Tijdelijke stimuleringsregeling intensivering opsporing en controle Abw

[Regeling vervallen per 01-01-2008.]
Geraadpleegd op 30-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2005 en zichtdatum 29-01-2006.
Geldend van 01-01-2005 t/m 28-01-2006

Besluit van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, M. Rutte, van 29 april 2003, nr. BOB/2003/20087 houdende/tot tot het verstrekken van subsidie teneinde een intensivering van de opsporing en controle in het kader van de Algemene bijstandswet en aanverwante wetten te bewerkstelligen (Tijdelijke stimuleringsregeling intensivering opsporing en controle Abw)

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, M. Rutte,

Gelet op artikel 3, eerste lid, en artikel 5 van de Kaderwet SZW-subsidies;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

In deze regeling wordt verstaan onder:

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2006, 20, datum inwerkingtreding 29-01-2006, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2005.

Begripsbepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. opsporing: de opsporing van misbruik in het kader van de Algemene bijstandswet, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen of de Wet inkomensvoorziening kunstenaars, door ambtenaren in dienst van een gemeente, die op grond van artikel 142 van het Wetboek van Strafvordering met de opsporing van strafbare feiten zijn belast;

  • b. opsporingssamenwerkingsverband: een organisatorisch verband waarin colleges van burgemeester en wethouders van twee of meer gemeenten op het terrein van de opsporing samenwerken op basis van een daartoe strekkende overeenkomst;

  • c. intentieverklaring: een verklaring waaruit blijkt dat colleges van burgemeester en wethouders van twee of meer gemeenten voornemens zijn om een opsporingssamenwerkingsverband tot stand te brengen, dan wel een bestaand opsporingssamenwerkingsverband uit te breiden;

  • d. overeenkomst: een geschrift waaruit blijkt dat tussen colleges van burgemeester en wethouders van twee of meer gemeenten overeenstemming bestaat dat een opsporingssamenwerkingsverband tot stand wordt gebracht, dan wel dat een bestaand opsporingssamenwerkingsverband wordt uitgebreid;

  • e. kosten opsporingssamenwerkingsverband: de eenmalige kosten die in de periode voorafgaande aan de operationele start van het opsporingssamenwerkingsverband worden gemaakt, alsmede de eenmalige kosten voor uitbreiding van een bestaand opsporingssamenwerkingsverband, welke kosten niet terugkomen in de jaarlijkse exploitatie van het opsporingssamenwerkingsverband;

  • f. controle: via huisbezoeken of bezoeken aan bedrijven verifiëren van de voor het recht op uitkering op grond van de Algemene bijstandswet, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen of de Wet inkomensvoorziening kunstenaars van belang zijnde gegevens;

  • g. fte: arbeidsplaats op basis van een volledige werkweek;

  • h. aantal uitkeringen: het totaal aantal uitkeringen dat op 31 december 2002 op grond van de Algemene bijstandswet, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen en de Wet inkomensvoorziening kunstenaars tezamen, wordt verstrekt in de gemeente van de subsidieaanvrager, dan wel binnen het opsporingssamenwerkingsverband dat de subsidieaanvrager vertegenwoordigt;

  • i. uitbreiding van de gemeentelijke personele formatie op onderscheidenlijk het gebied van de opsporing en de controle: de toename van de gemeentelijke personele formatie op onderscheidenlijk het gebied van de opsporing en de controle met een of meer fte's ten opzichte van de gemeentelijke formatie op onderscheidenlijk het gebied van de opsporing en de controle, zoals die op 31 december 2002 formeel bestond;

  • j. de Minister: de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Artikel 1a

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Voor de uitvoering van deze regeling wordt voor zover de regeling betrekking heeft op de periode na 1 januari 2004 met ingang van die datum in plaats van ‘Abw’ gelezen: WWB, en in plaats van ‘Algemene bijstandswet’ gelezen: Wet werk en bijstand.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2006, 20, datum inwerkingtreding 29-01-2006, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2005.

