-
a. Onze Minister: Onze Minister van Verkeer en Waterstaat;
-
b. spoorweg: weg bestemd voor verkeer over spoorstaven of geleiderails;
-
c. spoorweginfrastructuur: spoorwegen en daarbij behorende spoorweginfrastructuur als
bedoeld in bijlage 1, onderdeel A, van Verordening (EEG) nr. 2598/70 van de Europese Commissie van 18 december 1970 (PbEG L 278);
-
d. rechthebbende: eigenaar, bezitter of degene die een recht van erfpacht, opstal, vruchtgebruik,
gebruik, huur of pacht heeft;
-
e. spoorvoertuig: voertuig, bestemd voor het verkeer over spoorwegen;
-
f. spoorwegonderneming: spoorwegonderneming als bedoeld in richtlijn 95/18/EG alsmede iedere andere onderneming die gebruik maakt of beoogt te maken van de spoorweg
en daarvoor de beschikking heeft over tractie;
-
g. lidstaat: lidstaat van de Europese Unie of een andere staat die partij is bij de Overeenkomst
betreffende de Europese Economische Ruimte;
-
h. beheerder: houder van een concessie als bedoeld in artikel 16, eerste lid;
-
i. keuringsinstantie: instantie aangewezen op grond van artikel 93;
-
j. veiligheidsfunctie: functie van bestuurder van een spoorvoertuig of een andere, bij
algemene maatregel van bestuur omschreven, functie binnen het spoorwegverkeerssysteem
die van aanmerkelijke invloed is op de veiligheid van het spoorverkeer;
-
k.
richtlijn 91/440/EEG: richtlijn nr. 91/440/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 29 juli 1991 betreffende de ontwikkeling
van de spoorwegen in de Gemeenschap (PbEG L 237);
-
l.
richtlijn 95/18/EG: richtlijn nr. 95/18/EG van de Raad van de Europese Unie van 19 juni 1995 betreffende de verlening van vergunningen
aan spoorwegondernemingen (PbEG L 143);
-
m.
richtlijn 2001/14/EG: richtlijn nr. 2001/14/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 26 februari 2001 inzake
de toewijzing van spoorweginfrastructuurcapaciteit en de heffing van rechten voor
het gebruik van spoorweginfrastructuur (PbEG L 75);
-
n. richtlijn 2004/49/EG: richtlijn nr. 2004/49/EG van het Europees Parlement en de Raad
van de Europese Unie van 29 april 2004 inzake de veiligheid op communautaire spoorwegen
en tot wijziging van Richtlijn 95/18/EG van de Raad betreffende de verlening van vergunningen
aan spoorwegondernemingen en van Richtlijn 2001/14/EG van de Raad inzake de toewijzing
van spoorweginfrastructuurcapaciteit en de heffing van rechten voor het gebruik van
spoorweginfrastructuur alsmede inzake veiligheidscertificering (Spoorwegveiligheidsrichtlijn)
(PbEU L 220);
-
o. richtlijn 2007/59/EG: richtlijn nr. 2007/59/EG van het Europees Parlement en de Raad
van de Europese Unie van 23 oktober 2007 inzake de certificering van machinisten die
locomotieven en treinen op het spoorwegsysteem van de Gemeenschap besturen (PbEU L 315);
-
p. richtlijn 2008/57/EG: richtlijn nr. 2008/57/EG van het Europees Parlement en de Raad
van de Europese Unie van 17 juni 2008 betreffende de interoperabiliteit van het spoorwegsysteem
in de Gemeenschap (PbEU L 191);
-
q. aangemelde instantie: aangemelde instantie als bedoeld in artikel 2, onderdeel j,
van richtlijn 2008/57/EG;
-
r. bevoegdheidsbewijs: bevoegdheidsbewijs als bedoeld in artikel 3, onderdeel j van richtlijn
2007/59/EG;
-
s. interoperabiliteitsonderdeel: interoperabiliteitsonderdeel als bedoeld in artikel
2, onderdeel f, van richtlijn 2008/57/EG;
-
t. machinistenvergunning: vergunning als bedoeld in artikel 4 van richtlijn 2007/59/EG;
-
u. subsysteem: subsysteem van structurele aard als bedoeld in bijlage II van richtlijn
2008/57/EG;
-
v. technische specificatie inzake interoperabiliteit: technische specificatie inzake
interoperabiliteit als bedoeld in artikel 2, onderdeel i, van richtlijn 2008/57/EG;
-
w. verbetering: verbetering als bedoeld in artikel 2, onderdeel m, van richtlijn 2008/57/EG;
-
x. vernieuwing: vernieuwing als bedoeld in artikel 2, onderdeel n, van richtlijn 2008/57/EG;
-
y. raad van bestuur NMa: raad van bestuur van de mededingingsautoriteit, bedoeld in artikel 2 van de Mededingingswet.