Regeling uitvoering beveiliging burgerluchtvaart

[Regeling vervallen per 16-10-2010.]
Geraadpleegd op 21-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 16-03-2005.
Geldend van 26-12-2003 t/m 30-12-2006

Regeling van 3 januari 2003 houdende voorschriften voor de uitvoering van controle van personen, bagage en van vracht op luchtvaartterreinen (Regeling uitvoering beveiliging burgerluchtvaart)

De Minister van Justitie, in overeenstemming met de Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op de artikelen 37g, eerste lid, 37h, eerste lid, onder c en d en vijfde lid, 37hb, onder b, 37j, tweede lid, onder f, 37k, vierde lid, 37l, tweede lid, onder b, en vierde lid, 37n, derde lid, 37o, eerste lid, 37p, tweede tot en met het zesde lid, van de Luchtvaartwet;

Besluit:

§ 1. Algemeen

[Regeling vervallen per 16-10-2010]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 16-10-2010]

  • 1 In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. wet: de Luchtvaartwet;

  • b. erkende luchtvrachtagent: de natuurlijke persoon of rechtspersoon, bedoeld in artikel 37p, eerste lid, van de wet;

  • c. vrachtvlucht: een vlucht, die uitsluitend vervoer van vracht ten doel heeft;

  • d. verordening: de verordening (EG) nr. 2320/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2002 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels op het gebied van de beveiliging van de burgerluchtvaart.

  • e. gereguleerde postinstantie: de rechtspersoon op wie een verplichting tot vervoer rust ingevolge de Postwet of een overeenkomstige buitenlandse postinstelling.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 16-10-2010]

  • 1 De luchtvaartmaatschappij stelt ter uitvoering van de wettelijke voorschriften inzake de beveiliging van de burgerluchtvaart een plan op, als bedoeld in artikel 5, vierde lid, van de verordening.

  • 2 Het plan omvat de maatregelen en procedures die zijn vastgesteld met het oog op de beveiliging van het luchtvaartuig, de ruimbagage, de luchtvracht en andere goederen die aan boord gaan van een luchtvaartuig.

  • 3 Het plan behoeft de toestemming van de Minister van Justitie in overeenstemming met de Minister van Verkeer en Waterstaat.

§ 2. Controle van personen en bagage

[Regeling vervallen per 16-10-2010]

Artikel 3

[Regeling vervallen per 16-10-2010]

  • 1 Ruimbagage die van de passagier gescheiden is geraakt ten gevolge van buiten de wil van de passagier gelegen omstandigheden is vrijgesteld van controle als bedoeld in artikel 37g, eerste lid, van de wet.

  • 2 De luchtvaartmaatschappij onderzoekt de omstandigheden overeenkomstig de regels die gelden krachtens artikel 5 van de Annex bij de verordening.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 16-10-2010]

Een onderzoek als bedoeld in artikel 37h, eerste lid, onder c en d van de wet, wordt verricht indien bij een verhoogde dreiging op grond van een risicoanalyse de Minister van Justitie daartoe beslist.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 16-10-2010]

  • 1 De Minister van Justitie kan, in overeenstemming met de Minister van Verkeer en Waterstaat, bepalen dat ten aanzien van vluchten passagiers en hun handbagage of ruimbagage worden vrijgesteld van controle als bedoeld in artikel 37h, eerste lid en tweede lid van de wet indien zij afkomstig zijn van een ander luchtvaartterrein en aldaar reeds op vergelijkbare wijze zijn gecontroleerd.

  • 2 De Minister van Justitie, in overeenstemming met de Minister van Verkeer en Waterstaat, kan de vrijstelling met onmiddellijke ingang schorsen, intrekken dan wel wijzigen indien er een gerechtvaardigd vermoeden bestaat dat de gronden voor de vrijstelling zijn komen te vervallen.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 16-10-2010]

  • 1 Passagiers en hun handbagage of ruimbagage kunnen bij vluchten op kleine luchthavens als bedoeld in artikel 4, derde lid, van de verordening, door de Minister van Justitie, in overeenstemming met de Minister van Verkeer en Waterstaat worden vrijgesteld van controle als bedoeld artikel 37h, eerste en tweede lid, van de wet.