1 Voor de uitvoering van deze regeling wordt voor zover de regeling betrekking heeft op de periode na 1 januari 2004 met ingang van die datum in plaats van ‘Abw’ gelezen: WWB, en in plaats van ‘Algemene bijstandswet’ gelezen: Wet werk en bijstand.

2 Voor de uitvoering van deze regeling wordt voor zover de regeling betrekking heeft op de periode na 1 januari 2005 met ingang van die datum in plaats van ‘Wet inkomensvoorziening kunstenaars’ gelezen: Wet werk en inkomen kunstenaars.

Artikel 2. Subsidie intensivering opsporing en controle

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

De Minister kan op aanvraag subsidie verstrekken ter stimulering van:

  • a. de uitbreiding van de gemeentelijke personele formatie op onderscheidenlijk het gebied van de opsporing en de controle, of

  • b. de totstandkoming of de uitbreiding van een opsporingssamenwerkingsverband.

Artikel 3. Subsidieplafond

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

  • 1 Het subsidieplafond voor het verlenen van subsidie ten behoeve van de uitbreiding van de gemeentelijke personele formatie op het gebied van opsporing bedraagt:

    • a. voor het kalenderjaar 2003, € 500.000,-;

    • b. voor het kalenderjaar 2004, € 1.000.000,-;

    • c. voor het kalenderjaar 2005, € 1.600.000,-;

    • d. voor het kalenderjaar 2006, € 2.000.000,-.

  • 2 Het subsidieplafond voor verlenen van subsidie ten behoeve van de uitbreiding van de gemeentelijke personele formatie op het gebied van controle bedraagt:

    • a. voor het kalenderjaar 2003, € 1.000.000,-;

    • b. voor het kalenderjaar 2004, € 3.100.000,-;

    • c. voor het kalenderjaar 2005, € 5.100.000,-;

    • d. voor het kalenderjaar 2006, € 7.600.000,-.

  • 3 Het subsidieplafond voor het in het kalenderjaar 2003 verlenen van subsidie ten behoeve van de totstandkoming of de uitbreiding van een opsporingssamenwerkingsverband bedraagt € 6.697.000,-.

  • 4 Indien toekenning van een subsidieaanvraag in een kalenderjaar zou leiden tot overschrijding van het voor het desbetreffende kalenderjaar of enig daarop volgend kalenderjaar vastgestelde subsidieplafond, wordt de subsidie geweigerd en de subsidieaanvraag, voorzover die betrekking heeft op de uitbreiding van de gemeentelijke personele formatie op onderscheidenlijk het gebied van de opsporing en de controle, in het kalenderjaar volgend op het kalenderjaar waarin de overschrijding van het subsidieplafond zich zou voordoen, bij voorrang in behandeling genomen.

Artikel 4. Subsidieaanvrager

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

  • 1 De subsidie wordt aangevraagd door het college van burgemeester en wethouders van een gemeente, dan wel, indien de subsidie wordt aangevraagd ten behoeve van een opsporingssamenwerkingsverband, door het college van burgemeester en wethouders, dat daartoe door de colleges van burgemeester en wethouders die betrokken zijn bij de intentieverklaring of de overeenkomst, is aangewezen.

  • 2 De subsidie wordt verstrekt aan de subsidieaanvrager.

Artikel 5. Subsidieaanvraag

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

  • 1 De subsidieaanvrager maakt bij de indiening van de aanvraag gebruik van het daarvoor door de Minister verstrekte formulier, dat is ingericht overeenkomstig het model van bijlage 1 van deze regeling.

  • 2 Bij de aanvraag met betrekking tot de uitbreiding van de gemeentelijke personele formatie op onderscheidenlijk het gebied van de opsporing en de controle wordt overgelegd:

    • a. een opgave van de brutosalariskosten per kalenderjaar die voor subsidie in aanmerking worden gebracht, en

    • b. gegevens met betrekking tot de omvang van de gemeentelijke personele formatie op onderscheidenlijk het gebied van de opsporing of de controle, zoals die op 31 december 2002 formeel bestond.

