U bent nu hier: Wettenbank
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving
Zoals belastingen, uitkeringen en subsidies.
Officiële publicaties van de overheid.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
[Regeling vervallen per 01-07-2006.]Geraadpleegd op 17-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2005 en zichtdatum 30-09-2024. Geldend van 28-11-2004 t/m 01-02-2005
Regeling houdende regels met betrekking tot verstrekking van een eenmalige subsidie aan werkgevers die een dienstbetrekking als bedoeld in het Besluit in- en doorstroombanen omzetten in een reguliere dienstbetrekking voor onbepaalde tijd
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, M. Rutte,
Gelet op de artikelen 3, eerste lid, 5 en 8, eerste lid, van de Kaderwet SZW-subsidies;
Besluit:
[Regeling vervallen per 01-07-2006]
1 In deze regeling wordt verstaan onder:
de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;
een dienstbetrekking als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van het Besluit in- en doorstroombanen, zoals dit besluit luidde op 31 december 2003;
een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke dienstbetrekking waarvoor de werkgever geen voorziening ontvangt als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van de Wet werk en bijstand;
1°. een publiekrechtelijk lichaam of een instelling als bedoeld in artikel 1, vierde of vijfde lid van het Besluit in- en doorstroombanen, zoals dat besluit luidde op 31 december 2003, die ondernemer is als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel d, van de Wet op de ondernemingsraden, dan wel
2°. een rechtspersoon waarvoor de werknemer, die een ID-dienstbetrekking heeft met de in onderdeel d, ten eerste, genoemde werkgever, gewoonlijk arbeid verricht.
2 Onder een ID-dienstbetrekking wordt mede verstaan het, op grond van een ID-dienstbetrekking met een werkgever als bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, ten eerste, gewoonlijk verrichten van arbeid bij een werkgever als bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, ten tweede.
3 In deze regeling wordt verstaan onder loon, hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 9 van het Besluit in- en doorstroombanen, zoals dat luidde op 31 december 2003.
1 De minister verstrekt op aanvraag een subsidie aan een werkgever die een werknemer, die vóór 21 februari 2003 werkzaam was in een ID-dienstbetrekking, in dienst neemt op basis van een reguliere dienstbetrekking voor onbepaalde tijd, tenzij de ingangsdatum van de reguliere dienstbetrekking ligt vóór 1 januari 2003.
2 Geen subsidie wordt verstrekt wanneer de werkgever een natuurlijke persoon of rechtspersoon is die in het kader van de uitoefening van beroep of bedrijf de inschakeling van personen in het arbeidsproces bevordert.
3 Voorts wordt met ingang van 1 januari 2004 geen subsidie verstrekt aan een werkgever die vóór 1 januari 2004 een ID-dienstbetrekking heeft omgezet in een reguliere dienstbetrekking, tenzij het een reguliere dienstbetrekking betreft met de eigen werknemer die vóór 21 februari 2003 werkzaam was in een ID-dienstbetrekking.
1 Voor de verstrekking van de subsidies bedoeld in artikel 2, eerste lid, is in totaal € 170.000.000 beschikbaar.
2 Voor de bepaling van het bereiken van het subsidieplafond, bedoeld in het eerste lid, worden de subsidieaanvragen behandeld in volgorde van ontvangst van de aanvragen. Indien de aanvrager in de gelegenheid wordt gesteld de onvolledige aanvraag aan te vullen, geldt voor de bepaling van het bereiken van het subsidieplafond, als datum van ontvangst de datum waarop de aanvraag volledig is aangevuld.
1 De minister ontvangt uiterlijk 30 juni 2004 de subsidieaanvraag. De werkgever maakt bij de aanvraag gebruik van het formulier dat is ingericht overeenkomstig het model van bijlage 1 van deze regeling.
2 In de subsidieaanvraag vermeldt de werkgever in ieder geval:
a. tot welke sector, zorg, jeugdhulpverlening, welzijn, onderwijs, kinderopvang, openbare veiligheid, beheer openbare ruimte, cultuur, sport of overige, de werkgever die de aanvraag indient gerekend wordt, dan wel indien de werkgever een gemeente is, de sector waartoe de in een reguliere dienstbetrekking voor onbepaalde tijd om te zetten ID-dienstbetrekking gerekend wordt, en
b. de naam en de geboortedatum van de werknemer, het loon en de arbeidsduur per week van de ID-dienstbetrekking en het loon en de arbeidsduur per week van de overeen te komen of gekomen reguliere dienstbetrekking.
