In deze regeling wordt verstaan onder:
-
a.
Besluit: het Besluit beschikbaarstelling politieambtenaren ten behoeve van vredesmissies;
-
b.
operationeel gezag: de head of mission, aangewezen door een volkenrechtelijke organisatie of aangewezen
in het kader van een internationale overeenkomst waarbij Nederland partij is;
-
c.
missie: het verblijf in het missiegebied ten behoeve van het verrichten van werkzaamheden
in het kader van de uitzending, bedoeld in het Besluit;
-
d.
inzet: het daadwerkelijk verrichten van werkzaamheden in het kader van de uitzending, bedoeld
in het Besluit;
-
e.
onkosten: de tijdens de missie door de betrokkene gedane uitgaven wegens bewassing, (tele)communicatie,
ontspanning, recuperatie en overige incidentele kosten;
-
f.
recuperatie: een periode, niet zijnde verlof, waarin aan de betrokkene geen feitelijke werkzaamheden
worden opgedragen, opdat door afwisseling van inzet en rust de gewenste operationele
inzetbaarheid wordt gehandhaafd;
-
g.
inschepingsverlof: het verlof dat betrokkene wordt toegekend om zich voor te bereiden op de missie;
-
h.
ontschepingsverlof: het verlof dat betrokkene wordt toegekend na afloop van de uitzending.
-
1 Nadat de betrokkene buitengewoon verlof is verleend met behoud van bezoldiging besluit
de Minister van Veiligheid en Justitie tot beschikbaarstelling.
De bezoldiging tijdens het buitengewoon verlof wordt berekend naar een arbeidstijd
van gemiddeld 38 uur per week, tenzij in het desbetreffende kalenderjaar een langere
gemiddelde arbeidstijd geldt voor de betrokkene. In dat geval blijft de bezoldiging
ongewijzigd.
Het Rijk vergoedt aan de desbetreffende politieregio de werkgeverslasten ten aanzien
van de betrokkene en de overige aan deze regeling verbonden kosten, voor zover deze
worden voldaan door de politieregio.
-
2 De aanspraak van de betrokkene op voorzieningen ingevolge deze regeling eindigt op
de dag van terugkeer in Nederland vanuit het missiegebied, behoudens de periode van
recuperatie, bedoeld in artikel 10, en behoudens de aanspraken, bedoeld in de artikelen 11, 16 en 17.
De werk- en rusttijden van de betrokkene worden door het operationeel gezag bepaald
aan de hand van hetgeen in het belang van de dienst tijdens de missie noodzakelijk
is.
Indien de betrokkene uit anderen hoofde aanspraak heeft op overeenkomstige voorzieningen
als bedoeld in deze regeling, wordt de waarde van die aanspraak in mindering gebracht
op de aanspraak ingevolge deze regeling tot ten hoogste het bedrag van de laatstgenoemde
aanspraak.
-
2 Indien om redenen verband houdend met de inzet, geen gebruik kan worden gemaakt van
van Rijkswege verstrekte huisvesting of voeding en hierin ook niet door de volkenrechtelijke
organisatie of de Europese Unie wordt voorzien, worden de noodzakelijk gemaakte kosten
van huisvesting en voeding vergoed tot ten hoogste de bedragen, bedoeld in Bijlage I behorende bij het Besluit reis-, verblijf- en verhuiskosten politie.
De betrokkene heeft aanspraak op een vergoeding voor de bij de missie ondervonden
onregelmatige diensten en overuren. De vergoeding is vastgesteld in de vorm van een
afkoopsom, en bedraagt € 83,81 per dag.
-
3 Recuperatie kan geleid worden doorgebracht in of in de directe nabijheid van het missiegebied.
Het operationeel gezag geeft aanwijzingen met betrekking tot de wijze van het doorbrengen
daarvan. Ten behoeve van deze recuperatie worden zonodig vanwege het Rijk faciliteiten,
in de vorm van vervoer, huisvesting en voeding, ter beschikking gesteld. Recuperatie
kan voor rekening van het Rijk ook in Nederland worden doorgebracht.
-
4 Op verzoek van de betrokkene kan het operationeel gezag, indien de uitzendduur tenminste
zes maanden bedraagt, toestaan dat de recuperatie elders wordt doorgebracht. Deze
recuperatie brengt de betrokkene alsdan door voor eigen risico en rekening. Er bestaat
geen aanspraak op reis- en verblijfkosten. Voor de vaststelling van de duur van de
recuperatie wordt per maand inzet 2,5 dag recuperatie opgebouwd.
-
5 Indien na beëindiging van de deelname aan de missie blijkt dat sprake is geweest van
onafgebroken inzet zonder dat de betrokkene de gelegenheid is geboden tussentijds
te recupereren, heeft de betrokkene na definitieve terugkeer in Nederland aansluitend
recht op extra vrije tijd. Deze extra vrije tijd bedraagt bij een inzet van zes achtereenvolgende
maanden zes werkdagen. Bij een inzet van een andere duur wordt deze extra vrije tijd
naar evenredigheid berekend.
De uitzending, bedoeld in het Besluit, wordt geacht te zijn verlengd met deze extra vrije tijd.