  • 2 Artikel 5, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 16-10-2010]

Voor bedreiging geschikte voorwerpen als bedoeld in artikel 37hb, onder b, van de wet, kunnen slechts aan boord van een luchtvaartuig worden gebracht indien deze voorwerpen:

  • a. zodanig zijn verpakt dat onmiddellijk gebruik onmogelijk is en

  • b. buiten het bereik van passagiers worden opgeborgen

§ 3. Controle van vracht

[Regeling vervallen per 16-10-2010]

Artikel 8

[Regeling vervallen per 16-10-2010]

  • 1 Gevaarlijke goederen als bedoeld in artikel 37k, vierde lid, van de wet, kunnen slechts aan boord van een luchtvaartuig worden gebracht indien deze goederen zodanig zijn verpakt dat onmiddellijk gebruik onmogelijk is.

  • 2 Het eerste lid laat het bepaalde krachtens artikel 97, tweede lid, Regeling Toezicht Luchtvaart onverlet.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 16-10-2010]

  • 1 Vracht is ingeval van een vrachtvlucht vrijgesteld van controle indien toereikende waarborgen aanwezig zijn voor de veiligheid en betrouwbaarheid van de aangeboden vracht.

  • 2 Onder toereikende waarborgen als bedoeld in het eerste lid, wordt in ieder geval verstaan dat de aanbieder van de vracht

    • a. ingeschreven staat bij de Kamer van Koophandel;

    • b. eerder vracht heeft verzonden via de erkend luchtvrachtagent;

    • c. een gevestigde zakenrelatie heeft met de erkend luchtvrachtagent;

    • d. maatregelen toepast waardoor de vrachtzending beschermd is tegen onbevoegde toegang totdat deze is overgedragen aan de erkend luchtvrachtagent.

  • 3 Onder de maatregelen, bedoeld in het tweede lid, onder d, wordt in ieder geval verstaan dat de aanbieder van de vracht

    • a. de vracht plaatst in een afsluitbare ruimte ten behoeve van opslag, overslag of andere verwerking en

    • b. de vracht vervoert in gesloten of verzegelde voertuigen.

  • 4 De erkend luchtvrachtagent draagt ervoor zorg dat na de vaststelling van toereikende waarborgen de vracht wordt voorzien van een verklaring, hetzij op de luchtvrachtbrief, hetzij op een afzonderlijke verklaring, inhoudende dat de vracht uitsluitend op een vrachtvlucht wordt vervoerd. Een afschrift van deze verklaring wordt gedurende vijf jaren bewaard.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 16-10-2010]

  • 1 Van de verplichting tot controle als bedoeld in artikel 37k, eerste lid, onder b, van de wet, zijn vrijgesteld de krachtens artikel 6.3 onder 3 van de Annex bij de verordening vastgestelde goederen.

  • 2 De erkend luchtvrachtagent draagt ervoor zorg dat de goederen bedoeld in het eerste lid, worden voorzien van een verklaring, hetzij op de luchtvrachtbrief, hetzij op een afzonderlijke verklaring, waaruit blijkt dat in het concrete geval sprake is van een vrijstelling als bedoeld in het eerste lid. Artikel 9, vierde lid, tweede volzin, is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 16-10-2010]

Vracht wordt op een zodanige wijze verpakt dat zonder verbreking geen gevaarlijke goederen kunnen worden toegevoegd.

Artikel 11a

[Regeling vervallen per 16-10-2010]

Van de verplichting tot controle als bedoeld in artikel 37k, eerste lid, onder b, van de wet, is vrijgesteld vracht aangeboden door een niet-geregistreerde, als bedoeld in artikel 37l, tweede lid, onder b, van de wet, indien de vracht is verzegeld en de verzegeling uniek herleidbaar is tot de erkend luchtvrachtagent c.q. bekende afzender, als bedoeld in artikel 12.

