Tijdelijke aanvullende stimuleringsregeling regulier maken 10.000 ID-banen

[Regeling vervallen per 01-07-2006.]
Geraadpleegd op 18-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 09-02-2017.
Geldend van 15-02-2004 t/m 30-06-2006

Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, M. Rutte, van 22 april 2003, Directie Arbeidsmarktbeleid Bijzondere Groepen, Nr. ABG/GA/2003/32256, houdende regels inzake de verstrekking van een eenmalige subsidie, in aanvulling op de op grond van de Tijdelijke stimuleringsregeling regulier maken 10.000 ID-banen verstrekte subsidie aan werkgevers in de sectoren zorg, welzijn, jeugdhulpverlening, cultuur en kinderopvang (Tijdelijke aanvullende stimuleringsregeling regulier maken 10.000 ID-banen)

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, M. Rutte,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, C.H.J. Van Leeuwen, en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, K.L. Phoa;

Gelet op de artikelen 3, eerste lid, 5 en 8, eerste lid, van de Kaderwet SZW-subsidies;

Besluit:

Artikel 1. Definities

[Regeling vervallen per 01-07-2006]

  • 2 Artikel 1 van de Stimuleringsregeling is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 2. Aanvullende subsidie aan werkgever

[Regeling vervallen per 01-07-2006]

  • 1 De minister verstrekt een subsidie aan een werkgever indien:

    • a. aan die werkgever een subsidie wordt verstrekt op grond van de Stimuleringsregeling;

    • b. die werkgever of de ID-dienstbetrekking bij die werkgever blijkens de in de door hem ingediende aanvraag, bedoeld in artikel 4, opgegeven sector gerekend wordt tot een van de sectoren, genoemd in artikel 3, eerste en tweede lid, en

    • c. de opgave van die sector niet kennelijk onjuist is.

  • 2 De subsidie wordt verleend onder de voorwaarde dat de in het eerste lid bedoelde sector dezelfde is als de door burgemeester en wethouders in de verklaring, bedoeld in artikel 6, eerste lid, onderdeel b, van de Stimuleringsregeling op te geven sector.

  • 3 Indien niet is voldaan aan de voorwaarde, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, of de voorwaarde, bedoeld in het tweede lid, wordt de werkgever in de gelegenheid gesteld aan te tonen tot welke sector de werkgever of de ID-dienstbetrekking gerekend moet worden. Indien de werkgever dit niet binnen drie weken na ontvangst van een schriftelijk verzoek daartoe aantoont wordt geen subsidie verstrekt.

Artikel 3. Subsidieplafond

[Regeling vervallen per 01-07-2006]

  • 1 Subsidies als bedoeld in artikel 2, eerste lid, worden verstrekt voor ten hoogste:

    • a. 2554 aanvragen uit de sector zorg;

    • b. 907 aanvragen uit de sector welzijn;

    • c. 32 aanvragen uit de sector jeugdhulpverlening.

  • 2 Voor de verstrekking van de subsidies, bedoeld in artikel 2, eerste lid, voor aanvragen uit de volgende sectoren is beschikbaar:

    • a. cultuur: € 3.375.000, waarvan € 500.000,– in het jaar 2004;

    • b. kinderopvang: € 1.800.000.

  • 3 De ingevolge het eerste en tweede lid beschikbare subsidies worden verdeeld in volgorde van ontvangst van de volledige aanvragen, bedoeld in artikel 4.

Artikel 4. Subsidieaanvraag

[Regeling vervallen per 01-07-2006]

De door de werkgever ingediende aanvraag voor subsidie op grond van de Stimuleringsregeling wordt aangemerkt als een aanvraag voor een subsidie als bedoeld in artikel 2, eerste lid.

Artikel 5. Hoogte subsidie, tijdvak en betaling

[Regeling vervallen per 01-07-2006]

  • 1 De subsidie, bedoeld in artikel 2, eerste lid, bedraagt in geval van een reguliere dienstbetrekking met een arbeidsduur van 32 uren of meer per week:

    • a. voor de sector zorg € 3500;

    • b. voor de sector welzijn € 4000;

    • c. voor de sector jeugdhulpverlening € 3500;

    • d. voor de sector cultuur € 9000;

    • e. voor de sector kinderopvang € 2500.

  • 2 De subsidie, bedoeld in het eerste lid, wordt naar rato van 32 uren verminderd wanneer de arbeidsduur van de reguliere dienstbetrekking minder dan 32 uren per week bedraagt.

  • 3 De subsidie wordt verleend voor een tijdvak dat eindigt op de datum waarop het tijdvak eindigt waarvoor de subsidie op grond van de Stimuleringsregeling wordt verleend.

Artikel 6. Stimuleringsregeling van overeenkomstige toepassing

[Regeling vervallen per 01-07-2006]

De artikelen 2, 5, 6 en 8 tot en met 14 van de Stimuleringsregeling zijn van overeenkomstige toepassing.

ArtikelInwerkingtreding 7

[Regeling vervallen per 01-07-2006]

  • 1 Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 juli 2006.

  • 2 De regeling blijft van toepassing op de financiële afwikkeling van de op basis van deze regeling verstrekte subsidies.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 22 april 2003

De

Staatssecretaris

van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

M. Rutte