Besluit van de Minister van Justitie van 9 april 2003, kenmerk 5220453/503/CBK, strekkende
tot aanwijzing van buitengewoon opsporingsambtenaren van politie bij het regionale
politiekorps Noord-Holland Noord
De Minister van Justitie,
Gelet op artikel 142, eerste lid, onder b, van het Wetboek van Strafvordering, artikel 17,
eerste lid, aanhef en onder ten tweede, van de Wet op de economische delicten, artikel 8, eerste, derde en zevende lid, en artikel 9, van de Politiewet 1993;
Handelende in overeenstemming met de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en
Milieubeheer, van Algemene Zaken, van Buitenlandse Zaken, van Defensie, van Financiën,
van Economische Zaken, van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, van Verkeer en Waterstaat,
van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;