Naast de periode van de missie waarvoor buitengewoon verlof wordt verleend, bestaat
een aanspraak op buitengewoon verlof tot een maximum van veertien dagen in de volgende
gevallen:
-
a. ernstige ziekte van de echtgenote of echtgenoot van de betrokkene, de persoon met
wie de betrokkene ongehuwd samenwoont of een van zijn bloed- of aanverwanten in de
eerste graad;
-
b. de bevalling van zijn echtgenote of de persoon met wie de betrokkene ongehuwd samenwoont;
-
c. het overlijden en de lijkbezorging van de echtgenote of echtgenoot van de betrokkene,
de persoon met wie de betrokkene ongehuwd samenwoont of een van zijn bloed- en aanverwanten
in de eerste graad.
De betrokkene heeft aansluitend op de definitieve terugkeer uit het missiegebied recht
op vrijstelling van zijn normale werkzaamheden en diensten gedurende tien werkdagen
na een inzet met een duur van zes maanden. Bij een inzet van een andere duur wordt
deze vrijstelling naar evenredigheid berekend. De uitzending, bedoeld in het Besluit,
wordt geacht te zijn verlengd met deze periode.
-
1 Bij ernstige ziekte of overlijden van ouders, stiefouders, pleegouders, schoonouders,
kinderen, stiefkinderen, pleegkinderen, aangehuwde kinderen, de echtgenoot of echtgenote
of de daarmee gelijkgestelde persoon, bedoeld in artikel 1, tweede lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie, wordt aan de betrokkene een vergoeding van reiskosten verleend tot maximaal de kosten
voor een retourvlucht in beginsel op basis van de laagste klasse van vervoer vanuit
het missiegebied naar Nederland.
-
2 De vergoeding wordt verleend op een daartoe strekkend verzoek van de betrokkene en,
indien het kosten betreft in verband met ernstige ziekte, voor zover de ernst daarvan
kan worden afgeleid uit een verklaring van de behandelend arts.
-
1 Betrokkene heeft na een verblijf buiten Nederland gedurende een maand of langer achtereen,
aanspraak op ontschepingsverlof van een werkdag voor elke maand dat het verblijf buiten
Nederland heeft geduurd, met een maximum van twintig werkdagen.
-
2 De Minister van Veiligheid en Justitie neemt maatregelen tot definitieve terugkeer
naar Nederland van de betrokkene indien ten gevolge van de ziekte of het ongeval het
verblijf in het missiegebied niet langer verantwoord, raadzaam of van nut is. Voor
zover uit de genomen maatregelen kosten voortvloeien voor de betrokkene, komen deze
kosten ten laste van het Rijk.
Indien de betrokkene tijdens de missie overlijdt, worden de kosten van lijkbezorging
aan de nabestaanden vergoed.
-
1 De naaste betrekkingen van een betrokkene die vermist is geraakt tijdens de missie,
komen in aanmerking voor bemiddeling vanwege het Ministerie van Veiligheid en Justitie
bij het voeren van de procedure tot het verkrijgen van een verklaring, dat rechtsvermoeden
van overlijden van de vermiste betrokkene bestaat.
-
2 De naaste betrekkingen van een betrokkene als bedoeld in het vorige lid hebben, indien
de procedure, bedoeld in dat lid, niet kosteloos kan worden gevoerd, aanspraak op
vergoeding van de kosten die ter zake voor hun rekening zijn gekomen.
-
1 In geval van invaliditeit die voortvloeit uit een ongeval tenzij de betrokkene bewust
roekeloos heeft gehandeld of de betrokkene grof nalatig is geweest, of een beroepsziekte
die is ontstaan tijdens de missie of de geleide recuperatieperiode, wordt aan de betrokkene
smartengeld vergoed tot een netto maximum bedrag van € 136.100,-. De Regeling smartengeld dienstongevallen politie is van overeenkomstige toepassing.
-
2 In geval de betrokkene is komen te overlijden ten gevolge van een ongeval als bedoeld
in het eerste lid, wordt aan de weduwe of weduwnaar van wie de overleden betrokkene
niet duurzaam gescheiden leefde of de daarmee gelijkgestelde persoon, bedoeld in artikel 1, tweede lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie, een netto bedrag van € 68.100,- uitgekeerd.
Indien een politieambtenaar, of indien deze is overleden de weduwe of weduwnaar van
wie de overleden persoon niet duurzaam gescheiden leefde of de daarmee gelijkgestelde
persoon, bedoeld in artikel 1, tweede lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie, schade lijdt doordat de levensverzekering die hij ten behoeve van een hypotheek
heeft gesloten niet of niet geheel tot uitbetaling komt doordat de verzekeraar een
molestclausule inroept, staat de Minister van Veiligheid en Justitie ervoor in dat
deze schade wordt vergoed tot een maximum van 400.000 euro.
Indien de betrokkene tijdens of ten gevolge van de missie in rechte wordt betrokken,
heeft hij aanspraak op tegemoetkoming in de kosten van rechtskundige hulp.
De Minister van Veiligheid en Justitie beslist in de gevallen waarin deze regeling
niet of niet in redelijkheid voorziet.
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de
Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 20 december 2002.
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling vredesmissies politie.