Subsidieplafond Thematische medefinanciering 2004 - 2007

[Regeling vervallen per 01-01-2006.]
Geraadpleegd op 20-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 10-03-2005.
Geldend van 08-10-2003 t/m 31-12-2005

Besluit van de staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking van 17 maart 2003, nr. DJZ/BR/0176-03, tot vaststelling van een subsidieplafond voor subsidiëring op grond van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken (Thematische medefinanciering)

De Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking,

Gelet op de artikelen 1.1.6, 2.3.1 tot en met 2.3.9 en 2.3.14 van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken,

Besluit:

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Voor subsidieverlening op grond van hoofdstuk II, afdeling 3, van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken (Thematische medefinanciering) geldt voor uitgaven in 2004 een subsidieplafond van € 41.166.000, met dien verstande dat van dat bedrag € 10.000.000 en € 12.000.000 bestemd is voor respectievelijk:

De som van de bedragen die bij meerjarige beschikkingen worden verleend ten behoeve van uitgaven in de jaren 2005, 2006 en 2007 bedraagt ten hoogste € 41.166.000 per jaar.

Het subsidieplafond is niet van toepassing op subsidieverlening door Nederlandse vertegenwoordigingen namens de staatssecretaris of de minister en op subsidieverlening aan organisaties, bedoeld in artikel 2.3.14, tweede lid, van de regeling.

De verdeling van het subsidieplafond vindt plaats overeenkomstig de maatstaven, neergelegd in hoofdstuk II, Afdeling 3, van de regeling en in het Beleidskader Thematische Medefinanciering (Stcrt. 2003, nr. 55; www.minbuza.nl). Aanvragen waarvan op grond van de gegevens, bedoeld in de artikelen 2.3.12 en 2.3.13 van de regeling aannemelijk is dat zij, vergeleken met de overige aanvragen, de hoogste bijdrage aan het realiseren van de doelstellingen, vermeld in artikel 2.3.1 van de regeling, zullen leveren, komen het eerst voor subsidieverlening in aanmerking, binnen het raam van een evenwichtige spreiding als bedoeld in artikel 1.1.8, derde lid, onder d, van de regeling.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Staatssecretaris

voor Ontwikkelingssamenwerking,

R. Keller