leidingwater, de afvalstoffenbelasting alsmede de brandstoffenbelasting en de energiebelasting,
voorzover deze niet worden geheven van producten die worden aangemerkt als minerale
oliën in de zin van artikel 25 van de Wet op de accijns, ressorteert de natuurlijk
persoon, het lichaam of de entiteit onder de voorzitter van het managementteam van
de Belastingdienst/Rivierenland.
2 Met betrekking tot de behandeling van een verzoek of een geschil als bedoeld in artikel
36p, derde lid, van de Wet belastingen op milieugrondslag, zoals dit luidde op 31
december 2002, ressorteert de natuurlijk persoon, het lichaam of de entiteit onder
de voorzitter van het managementteam van de Belastingdienst/Noord.
3 Met betrekking tot de behandeling van een verzoek als bedoeld in artikel 10a, 11j,
27, 28 en 36l, derde, vijfde, zevende, twaalfde, dertiende, veertiende en vijftiende
lid, van de Wet belastingen op milieugrondslag ressorteert de natuurlijke persoon,
het lichaam of de entiteit onder de voorzitter van het managementteam van de Belastingdienst/Noord.