  • 3 Indien de aanvraag, bedoeld in het tweede lid, wordt gedaan ten behoeve van een opsporingssamenwerkingsverband, wordt bij de aanvraag tevens overgelegd de bescheiden, bedoeld in het vierde lid.

  • 4 Bij de aanvraag met betrekking tot de totstandkoming of de uitbreiding van een opsporingssamenwerkingsverband wordt overgelegd:

    • a. een door de colleges van burgemeester en wethouders die betrokken zijn bij de intentieverklaring of de overeenkomst ondertekend document, waaruit blijkt dat het college van burgemeester en wethouders dat de subsidie aanvraagt, daartoe door hen is aangewezen, en

    • b. een afschrift van de intentieverklaring of de overeenkomst.

  • 5 De Minister ontvangt de aanvraag, bedoeld in het tweede lid, uiterlijk 1 juli 2006, en de aanvraag, bedoeld in het vierde lid, uiterlijk 1 augustus 2003.

  • 6 Indien de aanvraag betrekking heeft op de totstandkoming of de uitbreiding van een opsporingssamenwerkingsverband ontvangt de minister uiterlijk zes maanden nadat de bescheiden, bedoeld in het vierde lid, zijn overgelegd van de subsidieaanvrager:

    • a. een plan van aanpak en een daarbij behorende begroting van de kosten opsporingssamenwerkingsverband die voor subsidie in aanmerking worden gebracht,

    • b. b een beschrijving van de werkwijze van het opsporingssamenwerkingsverband, en

    • c. indien niet eerder overgelegd, een afschrift van de overeenkomst.

Artikel 6. Subsidiabele kosten

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 Met betrekking tot de uitbreiding van de gemeentelijke personele formatie op het gebied van opsporing kunnen voor subsidie in aanmerking worden gebracht de per kalenderjaar te onderscheiden, vanaf het tijdstip van de aanvraag tot en met 31 december 2006 te maken, brutosalariskosten verbonden aan maximaal één extra fte.

  • 2 Met betrekking tot de uitbreiding van de gemeentelijke personele formatie op het gebied van controle kunnen voor subsidie in aanmerking worden gebracht de per kalenderjaar te onderscheiden, vanaf het tijdstip van de aanvraag tot en met 31 december 2006 te maken, brutosalariskosten verbonden aan maximaal:

    • a. één extra fte, indien het aantal uitkeringen minder dan 2000 bedraagt;

    • b. twee extra fte's, indien het aantal uitkeringen tenminste 2000, maar minder dan 5000 bedraagt;

    • c. drie extra fte's, indien het aantal uitkeringen tenminste 5000, maar minder dan 20.000 bedraagt;

    • d. vijf extra fte's, indien het aantal uitkeringen tenminste 20.000 bedraagt.

  • 3 Subsidie met betrekking tot de uitbreiding van de gemeentelijke personele formatie op onderscheidenlijk het gebied van de opsporing en de controle wordt geweigerd, indien het aantal uitkeringen minder dan 100 bedraagt.

  • 5 Met betrekking tot de kosten opsporingssamenwerkingsverband kunnen voor subsidie in aanmerking worden gebracht:

    • a. kosten met betrekking tot het opstellen van een plan van aanpak met betrekking tot het totstandbrengen of uitbreiden van een opsporingssamenwerkingsverband;

    • b. verhuiskosten in verband met het overbrengen van opsporingsactiviteiten naar een centrale locatie;

    • c. inrichtingskosten van de gezamenlijke huisvesting;

    • d. kosten voor aanpassing van de automatisering;

    • e. kosten verbonden aan de aanpassing van de werkprocessen.

