Besluit van 15 maart 2003, houdende regels met betrekking tot voedingssupplementen
(Warenwetbesluit voedingssupplementen)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van
29 november 2002, VGB/VL 2335168 gedaan in overeenstemming met Onze Ministers van
Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, van Economische Zaken, en van Justitie;
Gelet op:
– richtlijn nr. 2002/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 10 juni 2002 betreffende
de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake voedingssupplementen
(PbEG L 183), alsmede
– artikel 4, eerste lid, onder a en c, artikel 6, onder d, artikel 8, eerste lid, onder a en c, artikel 13, onder a, artikel 14, en artikel 32b, eerste lid, van de Warenwet;
De Raad van State gehoord (advies van 6 februari 2003, No. W13.02.0549/III);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
van 11 maart 2003 met nummer VGB/VL 2361770, uitgebracht in overeenstemming met Onze
Ministers van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, van Economische Zaken, en van Justitie;
Hebben goedgevonden en verstaan: