Instellingsbesluit Productschap Zuivel

[Regeling vervallen per 01-01-2015.]
Geraadpleegd op 18-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 02-04-2011.
Geldend van 25-06-2003 t/m 31-12-2014

Besluit van 3 juni 2003, houdende de instelling van een productschap voor ondernemingen op het gebied van de melkwinning en de be- en verwerking van en de handel in melk en daaruit verkregen producten (Instellingsbesluit Productschap Zuivel)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 28 maart 2003, Directie Arbeidsverhoudingen, Nr. AV/CAM/2003/14888, gedaan mede namens Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij en Onze Minister van Economische Zaken;

Gelet op artikel 67, 70, 70A, 73, tweede lid, 76, eerste lid, 102, tweede lid, en 126, derde lid, van de Wet op de Bedrijfsorganisatie;

De Raad van State gehoord (advies van 17 april 2003 nr. W12.03.0121/IV);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 22 mei 2003, Directie Arbeidsverhoudingen, nr. AV/CAM/2003/33625 uitgebracht mede namens Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij en Onze Minister van Economische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

§ 1. Begripsbepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt onder melk verstaan melk van runderen en van geiten.

  • 2 In dit besluit wordt onder handel mede de werkzaamheid van tussenpersonen verstaan.

  • 3 In dit besluit wordt onder handel niet de doorvoer- en driehoekshandel verstaan.

§ 2. Het productschap

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 Er is een Productschap Zuivel.

  • 2 Het productschap is ingesteld voor de ondernemingen waarin:

    • a. melk wordt gewonnen;

    • b. melk of daaruit verkregen producten worden be- of verwerkt tot melk- of zuivelproducten welke, al dan niet na verdere bewerking, tot menselijk voedsel kunnen dienen, dan wel uit melk verkregen producten worden verwerkt tot caseïne;

    • c. de handel wordt uitgeoefend in melk, melk- of zuivelproducten welke, al dan niet na verdere be- of verwerking, tot menselijk voedsel kunnen dienen.

  • 3 Het productschap is gevestigd te Zoetermeer.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Het bestuur van het productschap bestaat uit achttien leden. Hiervan worden benoemd:

  • a. voor ondernemingen op het gebied van de veehouderij en de boerderijzuivelbereiding: drie leden door organisaties van ondernemers en drie leden door organisaties van werknemers;

  • b. voor ondernemingen op het gebied van de melk-, melkproducten- en zuivelproductenindustrie: drie leden door organisaties van ondernemers en drie leden door organisaties van werknemers;

  • c. voor ondernemingen op het gebied van de groothandel in melk, melk- en zuivelproducten: twee leden door organisaties van ondernemers en twee leden door organisaties van werknemers; en

  • d. voor ondernemingen op het gebied van de detailhandel in melk, melk- en zuivelproducten: een lid door organisaties van ondernemers en een lid door organisaties van werknemers.

§ 3. Bevoegdheden

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Het productschap is bevoegd tot regeling of nadere regeling van de in artikel 93, tweede lid, van de wet vermelde onderwerpen of onderdelen daarvan, met uitzondering van de onderdelen:

  • d. lonen en andere arbeidsvoorwaarden;

  • f. arbeidsmarktvoorzieningen.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Bij een op grond van artikel 93, tweede lid, van de wet vastgestelde verordening kan worden bepaald, dat deze mede andere dan de in artikel 102, eerste lid, van de wet bedoelde natuurlijke en rechtspersonen bindt, voorzover deze handelingen verrichten die bedrijfsmatig in de ondernemingen waarvoor het productschap is ingesteld, plegen te worden verricht.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Het productschap legt een heffing als bedoeld in artikel 126, eerste lid van de wet op, gebaseerd op een grondslag die het bestuur passend acht, waarbij het tarief voor verschillende in de heffingsverordening aangewezen groepen van ondernemingen verschillend kan zijn.

§ 4. Overgangs- en slotbepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 Het bij verordening van de Sociaal-Economische Raad van 15 december 1995 ingestelde Produktschap voor Zuivel wordt opgeheven.

  • 2 Verordeningen en andere besluiten die zijn vastgesteld door het bij verordening van de Sociaal-Economische Raad van 15 december 1995 ingestelde Produktschap voor Zuivel blijven van kracht tot de datum waarop de door het productschap vastgestelde verordeningen en andere besluiten terzake in werking zullen treden.

  • 3 Het personeel, de rechten, de verplichtingen, de vermogensbestanddelen en de archiefbescheiden van het bij verordening van de Sociaal-Economische Raad van 15 december 1995 ingestelde Produktschap voor Zuivel, gaan over naar het productschap.

  • 4 Wettelijke procedures en rechtsgedingen, ingesteld door of tegen het bij verordening van de Sociaal-Economische Raad van 15 december 1995 ingestelde Produktschap voor Zuivel worden geacht te zijn ingesteld door of tegen het productschap.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

De bestuursleden en hun plaatsvervangers van wie de zittingsperiode ingaat op de datum van inwerkingtreding van dit besluit, treden af op 1 januari 2004.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit Productschap Zuivel.

Lasten en bevelen dat dit besluit in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

's-Gravenhage, 3 juni 2003

Beatrix

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. J. de Geus

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

C. P. Veerman

De Minister van Economische Zaken,

L. J. Brinkhorst

Uitgegeven de vierentwintigste juni 2003

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner