Regeling erkende organisaties Schepenwet

Geraadpleegd op 10-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-07-2009 en zichtdatum 20-09-2024.
Geldend van 25-12-2008 t/m 09-10-2010

Regeling met betrekking tot de erkenning en aanwijzing van rechtspersonen, bevoegd tot het verrichten van onderzoeken als bedoeld in hoofdstuk III van het Schepenbesluit 1965

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Verkeer en Vervoer van de Nederlandse Antillen en de Minister van Vervoer en Communicatie van Aruba;

Gelet op het op 1 november 1974 te Londen totstandgekomen Verdrag voor de beveiliging van mensenlevens op zee (Trb. 1976, 157), op richtlijn nr. 94/57/EG van de Raad van de Europese Unie van 22 november 1994 inzake gemeenschappelijke voorschriften en normen voor de met inspectie en controle van schepen belaste organisaties en voor de desbetreffende werkzaamheden van maritieme instanties (PbEG L 319) en op artikel 6, derde en vierde lid, van de Schepenwet;

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. richtlijn: richtlijn nr. 94/57/EG van de Raad van de Europese Unie van 22 november 1994 inzake gemeenschappelijke voorschriften en normen voor de met inspectie en controle van schepen belaste organisaties en voor de desbetreffende werkzaamheden van maritieme instanties (PbEG L 319);

  • b. klassenbureau: rechtspersoon, bevoegd tot het verrichten van bij of krachtens de artikelen 8 van het Schepenbesluit 1965, en 13 tot en met 18 van het Schepenbesluit 2004, voorgeschreven onderzoeken;

  • c. erkende beveiligingsorganisatie: rechtspersoon, bevoegd tot het verrichten van bij of krachtens artikel 19 van het Schepenbesluit 2004 voorgeschreven onderzoeken;

  • d. SOLAS-verdrag: het op 1 november 1974 te Londen totstandgekomen Verdrag voor de beveiliging van mensenlevens op zee (Trb. 1976, 157) en de bij dat verdrag behorende bindende protocollen, aanhangsels en bijlagen;

  • e. testing ASP: rechtspersoon, bevoegd tot het verrichten van onderzoeken gericht op het testen van geschiktheid van apparatuur voor het automatisch zenden van gegevens, bedoeld in voorschrift V-19/1 van het SOLAS-verdrag.

Artikel 2

  • 1 Als klassenbureau kunnen worden aangewezen de erkende organisaties, bedoeld in artikel 4 van de richtlijn.

  • 2 Organisaties waaraan ingevolge artikel 4, tweede lid, van de richtlijn beperkte erkenning voor drie jaren is verleend, worden slechts aangewezen, indien die erkenning op verzoek van de Minister van Verkeer en Waterstaat is verleend.

Artikel 3

Een als klassenbureau aan te wijzen organisatie houdt kantoor in een land van het Koninkrijk en heeft met Nederland, de Nederlandse Antillen en Aruba een overeenkomst als bedoeld in artikel 6 van de richtlijn gesloten. De overeenkomst voldoet aan de in het tweede lid van dat artikel gestelde eisen.

Artikel 4

  • 1 Een aanwijzing als klassenbureau wordt verleend voor onbepaalde tijd of, indien aan de organisatie een beperkte erkenning voor drie jaren als bedoeld in artikel 4, tweede lid, van de richtlijn is verleend, voor de duur van die beperkte erkenning.

  • 2 Een aanwijzing vervalt, indien de in artikel 4 van de richtlijn bedoelde erkenning van de aangewezen organisatie door de Commissie van de Europese Gemeenschappen wordt ingetrokken.

Artikel 5

  • 1 Een aanwijzing als klassenbureau kan met inachtneming van artikel 10 van de richtlijn worden geschorst, indien door een handeling of nalatigheid van de aangewezen organisatie ernstig gevaar voor de veiligheid of het milieu is of kan ontstaan.

  • 2 Een aanwijzing kan voorts worden ingetrokken, indien niet meer wordt voldaan aan artikel 3.

