Wet van 2 juni 2003 tot wijziging van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers
met betrekking tot de uitkering bij aftreden en het nabestaandenpensioen
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om enige wijzigingen aan
te brengen in de regeling in de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers van de uitkering bij aftreden, in de regeling van het nabestaandenpensioen en voorts
in die wet nog enige andere wijzigingen aan te brengen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: