Regeling zorgaanspraken AWBZ

[Regeling vervallen per 01-01-2015.]
Geraadpleegd op 11-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 06-01-2014 en zichtdatum 21-09-2024.
Geldend van 01-01-2014 t/m 05-02-2014

Regeling houdende nadere regels met betrekking tot de aanspraak op zorg ingevolge het Besluit zorgaanspraken AWBZ en wijziging van andere regelingen in verband met invoering van dat besluit alsmede wijziging van de Regeling subsidies AWBZ en Ziekenfondswet

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

Gelet op artikel 2, derde lid, van de Wet voorzieningen gehandicapten, artikel 1p van de Ziekenfondswet, de artikelen 2, vierde lid, 13, eerste lid, 17 en 18 van het Besluit zorgaanspraken AWBZ en artikel 16 van het Verstrekkingenbesluit ziekenfondsverzekering;

Besluit:

Hoofdstuk I. Definitiebepaling

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. het Besluit: het Besluit zorgaanspraken AWBZ;

  • b. intramurale zorg: zorg waarbij sprake is van opneming of verblijf in een instelling gedurende tenminste één nacht;

  • c. extramurale zorg: zorg die niet behoort tot de intramurale zorg;

  • d. lidstaat: een lidstaat van de Europese Unie, een andere staat die partij is bij de overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, alsmede Zwitserland;

  • e. cliëntprofiel: een profiel als omschreven in bijlage 2 van deze regeling, van zorgvragers met een vergelijkbare behoefte aan met verblijf samenhangende zorg en met vergelijkbare beperkingen op dezelfde terreinen, bij wie de verzorgings-, verplegings-, begeleidings- of behandelingsdoelen naar aard en inhoud overeenkomen;

  • f. zorgzwaartepakket: naar aard, inhoud en omvang bij een cliëntprofiel passende samenhangende zorg als omschreven in bijlage 2 van deze regeling.

Hoofdstuk II. De aanspraken

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Artikel 1a

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 2 De verzekerde heeft aanspraak op meer zorg dan waarop hij op grond van het eerste lid aanspraak heeft, voor zover naar het oordeel van de zorgverzekeraar meer zorg nodig is om te voorzien in zijn behoefte aan zorg en:

    • a. de verzekerde die is aangewezen op zorgzwaartepakket VG-5, VG-7, VG-8, LG-5, LG-7, ZG-3 auditief, ZG-5 visueel, LVG-4, LVG-5 of SGLVG een behoefte aan zorg heeft die minimaal 25% hoger is dan de in dat zorgzwaartepakket opgenomen zorg, of

    • b. de behoefte aan zorg tevens bestaat uit gespecialiseerde epilepsiezorg, chronische invasieve beademing, non-invasieve beademing, klinische intensieve behandeling of niet-strafrechtelijke forensische psychiatrie.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 Indien het verblijf van de verzekerde in een instelling wordt beëindigd in verband met verblijf als bedoeld in artikel 2.10 van het Besluit zorgverzekering, bestaat nog gedurende een periode van ten hoogste acht dagen aanspraak op tandheelkundige zorg.

  • 2 Tot negen weken na beëindiging van het verblijf in een instelling bestaat aanspraak op de levering en het aanbrengen van een nieuwe of overgezette tandheelkundige prothese, zijnde een plaat-, overkappings-, opbouw- of frameprothese, alsmede van kronen of bruggen, indien deze tandheelkundige hulp voor het beëindigen van het verblijf was aangevangen. De zorgverzekeraar kan, gehoord de adviserend tandarts, een langere termijn van ten hoogste tweeënvijftig weken vaststellen.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 Het individueel gebruik van een rolstoel omvat mede de voor de verzekerde noodzakelijke aanpassing en vervanging alsmede het noodzakelijke onderhoud en herstel van de hem in gebruik gegeven rolstoel. Indien de verzekerde daarop is aangewezen, kan een tweede exemplaar in een andere uitvoering worden verstrekt.

