Motorrijtuigenbelasting, bijzonder tarief, berekening teruggaaf voor een registratie met een beginnend kort tijdvak

[Regeling vervallen per 16-06-2010.]
Geraadpleegd op 20-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 15-07-2011 en zichtdatum 19-12-2024.
Geldend van 16-04-2003 t/m 15-06-2010

Motorrijtuigenbelasting, bijzonder tarief, berekening teruggaaf voor een registratie met een beginnend kort tijdvak

De Directeur-Generaal Belastingdienst heeft namens de Staatssecretaris van Financiën het volgende besloten.

Inleiding

[Regeling vervallen per 16-06-2010]

Op grond van de artikelen 18 en 20 van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 (Wet MB ’94) wordt er teruggaaf van belasting verleend over het nog niet verstreken deel van het lopende tijdvak en over de nog niet aangevangen tijdvakken op het tijdstip waarop het motorrijtuig van houder wisselt dan wel het houderschap daarvan wordt beëindigd of de geldigheid van het kentekenbewijs van het motorrijtuig is geschorst.

Deze teruggaaf wordt ook verleend voor motorrijtuigen waarvoor het bijzondere tarief van artikel 30 Wet MB’94 van toepassing is. Voor deze motorrijtuigen is de belasting in één keer over vier aaneensluitende tijdvakken betaald. Veelal zijn dit vier tijdvakken van drie maanden. In een aantal gevallen beslaat het eerste tijdvak een periode welke korter is dan drie maanden. Deze registraties leveren bij het berekenen van de hoogte van de teruggaaf via verschillende berekeningswijzen verschillende uitkomsten op.

Door de complexiteit van de materie is het op het moment van voldoening van de motorrijtuigenbelasting naar het bijzondere tarief over een periode van vier tijdvakken, waarbij het eerste tijdvak korter is dan drie maanden, voor belastingplichtigen niet altijd duidelijk wat voor hen het gunstigst is. Óf het eerste, korte tijdvak voldoen naar het reguliere tarief en vervolgens over vier tijdvakken van drie maanden ineens de belasting voldoen naar het bijzondere tarief, óf over de vier tijdvakken, inclusief het korte tijdvak, ineens betalen naar het bijzondere tarief. Bij het berekenen van een te verlenen teruggaaf moet rekening worden gehouden met het bestaan van deze keuzemogelijkheid voor belastingplichtigen.

Rekenmethoden

[Regeling vervallen per 16-06-2010]

In sommige gevallen is het bij het berekenen van de teruggaaf door de Belastingdienst voor belastingplichtige voordeliger dat de gedane betaling naar het bijzondere tarief wordt beschouwd als betaling naar het reguliere tarief. In andere gevallen is het voordeliger dat de teruggaaf conform het bijzondere tarief wordt berekend.

De teruggaaf wordt door de Belastingdienst bij een registratie met een beginnend kort tijdvak altijd volgens beide methoden berekend. De hoogte van de teruggaaf berekend via deze methoden is mede afhankelijk van de lengte van het beginnende korte tijdvak en de terug te geven periode.

Goedkeuring

[Regeling vervallen per 16-06-2010]

Wanneer blijkt dat de teruggaaf die berekend is naar het reguliere tarief hoger is dan de teruggaaf die berekend is naar het bijzondere tarief, wordt teruggaaf verleend op grond van de eerstgenoemde rekenmethode.

In overige gevallen wordt de teruggaaf verleend op grond van het bijzondere tarief.

Voorbeeld

Belanghebbende heeft recht op het bijzondere tarief. Hij/zij heeft € 1.021 (tarief voor 3 maanden) voldaan voor de periode 26 april tot en met 28 januari. Hier is sprake van een kort tijdvak van 26 t/m 28 april. Belanghebbende schorst zijn/haar motorrijtuig op 23 mei.

Teruggaaf volgens bijzonder tarief
   

Bedrag

Teruggaaf

1

Betaling toerekenen aan vier tijdvakken

   
 

26 april t/m 28 april

€ 255,25

 
 

29 april t/m 28 juli

€ 255,25

 
 

29 juli t/m 28 oktober

€ 255,25

 
 

29 oktober t/m 28 januari

€ 255,25

 

2

Teruggaaf n.a.v. schorsing per 23 mei.

   
 

Teruggaaf over het tijdvak 29 juli t/m 28 januari

€ 510,50

€ 510,50

 

Teruggaaf over de periode 23 mei t/m 28 juli

   
 

23 mei tot 23 juli = 60 dagen

   
 

23 juli t/m 28 juli = 6 dagen

   
 

berekening 66/90 × € 255,25

€ 187,18

€ 187,18

       

3

Totale teruggaaf bedraagt

 

€ 697,68

 

Afgerond

 

€ 698,00

Teruggaaf volgens regulier tarief
   

Bedrag

Teruggaaf

1

Verschuldigd over tijdvak van 26 t/m 28 april

   
 

Berekening 3/90 × € 1021 (tarief voor 3 mnd)

€ 34,03

 
 

Afgerond

€ 34,00

 

2

2e tijdvak loopt van 29 april t/m 28 juli

   

3

Teruggaaf n.a.v. schorsing per 23 mei

   
 

Teruggaaf over de periode 23 mei t/m 28 juli

   
 

23 mei tot 23 juli = 60 dagen

   
 

23 juli t/m 28 juli = 6 dagen

   
 

berekening 66/90 × € 1.021

€ 748,73

€ 749,00

4

Totale teruggaaf bedraagt

   
 

€ 749 – € 34

 

€ 715,00

De teruggaaf berekend naar het reguliere tarief is in dit voorbeeld hoger. Dit is de teruggaaf die zal worden verleend.