Artikel 5a

  • 1 Als erkende beveiligingsorganisatie kunnen worden aangewezen organisaties die voldoen aan de erkenningscriteria, opgenomen in het aanhangsel bij circulaire MSC/Circ.1074 (Interim Guidelines for the Authorization of Recognized Security Organizations) van de Maritieme Veiligheidscommissie van de Internationale Maritieme Organisatie.

  • 2 Een organisatie als bedoeld in het eerste lid houdt kantoor in een land van het Koninkrijk en heeft met Nederland, de Nederlandse Antillen en Aruba een overeenkomst gesloten met betrekking tot de taken die zij in het kader van de aanwijzing uitvoert.

Artikel 5b

  • 1 Als keuringsstation voor opblaasbare reddingsvlotten en opblaasbare hulpverleningsboten kunnen worden aangewezen keuringsstations die voldoen aan de erkenningcriteria, opgenomen in Resolutie A.761(18) (Recommendation on conditions for the approval of servicing stations for inflatable liferafts) van de Algemene Vergadering van de Internationale Maritieme Organisatie.

  • 2 In afwijking van het eerste lid voldoen keuringsstations, die kunnen worden aangewezen door de bevoegde autoriteiten buiten het Koninkrijk aan de ter plaatse gestelde erkenningcriteria.

  • 3 De keuring van opblaasbare reddingsvlotten en opblaasbare hulpverleningsboten geschiedt met inachtneming van de dienaangaande in de resolutie genoemd in het eerste lid, opgenomen voorschriften.

  • 4 De aanwijzing van een keuringsstation heeft een geldigheidsduur van ten hoogste vijf jaar.

Artikel 5c

  • 1 Als testing ASP kunnen worden aangewezen rechtspersonen die voldoen aan de volgende erkenningscriteria:

    • a. de rechtspersoon beschikt over een gecertificeerd kwaliteitssysteem, waarin de procedures alsmede het beheer van alle documentatie met betrekking tot de onderzoeken waarvoor de aanwijzing geldt zijn geborgd,

    • b. de rechtspersoon voldoet aan de relevante eisen, opgenomen in paragraaf 5.3. van resolutie MSC.263(84) (Revised Performance Standards and Functional Requirements for the Long-Range Identification and Tracking of Ships) van de Maritieme Veiligheidscommissie van de Internationale Maritieme Organisatie, en

    • c. de rechtspersoon heeft de beschikking over een wereldwijd netwerk van bekwaam personeel met voldoende kennis, opleiding en ervaring met betrekking tot de onderzoeken waarvoor de aanwijzing geldt.

  • 2 De uitvoering van de onderzoeken geschiedt met inachtneming van de dienaangaande voorschriften opgenomen in circulaire MSC.1/Circ.1257 (Guidance on the Survey and Certification of Compliance of Ships with the Requirements to Transmit LRIT Information) van de Maritieme Veiligheidscommissie van de Internationale Maritieme Organisatie.

  • 3 De aanwijzing tot testing ASP heeft een geldigheidsduur van ten hoogste vijf jaar.

  • 4 De aanwijzing kan worden ingetrokken, indien niet meer wordt voldaan aan de erkenningscriteria, bedoeld in het eerste lid, dan wel indien bij de uitvoering van de onderzoeken niet wordt voldaan aan het tweede lid.

Artikel 5d

De resolutie, bedoeld in artikel 5c, eerste lid, onderdeel b, en de circulaire, bedoeld in artikel 5c, tweede lid, liggen ter inzage bij het Ministerie van Verkeer en Waterstaat.

Artikel 6

Een wijziging van de richtlijn gaat voor de toepassing van deze regeling gelden met ingang van de dag waarop aan de betrokken wijzigingsrichtlijn uitvoering moet zijn gegeven.

Artikel 7

De Regeling erkenning en aanwijzing van klassebureaus wordt ingetrokken.

Artikel 8

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 9

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling erkende organisaties Schepenwet.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant, in de Curaçaosche Courant en in het Afkondigingsblad van Aruba worden geplaatst.

De

Minister

van Verkeer en Waterstaat,

Roelf H. de Boer