  • 2 De aanspraak op het individueel gebruik van een rolstoel bestaat indien dat gebruik is aangewezen in verband met het ontbreken van de loopfunctie dan wel in verband met blijvende of langdurige loopfunctiestoornissen.

  • 3 Indien het verblijf in een instelling eindigt, wordt de verzekerde in de gelegenheid gesteld de bij hem in gebruik zijnde rolstoel in eigendom te verwerven tegen betaling van een bedrag dat gelijk is aan de aanschafprijs, met inbegrip van de prijs van de daaraan naderhand aangebrachte wijzigingen, een en ander verminderd met de kosten van afschrijving.

  • 4 Bij de toepassing van het derde lid geldt een afschrijvingstermijn van drie jaren voor elektrisch aangedreven rolstoelen en van vijf jaren voor niet-elektrisch aangedreven rolstoelen.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 Bij doventolkzorg als bedoeld in artikel 12 van het Besluit, bestaat aanspraak op maximaal 30 uren zorg door een doventolk, dan wel indien de verzekerde doofblind is, aanspraak op maximaal 168 uren per kalenderjaar.

  • 2 In afwijking van het eerste lid bestaat aanspraak op meer uren, indien het niet verlenen van meer uren voor de verzekerde zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

  • 3 Aanspraak op zorg door een doventolk bestaat slechts indien de zorg minimaal 30 minuten duurt.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 Het onderzoek, bedoeld in artikel 17, eerste lid, van het Besluit, omvat onderzoek naar het voorkomen van Adrenogenitaal syndroom, Biotinidase deficiëntie, Congenitale hypothyreoïdie, Galactosemie, Cystic Fibrosis, Glutaar acidurie type I, G-CoA-lyase deficiëntie, Holocarboxylase synthase deficiëntie, Homocystinurie, Isovaleriaan acidemie, Long-chain hydroxyacyl-CoA dehydrogenase deficiëntie, Maple syrup urine disease, Medium-chain acylCoA dehydrogenase deficiëntie, 3-methylcrotonyl-CoAcarboxylase deficiëntie, Phenylketonurie, Sikkelcelziekte, Thalassemie, Tyrosinemie type I en Very long-chain acylCoA dehydrogenase deficiëntie en wordt uitgevoerd door een laboratorium dat daartoe door het Rijksinstituut voor volksgezondheid en milieu is aangewezen.

  • 2 Aanspraak op het onderzoek, bedoeld in het eerste lid, bestaat voor de zuigeling die de leeftijd van twee maanden nog niet heeft bereikt, en in zeer bijzondere gevallen voor oudere zuigelingen.

  • 3 Het onderzoek, bedoeld in het eerste lid, vindt in de regel plaats op de leeftijd van vier tot en met zeven dagen van betrokkene.

  • 4 Het laboratoriumonderzoek, bedoeld in het eerste lid, wordt uitgevoerd volgens de onderzoekmethoden, vastgesteld door het Rijksinstituut voor volksgezondheid en milieu, dat tevens voor dit laboratoriumonderzoek wordt aangewezen als referentie-instituut.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 Het vaccinatieprogramma van het Besluit omvat toediening van de hierna aangegeven vaccins, afgeleverd door of vanwege het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, aan de daartoe opgeroepen verzekerden:

    • a. in de leeftijd tot 1 maand het hepatitis B-vaccin indien de moeder van de verzekerde HbsAg-positief is;

    • b. in de leeftijd van 2–15 maanden: gecombineerd Difterie-, Kinkhoest-, Tetanus-, Poliomyelitis-vaccin gemengd met Haemophilus influenzae type b-vaccin en hepatitis B-vaccin alsmede geconjugeerd pneumokokkenvaccin;

    • c. in de leeftijd van 3–16 maanden: gecombineerd Difterie-, Kinkhoest-, Tetanus-, Poliomyelitis-vaccin gemengd met Haemophilus influenzae type b-vaccin en hepatitis B-vaccin alsmede geconjugeerd pneumokokkenvaccin;