  • 6 Kosten als bedoeld in het vijfde lid komen slechts voor subsidie in aanmerking voor zover deze kosten noodzakelijk zijn en betrekking hebben op:

    • a. de totstandbrenging van een opsporingssamenwerkingsverband met een gezamenlijke gemeentelijke personele formatie van tenminste vijf fte's op het gebied van opsporing, dan wel

    • b. de uitbreiding van een bestaand opsporingssamenwerkingsverband met een gezamenlijke gemeentelijke personele formatie van tenminste vijf fte's, maar minder dan tien fte's op het gebied van opsporing, tot een opsporingssamenwerkingsverband met een gezamenlijke gemeentelijke personele formatie van tenminste tien fte's op het gebied van opsporing.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2006, 20, datum inwerkingtreding 29-01-2006, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2005.

Subsidiabele kosten

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

1 Met betrekking tot de uitbreiding van de gemeentelijke personele formatie op het gebied van opsporing kunnen voor subsidie in aanmerking worden gebracht de per kalenderjaar te onderscheiden, vanaf het tijdstip van de aanvraag tot en met 31 december 2006 te maken, brutosalariskosten verbonden aan maximaal één extra fte.

2 Met betrekking tot de uitbreiding van de gemeentelijke personele formatie op het gebied van controle kunnen voor subsidie in aanmerking worden gebracht de per kalenderjaar te onderscheiden, vanaf het tijdstip van de aanvraag tot en met 31 december 2006 te maken, brutosalariskosten verbonden aan maximaal:

  • a. één extra fte, indien het aantal uitkeringen minder dan 2000 bedraagt;

  • b. twee extra fte's, indien het aantal uitkeringen tenminste 2000, maar minder dan 5000 bedraagt;

  • c. drie extra fte's, indien het aantal uitkeringen tenminste 5000, maar minder dan 20.000 bedraagt;

  • d. vijf extra fte's, indien het aantal uitkeringen tenminste 20.000 bedraagt.

3 Subsidie met betrekking tot de uitbreiding van de gemeentelijke personele formatie op onderscheidenlijk het gebied van de opsporing en de controle wordt geweigerd, indien het aantal uitkeringen minder dan 100 bedraagt.

4 De omvang van het aantal uitkeringen, bedoeld in het tweede en derde lid, wordt vastgesteld op grond van de kwartaaldeclaratie, bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Regeling financiering en verantwoording Abw, IOAW en IOAZ en artikel 4, eerste lid, van de Regeling administratieve uitvoeringsvoorschriften Wik over het vierde kwartaal van 2002.

5 Met betrekking tot de kosten opsporingssamenwerkingsverband kunnen voor subsidie in aanmerking worden gebracht:

  • a. kosten met betrekking tot het opstellen van een plan van aanpak met betrekking tot het totstandbrengen of uitbreiden van een opsporingssamenwerkingsverband;

  • b. verhuiskosten in verband met het overbrengen van opsporingsactiviteiten naar een centrale locatie;

  • c. inrichtingskosten van de gezamenlijke huisvesting;

  • d. kosten voor aanpassing van de automatisering;

  • e. kosten verbonden aan de aanpassing van de werkprocessen.

6 Kosten als bedoeld in het vijfde lid komen slechts voor subsidie in aanmerking voor zover deze kosten noodzakelijk zijn en betrekking hebben op:

  • a. de totstandbrenging van een opsporingssamenwerkingsverband met een gezamenlijke gemeentelijke personele formatie van tenminste vijf fte's op het gebied van opsporing, dan wel

  • b. de uitbreiding van een bestaand opsporingssamenwerkingsverband met een gezamenlijke gemeentelijke personele formatie van tenminste vijf fte's, maar minder dan tien fte's op het gebied van opsporing, tot een opsporingssamenwerkingsverband met een gezamenlijke gemeentelijke personele formatie van tenminste tien fte's op het gebied van opsporing.

