Belasting van personenauto’s en motorrijwielen, motorrijtuigenbelasting, teruggaafregeling/vrijstelling ambulances

[Regeling vervallen per 15-07-2007.]
Geraadpleegd op 13-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 16-06-2010 en zichtdatum 20-09-2024.
Geldend van 01-01-2003 t/m 14-07-2007

Belasting van personenauto’s en motorrijwielen, motorrijtuigenbelasting, teruggaafregeling/vrijstelling ambulances

De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

Inleiding

[Regeling vervallen per 15-07-2007]

De laatste jaren maakt de ambulancebranche naast ambulances steeds meer gebruik van andersoortige motorrijtuigen ter uitvoering van de taak tot het verlenen van spoedeisende medische hulpverlening. Het gaat dan om personenauto’s of motoren waarmee medisch personeel naar de plaats van het ongeluk kan rijden of motorrijtuigen van waaruit spoedeisende medische hulpverlening kan worden gecoördineerd.

De artikelen 15, eerste lid, onder d, van de Wet op de belasting van personenauto’s en motorrijwielen 1992 (Wet bpm 1992) en 7, eerste lid, onder a, van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 (Wet mrb 1994) voorzien op dit moment in een teruggaaf onderscheidenlijk een vrijstelling van belasting voor alleen ambulances die aan bepaalde voorwaarden voldoen.

De achtergrond van deze tegemoetkoming, die voor de motorrijtuigenbelasting reeds sinds 1926 – toen in de vorm van een gedeeltelijke vrijstelling – bestaat, is gelegen in het algemeen nut en meer in het bijzonder in het belang van de bescherming van de volksgezondheid.

Goedkeuring

[Regeling vervallen per 15-07-2007]

Gelet hierop en op de hiervoor aangegeven gewijzigde omstandigheden waaronder thans deze hulpverlening wordt geboden, heb ik besloten goed te keuren dat de huidige tegemoetkomingen zo kunnen worden verstaan dat onder ambulances tevens worden begrepen andere motorrijtuigen, inclusief motorrijwielen, dan ambulances mits deze uitsluitend worden gebruikt voor het verlenen of coördineren van spoedeisende medische hulpverlening. Deze motorrijtuigen moeten daarbij aan de volgende cumulatieve eisen voldoen:

  • 1. ter zake van het gebruik moet een vergunning zijn afgegeven aan de houder daarvan voor het verlenen van spoedeisende medische hulpverlening krachtens de Wet ambulancevervoer,

  • 2. de motorrijtuigen moeten voorzien zijn van de binnen de branche voorgeschreven striping en het symbool als opgenomen in de bijlage bij de Regeling optische en geluidssignalen,

  • 3. in het motorrijtuig dient een vaste verbinding met de in de vergunning aangewezen Centrale post voor het ambulancevervoer aanwezig te zijn, en

  • 4. het motorrijtuig dient voorzien te zijn van optische en geluidssignalen en tot het voeren daarvan op grond van de Regeling optische en geluidssignalen toestemming te hebben.

Dit houdt in dat voor motorrijtuigen die niet uitsluitend worden ingezet voor bovengenoemde taken maar overigens wel zouden voldoen aan de genoemde cumulatieve eisen, geen teruggaaf of vrijstelling van belasting kan worden verleend.

Voor de teruggaaf van bpm zijn de voorwaarde genoemd in artikel 8, onder d, van het Uitvoeringsbesluit bpm 1992 van overeenkomstige toepassing.

Voor de vrijstelling van mrb zijn de voorwaarden gesteld in artikel 27 van het Uitvoeringsbesluit mrb 1994 van overeenkomstige toepassing.

Inwerkingtreding

[Regeling vervallen per 15-07-2007]

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag van publicatie in de Staatscourant en werkt terug tot en met 1 januari 2003.

Voor de toepassing van de bpm geldt dat het recht op teruggaaf van toepassing is voor bovengenoemde motorrijtuigen met een datum van deel I van het kentekenbewijs van 1 januari 2003 of later. Voor de toepassing van de motorrijtuigenbelasting geldt dat de vrijstelling van toepassing is met ingang van een tijdvak dat aanvangt op 1 januari 2003 of later.

De

Staatssecretaris

van Financiën