    • d. in de leeftijd van 4–17 maanden: gecombineerd Difterie-, Kinkhoest-, Tetanus-, Poliomyelitis-vaccin gemengd met Haemophilus influenzae type b-vaccin en hepatitis B-vaccin alsmede geconjugeerd pneumokokkenvaccin;

    • e. in de leeftijd van 11–23 maanden: gecombineerd Difterie-, Kinkhoest-, Tetanus-, Poliomyelitis-vaccin gemengd met Haemophilus influenzae type b-vaccin en hepatitis B-vaccin alsmede geconjugeerd pneumokokkenvaccin;

    • f. in de leeftijd van 14–23 maanden: gecombineerd Bof-, Mazelen-, Rubella-vaccin alsmede geconjugeerd meningokokken C-vaccin;

    • g. geboren in het vierde kalenderjaar, voorafgaande aan het lopende kalenderjaar: gecombineerd Difterie-, Tetanus-, Polio-vaccin alsmede Kinkhoest-vaccin;

    • h. geboren in het negende kalenderjaar, voorafgaande aan het lopende kalenderjaar: gecombineerd Difterie-, Tetanus-, Polio-vaccin alsmede gecombineerd Bof-, Mazelen-, Rubella-vaccin.

  • 2 In bijzondere gevallen kan de toediening van de vaccins, genoemd in het eerste lid, aan een niet of niet volledig gevaccineerde verzekerde tot de leeftijd van negentien jaar worden aangemerkt als te geschieden in het kader van de uitvoering van het vaccinatieprogramma.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2014, 2882, datum inwerkingtreding 06-02-2014, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2014.

  • c. in de leeftijd van 3–16 maanden: gecombineerd Difterie-, Kinkhoest-, Tetanus-, Poliomyelitis-vaccin gemengd met Haemophilus influenzae type b-vaccin en hepatitis B-vaccin;

Hoofdstuk III. Procedurele voorwaarden en vergoedingen

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 De verzekerde heeft slechts aanspraak op de zorg, bedoeld in de artikelen 4, 5, 6, 8, 9, 9a en 13, eerste en tweede lid, van het Besluit, indien binnen twee weken na de aanvang van de zorg door of namens hem aan het uitvoeringsorgaan is gemeld met ingang van welke datum de zorg is aangevangen, welke zorg wordt geleverd en wie die zorg levert.

  • 2 De verzekerde heeft slechts aanspraak op de zorg, bedoeld in artikel 12 van het Besluit, indien hij aan de zorgverzekeraar een verklaring van de huisarts of behandelend keel-, neus en oorarts heeft overgelegd waaruit blijkt dat hij op die zorg is aangewezen.

  • 3 Het vierde lid is niet van toepassing indien de verzekerde:

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

De verzekerde heeft slechts aanspraak op tandheelkundige zorg die nodig is met het oog op een ernstige aangeboren of verworven tandheelkundige aandoening of een lichamelijke of geestelijke aandoening, indien de zorgverzekeraar vooraf toestemming heeft verleend.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 De verzekerde heeft slechts aanspraak op een rolstoel als bedoeld in artikel 3, indien de zorgverzekeraar daartoe vooraf toestemming heeft verleend.

  • 2 Voorafgaande toestemming is niet vereist voor zover het aanpassingen of herstel van een rolstoel betreft waarvan de kosten minder bedragen dan:

    • a. € 1 000, indien het een elektrisch aangedreven rolstoel betreft; en

    • b. € 500, indien het een niet-elektrisch aangedreven rolstoel betreft.

Hoofdstuk V. Overgangs- en slotbepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Artikel 15

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

De verzekerde die verblijft in een instelling als bedoeld in artikel 9 van het Besluit in verband met een psychiatrische aandoening dan wel in een instelling als bedoeld in artikel 13 van het Besluit, behoudt aanspraak op dat verblijf gedurende vier weken nadat een indicatiebesluit als bedoeld in artikel 9b, eerste lid, van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten is vastgesteld waaruit blijkt dat hij geïndiceerd is voor verblijf in een instelling als bedoeld in artikel 9 van het Besluit in verband met een somatische of psychogeriatrische aandoening, mits dat voortgezette verblijf verband houdt met een tekort aan plaatsingsmogelijkheden.

