Stcrt. 2003, 112, datum inwerkingtreding 18-06-2003, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2003.
1 Met betrekking tot de heffing en invordering van rijksbelastingen, andere dan bedoeld
in artikel 3, derde en vierde lid, ressorteert de natuurlijk persoon, het lichaam
of de entiteit die:
-
1°. als hoofdactiviteit het bank- en effectenbedrijf of het bedrijf van verzekeringsmaatschappij
uitoefent, onder de voorzitter van het managementteam van de Belastingdienst/Amsterdam;
-
2°. als hoofdactiviteit het bedrijf van gas- en oliemaatschappij uitoefent, alsmede de
natuurlijk persoon, het lichaam of de entiteit die gespecialiseerd is in het verrichten
van werkzaamheden ten behoeve van gas- en oliemaatschappijen, onder de voorzitter
van het managementteam van de Belastingdienst/Rijnmond;
-
3°. een bedrijf uitoefent aan boord van een binnenschip en geen vaste woon- of vestigingsplaats
heeft, onder de voorzitter van het managementteam van de Belastingdienst/Rijnmond;
-
4°. als hoofdactiviteit een bedrijf in de branche betaald voetbal uitoefent, alsmede de
natuurlijk persoon, het lichaam of de entiteit die zijn inkomsten grotendeels (gemiddeld
over de drie voorafgaande jaren) genereert uit ondernemingsactiviteiten in de branche
betaald voetbal en de nationale overkoepelende organisaties in de branche betaalde
sport, onder de voorzitter van het managementteam van de Belastingdienst/Utrecht-Gooi;
-
5°. als hoofdactiviteit het bedrijf van energiebedrijf of afvalverbrandingsinrichting
uitoefent, onder de voorzitter van het managementteam van de Belastingdienst/Rivierenland.
2 Onder bank- en effectenbedrijven als bedoeld in het eerste lid, ten eerste, worden
verstaan algemene banken, de Nederlandsche Bank N.V. en andere overheidsbanken en
financiële instellingen, spaarbanken, hypotheekbanken, coöperatief georganiseerde
banken, leasemaatschappijen met een omzet van meer dan € 18 000 000, wisselmakelaars,
effectencommissionairs, marketmakers, leden van Euronext, effectenkredietinstellingen,
participatiemaatschappijen en beleggingsinstellingen als bedoeld in de Wet toezicht
beleggingsinstellingen.
3 Onder verzekeringsmaatschappijen als bedoeld in het eerste lid, ten eerste, worden
verstaan levens- en schadeverzekeraars die vallen onder de Wet toezicht verzekeringsbedrijf
1993, zorgverzekeraars, waaronder begrepen ziekenfondsen, herverzekeraars, naturaverzekeraars,
waaronder begrepen op onderlinge grondslag werkende uitvaartverzekeraars met meer
dan 3000 verzekerden, coöperatieve en andere verenigingen met als doel en feitelijke
werkzaamheid het uitoefenen van een verzekeringsbedrijf op onderlinge grondslag.