3 In de subsidieaanvraag verklaart de werkgever in ieder geval:
a. dat hij met een werknemer die werkzaam is in een ID-dienstbetrekking een reguliere dienstbetrekking voor onbepaalde tijd is aangegaan of zal aangaan, zonder daarbij een proeftijd te bedingen, welke reguliere dienstbetrekking uiterlijk 20 weken na de datum van de beschikking tot subsidieverlening en niet later dan op 1 december 2004 is ingegaan of ingaat;
b. dat van de ingangsdatum van de reguliere dienstbetrekking mededeling wordt gedaan aan de gemeente indien die, op grond van artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van de Wet werk en bijstand, een voorziening verstrekt voor de ID-dienstbetrekking waarin de werknemer werkzaam is opdat die voorziening door de betreffende gemeente wordt beëindigd uiterlijk de datum waarop de reguliere dienstbetrekking ingaat;
c. dat het loon van de werknemer door de omzetting van de ID-dienstbetrekking in een reguliere dienstbetrekking niet vermindert;
d. dat hij geen natuurlijke persoon of rechtspersoon is die in het kader van de uitoefening van beroep of bedrijf de inschakeling van personen in het arbeidsproces bevordert;
e. dat aan alle in deze regeling opgenomen en in de beschikking tot subsidieverlening op te nemen voorwaarden en verplichtingen zal worden voldaan.
Op de aanvraag voor subsidieverlening wordt binnen 8 weken na ontvangst van de aanvraag beslist.
1 De subsidie wordt verleend onder de voorwaarde dat de minister van de werkgever binnen 20 weken na de datum van de beschikking tot subsidieverlening, doch uiterlijk 1 december 2004, de volgende documenten heeft ontvangen:
a. een kopie van de voor de reguliere dienstbetrekking gesloten schriftelijke arbeidsovereenkomst of het op de reguliere dienstbetrekking betrekking hebbende aanstellingsbesluit, als bedoeld in artikel 4, derde lid, onderdeel a, in welke documenten in ieder geval zijn opgenomen de arbeidsduur per week, de ingangsdatum van de dienstbetrekking, het loon, de naam van de werkgever en de naam en geboortedatum van de werknemer;
b. indien de arbeidsduur per week van de om te zetten ID-dienstbetrekking hoger is dan de arbeidsduur per week van de reguliere dienstbetrekking: een kopie van de voor de ID-dienstbetrekking gesloten schriftelijke arbeidsovereenkomst of het op de ID- dienstbetrekking betrekking hebbende aanstellingsbesluit, waarin het loon is vermeld;
c. een door middel van het formulier, dat is ingericht overeenkomstig het model van bijlage 2 van deze regeling, opgestelde verklaring van burgemeester en wethouders dat indien op grond van artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van de Wet werk en bijstand aan de in artikel 1, eerste lid, onderdeel d, ten eerste, bedoelde werkgever een voorziening wordt verleend, deze is beëindigd met ingang van de datum waarop de reguliere dienstbetrekking voor onbepaalde tijd tussen de werkgever en de werknemer is ingegaan of zal ingaan, onder vermelding van de naam en de geboortedatum van de werknemer, de sector waartoe de werkgever dan wel de ID-dienstbetrekking overeenkomstig artikel 4, tweede lid, onderdeel a, gerekend wordt en de arbeidsduur per week van de ID-dienstbetrekking;
d. een begeleidingsformulier dat is ingericht overeenkomstig het model van bijlage 3 van deze regeling.
2 De termijn van 20 weken alsmede de datum van 1 december 2004, bedoeld in de aanhef van het eerste lid, is ook van toepassing op subsidieaanvragen die vóór 1 januari 2004 door de minister zijn ontvangen.
3 Indien de beschikking tot subsidieverlening is gedateerd na 12 november 2004 geldt, in afwijking van het eerste lid, dat de minister van de werkgever de in het eerste lid genoemde documenten uiterlijk 4 weken na de datum van de beschikking tot subsidieverlening heeft ontvangen. Bij toepassing van de vorige volzin gaat de reguliere dienstbetrekking uiterlijk 4 weken na de datum van de beschikking tot subsidieverlening in.
Stcrt. 2005, 21, datum inwerkingtreding 02-02-2005, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 28-11-2004.