Artikel 16

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 In afwijking van artikel 6, eerste lid, wordt het hepatitis B-vaccin voor het eerst toegediend bij verzekerden die op of na 1 augustus 2011 zijn geboren.

  • 2 Het eerste lid is niet van toepassing op:

    • a. verzekerden met een moeder die HbsAg-positief is;

    • b. verzekerden met een ouder die afkomstig is uit een ander land dan een land, genoemd in bijlage 1;

    • c. verzekerden met het Downsyndroom.

Artikel 17

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 april 2003.

Artikel 18

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling zorgaanspraken AWBZ.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Staatssceretaris

voornoemd,

C. Ross-van Dorp

Bijlage 1. van de Regeling zorgaanspraken AWBZ

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Lijst van de landen, bedoeld in artikel 6, tweede lid, onderdeel a

Andorra

Australië

Bahamas

Barbados

België

Bermuda

Canada

Chili

Colombia

Costa Rica

Cuba

Cyprus

Denemarken

Duitsland

El Salvador

Estland

Finland

Frankrijk

Hongarije

Ierland

Luxemburg

Mexico

Monaco

Nederland

Nicaragua

Nieuw-Zeeland

Noorwegen

Oostenrijk

Paraguay

Peru

San Marino

Sri Lanka

Slowakije

Tsjechië

Uruguay

IJsland

Verenigd Koninkrijk

Verenigde Staten

Zweden

Zwitserland

Bijlage 2. van de Regeling zorgaanspraken AWBZ

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Bijlage behorende bij artikel 1, onderdelen e en f, van de Regeling zorgaanspraken AWBZ

ZZP 1 VV

[Red: Vervallen.]

ZZP 2 VV

[Red: Vervallen.]

ZZP 3 VV

[Red: Vervallen.]

Bijlage 248174.png
Bijlage 248175.png
Bijlage 248176.png
Bijlage 248177.png
Bijlage 248178.png

ZZP 9a VV

[Red: Vervallen.]

ZZP 9b VV

Herstelgerichte behandeling met verpleging en verzorging

Cliëntprofiel

Bij deze cliëntgroep heeft medisch-specialistische diagnostiek/interventie plaatsgevonden waarbij doorgaans sprake is geweest van een opname. Voorafgaand aan de interventie ontvingen (vrijwel) alle cliënten uit deze groep reeds behandeling in combinatie met verblijf. In aansluiting op de interventie is behoefte aan herstelgerichte behandeling die aanvullende integrale en multidisciplinaire aanpak vereist. De medisch-specialistische diagnostiek/interventie is afgerond. Naast de aandoening waarvoor de cliënt (aanvullende) behandeling ontvangt heeft de cliënt ook andere problemen in de zin van kwetsbaarheid en comorbiditeit (zoals problemen met de bloedsomloop, psychogeriatrische aandoeningen, het bewegingsapparaat en/of metabole stoornissen), hetgeen leidt tot instabiliteit, complicaties en verminderde leer- en trainbaarheid. Herstel tot het niveau van functioneren van vóór de acute aandoening wordt nagestreefd.

Aanvullend op de herstelgerichte behandeling kan functionele diagnostiek noodzakelijk zijn. Deze aanvullende functionele diagnostiek is vooral gericht op het beperkingenniveau van de cliënt, het onderzoeken welke behandeldoelen haalbaar zijn en het onderzoeken van behandelmogelijkheden (verbeteren van het functioneren van de verzekerde voor zover mogelijk, voorkomen van verergering van beperkingen en het zo lang mogelijk handhaven van zelfstandigheid).