Artikel 12

[Regeling vervallen per 16-10-2010]

  • 1 Voor het aanmeldingsformulier, bedoeld in artikel 37p, derde lid, van de wet wordt het in bijlage I opgenomen model gebruikt.

  • 2 Het afleggen van de verklaring, bedoeld in artikel 37p, tweede lid, van de wet, geschiedt overeenkomstig het in bijlage I opgenomen model.

  • 3 De inschrijving in het register, bedoeld in artikel 37p, van de wet, geldt voor de duur van drie jaren.

  • 4 In het belang van de veiligheid en betrouwbaarheid van de vracht draagt de erkend luchtvrachtagent, bedoeld in artikel 37p, eerste lid, van de wet, ervoor zorg dat:

    • a. binnen zijn bedrijf tenminste één veiligheidsadviseur wordt aangewezen die verantwoordelijk is voor de invoering en toepassing van alsmede het toezicht op de vereiste beveiligingsmaatregelen;

    • b. in het beveiligingsbewustzijn van zijn afhandelingspersoneel wordt voorzien;

    • c. zijn bedrijf, waar opslag, overslag of andere verwerking van luchtvracht plaatsvindt, niet toegankelijk is voor onbevoegden;

    • d. de afzenders en agenten die namens de afzender optreden, met wie op reguliere basis zaken wordt gedaan, worden geregistreerd;

    • e. elke vracht voorzien is van een verklaring, hetzij op de luchtvrachtbrief, hetzij op een afzonderlijke verklaring inhoudende t.

      • (i) naam, adres en herleidbare gegevens van de erkend luchtvrachtagent;

      • (ii) naam en adres van de afzender;

      • (iii) inhoud van de vracht;

      • (iv) een verklaring met betrekking tot de veiligheidsstatus van de vracht

  • 5 Artikel 9, vierde lid, tweede volzin, is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 12a

[Regeling vervallen per 16-10-2010]

  • 1 Vracht, die vanuit een ander land over de weg wordt vervoerd en in Nederland wordt aangeboden voor vervoer door de lucht, is vrijgesteld van controle als bedoeld in artikel 37k, eerste lid, onder b, van de wet, indien:

    • a. de aangeboden vracht voorzien is van een terzake opgemaakte luchtvrachtbrief of een CMR-document;

    • b. de vracht afkomstig is van

      • i) een land binnen de Europese Unie, of

      • ii) een land buiten de Europese Unie, dat blijkens beschikking van de Minister van Justitie aan passende eisen voldoet, en

      • iii) de aanbieder van de vracht in dat land bekend is als erkend luchtvrachtagent onderscheidenlijk bekende afzender , en

    • c. de vracht beschermd is tegen manipulatie door derden totdat deze is overgedragen aan de in Nederland erkend luchtvrachtagent onderscheidenlijk de luchtvaartmaatschappij.

  • 2 Aan de voorwaarde, gesteld in het eerste lid, onder c, wordt voldaan indien:

    • a. de vrachtruimte van het voertuig is voorzien van sloten of verzegeld onmiddellijk na lading van het vrachtruim tenzij de vrachtzendingen elk afzonderlijk op een zodanige wijze zijn verpakt dat zonder verbreking geen gevaarlijke voorwerpen kunnen worden toegepast;

    • b. de afzender voorafgaand aan de levering de erkend luchtvrachtagent onderscheidenlijk de luchtvaartmaatschappij over de te leveren vracht informeert, ten bewijze waarvan de bestuurder van het voertuig, waarin de vracht is vervoerd, bij aankomst een kopie van die mededeling toont aan de erkend luchtvrachtagent onderscheidenlijk de luchtvaartmaatschappij;

    • c. het voertuig, waarin de vracht wordt vervoerd, niet onbeheerd wordt achtergelaten;

    • d. de afzender beschikt over een kopie van het legitimatiebewijs van de bestuurder, die de vracht levert, waarvan de gegevens voorafgaand aan de levering ter beschikking worden gesteld aan de erkend luchtvrachtagent onderscheidenlijk de luchtvaartmaatschappij en

    • e. voorzover de afzender onderscheidenlijk de luchtvrachtagent, bedoeld in het eerste lid, onder (iii) een vervoerder als tussenpersoon heeft ingehuurd voor de levering van de vracht, zeker is gesteld dat die vervoerder passende beveiligingsmaatregelen in zijn bedrijf toepast.