Voorwaarde: in te dienen documenten
1 De subsidie wordt verleend onder de voorwaarde dat de minister van de werkgever binnen 20 weken na de datum van de beschikking tot subsidieverlening, doch uiterlijk 31 januari 2005, de volgende documenten heeft ontvangen:
2 Indien de beschikking tot subsidieverlening is gedateerd na 12 november 2004 geldt, in afwijking van het eerste lid, dat de minister van de werkgever de in het eerste lid genoemde documenten uiterlijk 31 januari 2005 heeft ontvangen. Bij toepassing van de vorige volzin gaat de reguliere dienstbetrekking uiterlijk 4 weken na de datum van de beschikking tot subsidieverlening in.
1 De subsidie bedraagt maximaal € 17.000 voor een reguliere dienstbetrekking met een arbeidsduur van 32 uren of meer per week en wordt verleend voor een tijdvak van twee jaren.
2 De subsidie wordt naar rato van 32 uren verminderd wanneer de arbeidsduur minder dan 32 uren per week bedraagt.
3 De subsidie wordt bij wijze van voorschot betaalbaar gesteld.
4 Het eerste voorschot van maximaal € 10.500 wordt betaalbaar gesteld binnen 6 weken na ontvangst van de in artikel 6 genoemde documenten.
5 Het tweede voorschot van maximaal € 6.500 wordt betaalbaar gesteld binnen 6 weken na ontvangst van de in artikel 9 genoemde rapportage.
1 Indien gedurende het tijdvak van twee jaren waarin de in artikel 2, eerste lid, bedoelde subsidie wordt verstrekt de reguliere dienstbetrekking wordt beëindigd, doet de werkgever hiervan zo spoedig mogelijk mededeling aan de minister door middel van het overleggen van een document waaruit blijkt dat de reguliere dienstbetrekking is beëindigd.
2 De subsidieverlening wordt in de situatie, bedoeld in het eerste lid, verlaagd in evenredigheid met het aantal dagen van het subsidieverleningstijdvak waarin de dienstbetrekking niet meer wordt vervuld, tenzij de werkgever binnen 12 weken na de beëindiging van de reguliere dienstbetrekking ter invulling van de vrijgevallen functie in overleg met de gemeente een nieuwe dienstbetrekking aangaat met:
a. een persoon aan wie een voorziening is aangeboden als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van de Wet werk en bijstand, dan wel
b. een werkloze werkzoekende.
3 De werkgever overlegt, indien hij ter invulling van de vrijgevallen functie een nieuwe dienstbetrekking aangaat, aan de minister:
a. een kopie van de voor de reguliere dienstbetrekking gesloten schriftelijke arbeidsovereenkomst of het op de reguliere dienstbetrekking betrekking hebbende aanstellingsbesluit, als bedoeld in artikel 4, derde lid, onderdeel a, welke overeenkomst of besluit voldoet aan de in artikel 6, eerste lid, onderdeel a, genoemde criteria;
b. een verklaring van burgemeester en wethouders, door middel van een formulier dat is ingericht overeenkomstig het model van bijlage 4 bij deze regeling, waarin wordt bevestigd dat de werknemer voldoet aan de in het tweede lid gestelde criteria.
4 Wanneer de invulling van de vrijgevallen functie, bedoeld in het tweede lid, plaatsvindt in het eerste jaar van het subsidieverleningstijdvak worden de in het derde lid genoemde documenten door de minister uiterlijk tegelijkertijd met de rapportage, bedoeld in artikel 9, ontvangen. Wanneer de invulling van de vrijgevallen functie, bedoeld in het tweede lid, plaatsvindt in het tweede jaar van het subsidieverleningstijdvak worden de in het derde lid genoemde documenten door de minister uiterlijk tegelijkertijd met de aanvraag tot vaststelling van de subsidie, bedoeld in artikel 12, ontvangen.
De minister ontvangt binnen 8 weken na afloop van één jaar na de datum van de beschikking tot subsidieverlening een rapportage over dat tijdvak. De werkgever maakt bij deze rapportage gebruik van het formulier dat is ingericht overeenkomstig het als bijlage 5 bij deze regeling opgenomen model.
1 De werkgever ontvangt voor de betreffende werknemer of de reguliere dienstbetrekking gedurende het subsidieverleningstijdvak geen voorzieningen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van de Wet werk en bijstand.
2 In afwijking van het eerste lid en artikel 1, eerste lid, onderdeel c, mag de werkgever een eenmalige gemeentelijke subsidie ontvangen wanneer deze subsidie is verleend in aanvulling op de op basis van deze regeling verstrekte subsidie. Bij toepassing van dit lid door de gemeente wordt hiervan mededeling gedaan in de in bijlage 2 genoemde verklaring van burgemeester en wethouders.
