Toepassing hardheidsclausule
[Regeling vervallen per 20-10-2007]
In een aantal gevallen is gebleken dat de op grond van de artikelen 8 en 9c NSW alsnog
in te vorderen c.q. alsnog verschuldigde belasting in geen verhouding staat tot de
omstandigheid dat de zesmaandstermijn is overschreden.
Ik ben daarom bereid om op daartoe in te dienen verzoeken met toepassing van artikel
63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen goed te keuren dat invordering van
de hiervoor genoemde belastingen gedeeltelijk achterwege blijft in gevallen waarin
de zesmaandstermijn is overschreden en vanaf de datum van de overdracht tot aan de
datum van indiening van het verzoek om handhaving van de rangschikking niet meer dan
vijf jaren zijn verstreken. Bij de hierna beschreven beperking van het in te vorderen
bedrag heb ik een relatie gelegd met de mate waarin de termijn is overschreden.
Voor het successierecht, schenkingsrecht en recht van overgang houdt de beperking
van de invordering het volgende in. Van het op grond van artikel 8 in te vorderen
bedrag wordt niet meer ingevorderd dan 1/25 gedeelte van de belasting waarvan ingevolge
artikel 7, eerste lid, invordering achterwege is gebleven vermenigvuldigd met het
aantal jaren dat na de overdracht is verstreken tot het tijdstip waarop het verzoek
om rangschikking is ingediend. Bij de berekening van het aantal verstreken jaren wordt
een gedeelte van een jaar als een geheel jaar beschouwd.
Voor de overdrachtsbelasting houdt de beperking van de invordering het volgende in.
Van het op grond van artikel 9c verschuldigde bedrag wordt niet meer ingevorderd dan
1/25 gedeelte van de belasting die op grond van artikel 9c alsnog is verschuldigd
vermenigvuldigd met het aantal jaren dat na de overdracht is verstreken tot het tijdstip
waarop het verzoek om rangschikking is ingediend. Bij de berekening van het aantal
verstreken jaren wordt een gedeelte van een jaar als een geheel jaar beschouwd. Ik
merk hierbij op dat het gehele op grond artikel 9c verschuldigde bedrag wordt nageheven.
Het verschil tussen het nageheven bedrag en het op grond van dit besluit beperkt in
te vorderen bedrag blijft buiten invordering.
De tegemoetkoming houdt voorts in dat het op grond van de bovenomschreven formule
in te vorderen bedrag wordt gebonden aan een maximum.
Het in te vorderen bedrag bedraagt niet meer dan € 5.000 wanneer het verzoek om rangschikking
binnen vijf jaar na de datum van de overdracht is ingediend. Bij indiening van het
verzoek binnen vier, drie, twee en één jaar na de datum van de overdracht bedraagt
het in te vorderen bedrag niet meer dan respectievelijk € 4.000, € 3.000, € 2.000
en € 1.000. Bij de berekening van het aantal verstreken jaren wordt een gedeelte van
een jaar als een geheel jaar beschouwd.
Opgemerkt wordt dat op een landgoed meer dan één belastingclaim kan rusten. Een onttrekking
aan de rangschikking van een landgoed onder de NSW in verband met een overschrijding
van de zesmaandstermijn heeft in beginsel tot gevolg dat alle op het landgoed rustende
claims worden ingevorderd. In dat geval zal het maximaal in te vorderen bedrag per
belastingclaim op de bovenomschreven wijze worden berekend.
De tegemoetkoming wordt slechts verleend voor zover het karakter van landgoed van
de onroerende zaak in de periode van de tijdelijke onttrekking niet is aangetast of
verloren gegaan door gebrek aan behoorlijk onderhoud of door andere omstandigheden.
Bij een als opengesteld gerangschikt landgoed dient bovendien het landgoed in de periode
van de tijdelijke onttrekking overeenkomstig de daarvoor geldende voorwaarden voor
het publiek toegankelijk te zijn geweest.
De gevallen waarop dit besluit ziet betreffen niet alleen het statusverlies ten gevolge
van overdracht van de eigendom van het landgoed, maar alle in artikel 3, eerste lid,
onderdeel c, genoemde gevallen.