Artikel 7. Omvang subsidie

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

  • 2 De subsidie voor de kosten bedoeld in artikel 6, eerste, tweede, en vijfde lid, onderdelen b tot en met e, bedraagt 100% van de werkelijk gemaakte, ten laste van de subsidieaanvrager gebleven kosten, voortvloeiend uit de subsidiabele activiteiten, tot een maximum van:

    • a. € 55.000, - per kalenderjaar voor de brutosalariskosten verbonden aan de uitbreiding van de gemeentelijke personele formatie met één extra fte op het gebied van opsporing;

    • b. € 45.000,- per kalenderjaar en per extra fte voor de brutosalariskosten verbonden aan de uitbreiding van de gemeentelijke personele formatie op het gebied van controle;

    • c. € 170.000,- voor de totstandbrenging van een opsporingssamenwerkingsverband, overeenkomstig artikel 6, zesde lid, onderdeel a;

    • d. € 170.000,- voor de uitbreiding van een bestaand opsporingssamenwerkingsverband, overeenkomstig artikel 6, zesde lid, onderdeel b.

  • 3 Indien het tot stand te brengen opsporingssamenwerkingsverband uitsluitend gemeenten omvat die tot hetzelfde arrondissement behoren wordt de subsidie eenmalig verhoogd met € 45.000,-.

Artikel 8. Subsidievaststelling, subsidieverlening

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Artikel 9. Verantwoording

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

  • 1 De Minister ontvangt van de subsidieontvanger uiterlijk 1 juli 2005 een verantwoording met betrekking tot de kosten, bedoeld in artikel 6, vijfde lid, onderdelen b tot en met e. Met betrekking tot de kosten, bedoeld in artikel 6, eerste en tweede lid, ontvangt de Minister telkens uiterlijk 1 juli van het kalenderjaar volgend op het kalenderjaar waarin feitelijk een voorschot is betaald, een verantwoording. Bij de verantwoording wordt een declaratie ingediend.

  • 2 De declaratie en indien vereist de verklaring van een accountant, bedoeld in artikel 16 van de Algemene Regeling SZW-subsidies, zijn ingericht overeenkomstig de modellen van bijlagen 2 en 3 van deze regeling. De verklaring van een accountant is gebaseerd op een controle die is uitgevoerd overeenkomstig het in bijlage 4 van deze regeling voorgeschreven controle- en rapportageproctocol.

Artikel 10. Intrekken van Tijdelijke Stimuleringsregeling opsporingssamenwerkingsverbanden

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

  • 1 De Tijdelijke Stimuleringsregeling opsporingssamenwerkingsverbanden wordt ingetrokken.

  • 2 De Tijdelijke Stimuleringsregeling opsporingssamenwerkingsverbanden blijft van toepassing op de financiële afwikkeling van de subsidie van de minister aan de subsidieontvanger.

Artikel 11. Inwerkingtreding

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

  • 1 Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 januari 2008.

  • 2 De regeling, zoals die onmiddellijk voor de datum waarop deze vervalt geldt, blijft van toepassing op de financiële afwikkeling van de subsidie van de Minister aan de subsidieontvanger.

Artikel 12. Citeertitel

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

Deze regeling wordt aangehaald als: Tijdelijke stimuleringsregeling intensivering opsporing en controle Abw.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst. De bijlage 1 van deze regeling wordt met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze regeling ter inzage gelegd in de bibliotheek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid te Den Haag. De bijlagen 2, 3 en 4 van deze regeling worden met ingang van 1 oktober 2003 ter inzage gelegd in de bibliotheek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid te Den Haag.

's-Gravenhage, 29 april 2003

De

Staatssecretaris

van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

M. Rutte

Bijlage 1

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

[Red: Ligt met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze regeling ter inzage in de bibliotheek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid te Den Haag.]

Bijlage 2

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

[Red: Ligt met ingang van 1 oktober 2003 ter inzage in de bibliotheek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid te Den Haag.]

Bijlage 3

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

[Red: Ligt met ingang van 1 oktober 2003 ter inzage in de bibliotheek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid te Den Haag.]

Bijlage 4

[Regeling vervallen per 01-01-2008]

[Red: Ligt met ingang van 1 oktober 2003 ter inzage in de bibliotheek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid te Den Haag.]