1 De werkgever doet gedurende het subsidieverleningstijdvak onverwijld mededeling aan de minister van wijzigingen in de bij de subsidieaanvraag verstrekte gegevens en overlegt op verzoek van de minister de daarop betrekking hebbende bescheiden. De verplichting van de eerste volzin geldt niet voor loonsverhogingen.
2 De werkgever verstrekt desgevraagd aan de minister kosteloos alle inlichtingen die hij voor het toezicht, de evaluatie, informatievoorziening en beleidsvorming met betrekking tot deze regeling nodig heeft en verleent kosteloos inzage in de administratie inzake van belang zijnde bescheiden.
3 De werkgever richt de administratie voor de uitvoering van deze regeling zodanig in dat alle van belang zijnde vastleggingen en bewijsstukken ten behoeve van het controle-, besluitvormings- en verantwoordingsproces zichtbaar, ordelijk en controleerbaar zijn vastgelegd. De werkgever bewaart de op de subsidieverstrekking betrekking hebbende administratie tot twee jaren na de datum van de beschikking tot subsidievaststelling.
1 De aanvraag tot vaststelling van de subsidie wordt binnen 8 weken na afloop van het tijdvak waarover de subsidie is verleend ontvangen door de minister. De werkgever maakt bij de aanvraag tot vaststelling van de subsidie gebruik van het formulier dat is ingericht overeenkomstig het model van bijlage 7 van deze regeling.
2 De minister stelt de subsidie vast binnen 1 jaar na ontvangst van de aanvraag tot vaststelling van de subsidie.
3 Indien de aanvraag tot vaststelling van de subsidie niet of niet tijdig is ontvangen stelt de minister de subsidie ambtshalve vast.
1 Met het toezicht op de naleving van deze regeling zijn belast de daartoe bij besluit van de minister aangewezen ambtenaren van het Agentschap SZW en de Accountantsdienst, beide onderdeel van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
2 De werkgever verleent aan de toezichthouders alle medewerking die dezen redelijkerwijs kunnen vorderen bij de uitoefening van hun bevoegdheden.
De Algemene Regeling SZW-subsidies is niet van toepassing.
1 Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 maart 2003 en vervalt met ingang van 1 juli 2006.
2 De regeling blijft van toepassing op de financiële afwikkeling van de op basis van deze regeling verstrekte subsidies.
Deze regeling wordt aangehaald als: Tijdelijke stimuleringsregeling regulier maken 10.000 ID-banen.
Deze regeling zal met de toelichting en bijlage 1 in de Staatscourant worden geplaatst. De bijlagen 2 tot en met 7 worden met ingang van 1 maart 2003 ter inzage worden gelegd in de bibliotheek van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid te Den Haag.
's-Gravenhage, 14 februari 2003
Staatssecretaris
M. Rutte
[Red: Ligt ter inzage bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid te Den Haag.]
Voor een permanente link naar de door u bekeken versie, inwerkinggetreden op , kopieer één van de onderstaande links of verfijn de link in de Linktool.
Met behulp van de Linktool van LiDO is het mogelijk om een bredere link of een meer gedetailleerde link te maken.
Ga naar de Linktool
Op linkeddata.overheid.nl zijn onderstaande relaties bekend.
Er is geen andere versie beschikbaar waarmee u de huidige geselecteerde versie, inwerkinggetreden op , kan vergelijken.
Selecteer een andere versie van de regeling waarmee u de huidige versie , inwerkinggetreden op , wilt vergelijken.
Vergelijken van "Tijdelijke stimuleringsregeling regulier maken 10.000 ID-banen", inwerkinggetreden op , met versie die inwerking is getreden op .
Doordat er een grote regeling is gekozen kan de vergelijking enkele minuten duren.
U kunt kiezen voor het toevoegen van de wetstechnische informatie aan de tekst.
U kunt kiezen in welk formaat de tekst geëxporteerd wordt.
U kunt de tekst inclusief afbeeldingen exporteren. De afbeeldingen worden dan met de tekst in een .zip-bestand geleverd
Via deze link kunt u meer informatie krijgen over de Europese richtlijn of verordening waarnaar in de tekst van de regeling verwezen wordt, inclusief de tekst daarvan. U wordt hiervoor doorgeleid naar EUR-LEX, de online databank van de Europese Unie waarin de Europese wetgeving is opgenomen.