Stcrt. 2006, 236, datum inwerkingtreding 06-12-2006, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2006.
Inrichting ziekteverzuimadministratie van eigenrisicodrager; controle op de uitvoering
ZW door de eigenrisicodrager
1 De eigenrisicodrager richt zijn ziekteverzuimadministratie als volgt in:
-
a. Registratie vindt plaats op persoonsniveau;
-
b. De eigenrisicodrager registreert terzake van een persoon als bedoeld in artikel 40,
eerste lid, onderdeel a, van de Wfsv:
-
1° sofinummer;
-
2° naam;
-
3° de periode van ongeschiktheid en een overzicht van eerdere perioden van ongeschiktheid;
-
4° motivering waarom het een persoon betreft als bedoeld in artikel 40, eerste lid, onderdeel
a, van de Wfsv;
-
5° weigering van ZW-uitkering en de motivering daarvan;
-
6° hoogte van het dagloon en motivering van de totstandkoming daarvan;
-
7° hoogte van de brutodaguitkering ZW en motivering van de totstandkoming daarvan;
-
8° aanvang, duur en einde van het recht op ZW-uitkering en motivering van de totstandkoming
daarvan;
-
9° de periode waarover ZW-uitkering is betaald.
-
10° de periode waarover een voorschot is betaald.
2 De eigenrisicodrager neemt ten aanzien van de verzuimadministratie bedoeld in het
eerste lid de volgende bewaartermijnen in acht:
De termijnen vangen aan op 1 januari van het jaar volgend op het jaar waarin de laatste
handeling aan het dossier heeft plaatsgevonden.
3 Het UWV voert periodiek controle uit op de uitvoering van de ZW door de eigenrisicodrager.
De eigenrisicodrager verschaft het UWV hiertoe toegang tot de benodigde gegevens.
4 Indien de uitkomsten van de controle daartoe aanleiding geven, is het UWV bevoegd
om de eigenrisicodrager ten behoeve van de door de eigenrisicodrager te verrichten
werkzaamheden instructies te geven.
5 Indien de eigenrisicodrager zich niet of niet voldoende aan de in het vierde lid bedoelde
instructies houdt, is het UWV bevoegd te bepalen dat de eigenrisicodrager in afwijking
van artikel 2 gedurende een door het UWV vastgestelde periode voorstellen voor beslissingen
ingevolge de ZW, of onderdelen daarvan aan het UWV voorlegt.
6 Gedurende de in het vijfde lid bedoelde periode legt de eigenrisicodrager een voorstel
voor een beslissing voor aan het UWV op een door het UWV daartoe beschikbaar gesteld
formulier.
7 De eigenrisicodrager stuurt het in het zesde lid bedoelde formulier aan het UWV zo
spoedig mogelijk nadat hem is gebleken dat een beslissing genomen moet worden.
8 Met het in het zesde lid bedoelde voorstel voor een beslissing worden alle stukken
meegezonden die relevant zijn voor het nemen van een beslissing, of onderdelen daarvan.
9 Indien de eigenrisicodrager het voorstel naar het oordeel van het UWV niet of niet
voldoende zorgvuldig heeft voorbereid, wordt de eigenrisicodrager in de gelegenheid
gesteld dit verzuim te herstellen binnen een hem door het UWV gestelde termijn.
10 Indien de eigenrisicodrager binnen de gestelde termijn het verzuim niet of niet voldoende
heeft hersteld, verricht het UWV de werkzaamheden als bedoeld in artikel 63a, eerste
lid, van de ZW, of onderdelen daarvan.
11 Beslissingen als bedoeld in artikel 52c, eerste, tweede en vierde lid ZW deelt het
UWV zo spoedig mogelijk aan de eigenrisicodrager mee.
12 De overige beschikkingen maakt het UWV zo spoedig mogelijk bekend.