De cliënten hebben ten aanzien van sociale redzaamheid op alle aspecten in ieder geval hulp en vaak overname van zorg nodig. Er is bij deze cliënten sprake van vergaand verlies van zelfregie. Er kan sprake zijn van zwerfgedrag. De cliënten hebben geen grip meer op hun eigen doen en laten.

Cliënten hebben ten aanzien van de verschillende psychosociale/cognitieve functies continu hulp, toezicht en sturing nodig, omdat de cliënten veel beperkingen hebben met betrekking tot oriëntatie, concentratie, geheugen en denken. Er is vaak sprake van desoriëntatie naar tijd, plaats en persoon.

Ten aanzien van ADL hebben cliënten op alle aspecten hulp of overname van zorg nodig, waaronder eten en drinken, kleine verzorgingstaken, de persoonlijke zorg voor tanden, haren, nagels en huid, de toiletgang, het wassen en kleden.

Ten aanzien van mobiliteit hebben de cliënten vaak hulp of overname van zorg nodig. Gedurende de verblijfsperiode vermindert de mobiliteitsproblematiek substantieel.

In het kader van herstel is verpleegkundige aandacht nodig.

De cliënten kunnen soms gedragproblematiek vertonen. Dit betreft met name dwangmatig gedrag, ongecontroleerd/ontremd gedrag of reactief gedrag met betrekking tot interactie.

Meestal is geen sprake van psychiatrische problematiek.

De aard van het begeleidingsdoel is veelal gericht op stabilisatie, soms op ontwikkeling of begeleiding bij achteruitgang.

Het beperkingenbeeld van de cliënt verandert langzaam.

De cliënten hebben een tijdelijke behoefte (2-6 maanden)aan extra behandeling en zorg, op meerdere momenten per dag. De zorgverlening is voortdurend in de nabijheid te leveren. Bij deze cliëntgroep is sprake van een multidisciplinaire inzet van behandelaars, waarbij specialistische deskundigheid op het gebied van ouderengeneeskunde noodzakelijk is.

De dominante grondslag is meestal een somatische of psychogeriatrische ziekte/ aandoening.

Gemiddelde scores beperkingen

Bijlage 249547.png
 

Aard van de psychiatrische problematiek

Bijlage 249548.png
 

Aard van het begeleidingsdoel

Bijlage 249549.png
 
 

Functies en tijd per cliënt per week

Woonzorg

Dagbesteding

Behandelaars (BH)

Totaaltijd

Functie

BG

PV

VP

Is integraal onderdeel van het ZZP.

Bij de zorgverlening zijn behandelaars betrokken.

Inclusief dagbesteding: 18,0 tot 22,0 uur

 

ja

Ja

Ja

Verblijfskenmerken

Setting: beschermd verblijf.

Nachtdienst: wakende wacht.

Leveringsvoorwaarde: voortdurend in de nabijheid.

Bijlage 248181.png
Bijlage 251540.png
Bijlage 251541.png
Bijlage 248184.png
Bijlage 248185.png
Bijlage 248186.png
Bijlage 248187.png
Bijlage 248188.png
Bijlage 251542.png
Bijlage 251543.png
Bijlage 248191.png
Bijlage 248192.png
Bijlage 248193.png
Bijlage 248194.png
Bijlage 251544.png
Bijlage 251545.png
Bijlage 248197.png
Bijlage 248198.png
Bijlage 248199.png
Bijlage 248200.png
Bijlage 248201.png
Bijlage 248202.png
Bijlage 248203.png
Bijlage 248204.png
Bijlage 248205.png
Bijlage 248206.png
Bijlage 248207.png
Bijlage 248208.png
Bijlage 248209.png
Bijlage 248210.png
Bijlage 248211.png
Bijlage 248212.png
Bijlage 248213.png
Bijlage 248214.png
Bijlage 248215.png
Bijlage 248216.png
Bijlage 248217.png
Bijlage 248218.png
Bijlage 248219.png
Bijlage 248220.png
Bijlage 248221.png
Bijlage 248222.png
Bijlage 248223.png
Bijlage 248224.png
Bijlage 248225.png