Verordening instelling van een onderwijsfonds aanvoersector

[Regeling vervallen per 01-01-2008.]
Geraadpleegd op 18-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 28-11-2009.
Geldend van 01-04-2003 t/m 31-12-2007

Verordening instelling van een onderwijsfonds aanvoersector

Het bestuur van het Productschap Vis heeft,

gelet op de artikelen 93, 95 en 126 van de Wet op de bedrijfsorganisatie en op de artikelen 5, 6 en 9 van de Instellingsverordening Productschap Vis , op 27 maart 2003 de navolgende verordening vastgesteld.

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

In deze verordening wordt verstaan onder:

Productschap

:

het Productschap Vis;

Bestuur

:

het bestuur van het Productschap;

Dagelijks bestuur

:

het dagelijks bestuur van het Productschap;

Commissie

aanvoeraangelegenheden

:

:

de commissie aanvoeraangelegenheden, welke is ingesteld door

het bestuur;

Fonds

:

het fonds genoemd in artikel 2;

Ondernemer

:

degene die een onderneming drijft waarvoor het Productschap is ingesteld;

Mosselen

:

schelpdieren van het geslacht mytilus en van het geslacht perna;

Vis

:

alle door uitoefening van de zee- of kustvisserij in de zin van artikel 1, vierde lid, van de Visserijwet 1963 (Stb. 312), verkregen soorten vis of delen hiervan, ongeacht of deze vis op enigerlei wijze is be- of verwerkt, met uitzondering van mosselen en oesters;

Aanvoerder

:

een ondernemer die vis en/of mosselen aanvoert.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

  • 1 Er is een Onderwijsfonds aanvoersector.

  • 2 De middelen van het fonds maken deel uit van het vermogen van het Productschap en mogen een bedrag van 450.000,-- Euro niet overschrijden.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

De baten van het fonds bestaan uit:

  • a. de opbrengsten voortkomend uit de inning van (bestemmings-) heffingen, verminderd met eventuele inningskosten;

  • b. rente van belegde gelden;

  • c. andere baten, met uitzondering van de opbrengst van heffingen wegens het invoeren uit staten die lid zijn van de Europese Unie of partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

De middelen van het fonds zijn bestemd voor:

  • a. het verlenen van geldelijke steun voor de bevordering van de opleiding voor het vissersberoep in de meest ruime zin van het woord;

  • b. het verlenen van geldelijke steun om het tot stand komen van goede leermiddelen ten dienst van het visserijonderwijs te bevorderen;

  • c. andere uitgaven ten bate van de opleiding voor het vissersberoep in de meest ruime zin van het woord;

  • d. het verstrekken van renteloze voorschotten, waarvan de terugbetaling wordt kwijtgescholden indien de betrokkene na het voltooien van zijn opleiding en onmiddellijk daarop aansluitend gedurende 3 jaren heeft gevaren op een Nederlands vissersvaartuig, t.b.v. van:

    • 1. personen die een opleiding volgen voor één van de diploma’s ingevolge de Wet op de Zeevisvaartdiploma's;

    • 2. andere daarvoor naar het oordeel van het bestuur in aanmerking komende categorieën van personen.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

  • 1 Het bestuur beslist over de bestemming van de middelen van het fonds.

  • 2 Het bestuur neemt geen besluit over de bestemming van de middelen van het fonds dan na advies van de Commissie aanvoeraangelegenheden.

  • 3 De toekenning van renteloze voorschotten, als bedoeld in artikel 4 onder d, geschiedt door het bestuur van het Productschap Vis.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Het fonds kan door het bestuur worden opgeheven, in welk geval de voorzitter als liquidateur optreedt en het bestuur aan een eventueel liquidatiesaldo een bestemming geeft ten behoeve van de aanvoersector.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

  • 1 Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 april 2003.

  • 2 De Verordening instelling van een onderwijsfonds voor de aanvoersector wordt ingetrokken.

  • 3 Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening instelling van een onderwijsfonds aanvoersector.

Namens het bestuur van het Productschap,

P.J.H.M. Loonen,

voorzitter

G.J. van Balsfoort,

secretaris

Goedgekeurd door de Bestuurskamer van de Sociaal-Economische Raad bij besluit van 22 mei 2003 en door de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij bij beschikking van 13 mei 2003, nummer TRCJZ/2003/3304.