  • 3 Aan de voorwaarde, bedoeld in het tweede lid, onder c, wordt geacht te zijn voldaan indien onbeheerd achterlaten onvermijdelijk is en de bestuurder bij terugkomst de verpakking van de vrachtzending en de integriteit van de sloten of verzegeling van het voertuig heeft gecontroleerd en in geval van geconstateerde onregelmatigheden de erkend luchtvrachtagent onderscheidenlijk de luchtvaartmaatschappij daarvan op de hoogte heeft gesteld.

  • 4 Aan de voorwaarde, bedoeld in het tweede lid, onder e, wordt geacht te zijn voldaan indien:

    • a. door de vervoerder betrouwbaar personeel wordt ingezet voor de verwerking, de opslag en het vervoer van de vracht;

    • b. het bedrijf van de vervoerder, waarop opslag of overslag van luchtvracht plaatsvindt, niet toegankelijk is voor onbevoegden.

§ 4. Opleidingen

[Regeling vervallen per 16-10-2010]

Artikel 13

[Regeling vervallen per 16-10-2010]

  • 1 Met de beveiliging van vracht zijn belast de volgende categorieën medewerkers:

    • a. de veiligheidsadviseur vracht;

    • b. afhandelingspersoneel vracht;

    • c. screener vracht.

  • 2 De luchtvaartmaatschappij draagt ervoor zorg dat zijn medewerkers, bedoeld in het eerste lid, een opleiding hebben gevolgd bij een opleidingsinstituut dat voldoet aan de volgende voorwaarden:

    • a. het opleidinginstituut heeft zich aangemeld bij de Minister van Justitie;

    • b. het opleidingsprogramma is goedgekeurd door de Minister van Justitie;

    • c. de opleiders beschikken over een verklaring omtrent het gedrag;

    • d. het opleidingsinstituut heeft zich bereid verklaard de Koninklijke marechaussee toe te laten tot het instituut.

  • 3 Het tweede lid is van overeenkomstige toepassing op de erkend luchtvrachtagent.

Artikel 14

[Regeling vervallen per 16-10-2010]

  • 1 Met de beveiliging van post zijn belast:

    • a. het afhandelingspersoneel post;

    • b. de screener post.

  • 2 De gereguleerde postinstantie draagt ervoor zorg dat zijn medewerkers, bedoeld in het eerste lid, een opleiding hebben gevolgd bij een opleidingsinstituut dat voldoet aan de volgende voorwaarden:

    • a. het opleidinginstituut heeft zich aangemeld bij de Minister van Justitie;

    • b. het opleidingsprogramma is goedgekeurd door de Minister van Justitie;

    • c. de opleiders beschikken over een verklaring omtrent het gedrag;

    • d. het opleidingsinstituut heeft zich bereid verklaard de Koninklijke marechaussee toe te laten tot het instituut.

§ 5. Slotbepalingen

[Regeling vervallen per 16-10-2010]

Artikel 15

[Regeling vervallen per 16-10-2010]

  • 1 Met uitzondering van de paragrafen 2 en 4 treedt deze regeling in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

  • 2 Paragraaf 2 treedt in werking op 1 april 2003.

  • 3 Paragraaf 4 treedt in werking op 1 oktober 2003.

  • 3 De artikelen 13, tweede en derde lid, en 14, tweede lid, zijn niet van toepassing indien de medewerkers een opleiding hebben gevolgd aan een opleidingsinstituut buiten Nederland dat blijkens beschikking van de Minister van Justitie aan passende eisen voldoet.

Artikel 16

[Regeling vervallen per 16-10-2010]

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling uitvoering beveiliging burgerluchtvaart.

De

Minister

van Justitie,

J.P.H. Donner