Regeling MLA’s, MLH’s en schermvliegtuigen

Geraadpleegd op 25-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 06-01-2014 en zichtdatum 24-12-2024.
Geldend van 14-08-2012 t/m 11-12-2014

Micro Light Aeroplanes (Regeling MLA's)

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op de artikelen 1, vijfde lid, 17, 22, 44, tweede lid, en 46 van het Besluit luchtwaardigheid en artikel 56 van het Luchtverkeersreglement;

Besluit:

Hoofdstuk II. Speciaal Bewijs van Luchtwaardigheid

Artikel 2

  • 1 Een speciaal-BvL wordt aangevraagd door indiening bij de minister van een volledig ingevuld en ondertekend formulier waarvan exemplaren kosteloos bij de minister zijn te verkrijgen.

  • 2 Aan de houder van een MLA, MLH of gemotoriseerd schermvliegtuig wordt een speciaal-BvL afgegeven indien de volgende bescheiden worden overgelegd:

    • a. een document, afgegeven door de luchtvaartautoriteiten van Duitsland, Groot-Brittannië of Tsjechië waaruit blijkt dat het desbetreffende type en configuratie MLA, MLH of gemotoriseerd schermvliegtuig voldoet aan de desbetreffende luchtwaardigheideisen zoals die zijn vastgesteld in één van de genoemde landen;

    • b. een verklaring van de houder waaruit blijkt dat wordt voldaan aan de aanwijzingen, afgegeven door de luchtvaartautoriteit van het in onderdeel a genoemde land aan wiens luchtwaardigheidseisen het desbetreffende MLA, MLH of gemotoriseerd schermvliegtuig voldoet en aan de door de minister afgegeven aanwijzingen;

    • c. een verklaring van de houder, waarin deze verklaart dat de configuratie MLA, MLH of gemotoriseerd schermvliegtuig identiek is aan de goedgekeurde configuratie;

    • d. een uittreksel van het geluidmeetrapport, opgesteld door of namens één van de in onderdeel a bedoelde autoriteiten dan wel door een door de minister erkende of geaccepteerde organisatie, waaruit blijkt dat de geluidsproductie gemeten volgens de in de bij deze regeling behorende bijlage 1 beschreven procedure:

      • i. voor het desbetreffende type en configuratie MLA of gemotoriseerd schermvliegtuig niet meer dan 60 dB(A) bedraagt;

      • ii. voor de desbetreffende type en configuratie MLH niet meer dan 68 dB(A) bedraagt; en

    • e. een verklaring, in tweevoud, overeenkomstig de bij deze regeling behorende bijlage 2 van een door de minister erkende of geaccepteerde organisatie of persoon, dat het desbetreffende MLA, MLH of gemotoriseerd schermvliegtuig voor wat betreft de voor de geluidsproductie van belang zijnde aspecten overeenstemt met het MLA, de MLH of het gemotoriseerd schermvliegtuig waaraan de geluidsmetingen zijn uitgevoerd.

  • 3 Indien een MLA of gemotoriseerd schermvliegtuig is voorzien van in Duitsland voorgeschreven reddingsapparatuur, voldoet deze apparatuur aan de in Duitsland daarvoor geldende luchtwaardigheidseisen.

  • 4 Het model van het speciaal-BvL is opgenomen in de bij deze regeling behorende bijlage 3.

Artikel 4

  • 1 Voor het verlengen van de termijn van geldigheid van het speciaal-BvL wordt door de houder een aanvraag ingediend bij de minister door middel van een volledig ingevuld en ondertekend formulier, waarvan exemplaren kosteloos bij de minister verkrijgbaar zijn.

  • 2 De aanvraag wordt vergezeld van een verklaring van de houder waaruit blijkt dat:

    • a. het MLA, de MLH of het gemotoriseerd schermvliegtuig nog steeds in luchtwaardige toestand verkeert;

    • b. wordt voldaan aan de van toepassing zijnde aanwijzingen, bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel b;

    • c. eventuele wijzigingen zijn goedgekeurd door de ontwerper van het MLA, de MLH of het gemotoriseerd schermvliegtuig;

    • d. de minister heeft ingestemd met eventuele wijzigingen in de geluidsproductie; en

    • e. het MLA, de MLH of het gemotoriseerd schermvliegtuig is onderhouden conform de aanwijzingen van de ontwerper van het MLA, de MLH of het gemotoriseerd schermvliegtuig.

Artikel 5

  • 1 Wijzigingen, die op grond van de bij deze regeling behorende bijlage 4 van invloed zijn op de geluidsproductie van het MLA, de MLH of het gemotoriseerd schermvliegtuig, behoeven de instemming van de minister.

  • 2 De aanvraag voor het verkrijgen van instemming met de wijziging van het MLA, de MLH of het gemotoriseerd schermvliegtuig wordt in tweevoud ingediend bij de minister, middels een volledig ingevuld en ondertekend formulier, waarvan exemplaren kosteloos bij de minister te verkrijgen zijn.

    Bij de aanvraag worden de voor de beoordeling noodzakelijke gegevens gevoegd.

  • 3 Een inspectie van het ontwerp kan onderdeel uitmaken van de beoordelingsprocedure.

  • 4 De aanvraag wordt tenminste vier weken voor de gewenste datum van verkrijging van instemming ingediend.

  • 5 Indien naar het oordeel van de minister door de wijziging van het MLA, de MLH of het gemotoriseerd schermvliegtuig niet meer met het ten aanzien van dat MLA, die MLH of dat gemotoriseerd schermvliegtuig afgegeven uittreksel van het geluidmeetrapport volstaan kan worden, dient door of namens één van de in artikel 2, tweede lid, onder a, genoemde autoriteiten dan wel een door de minister erkende of geaccepteerde organisatie een nieuw uittreksel op basis van een nieuw geluidmeetrapport opgesteld te worden en aan de minister gezonden te worden tezamen met een verklaring als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onder e.

  • 6 Indien het vijfde lid toepassing vindt, wordt de instemming eerst verleend, nadat de in artikel 2, tweede lid, onderdeel e, bedoelde verklaring, die op het tijdstip van indiening van de in het tweede lid bedoelde aanvraag geldig was, bij de minister is ingeleverd.

Hoofdstuk III. Gebruik van het MLA, de MLH, of het schermvliegtuig

Artikel 7

  • 2 Het is verboden met een MLH luchtwerk te verrichten of te gebruiken tegen vergoeding, met baat of voor commerciële doeleinden.

  • 3 Het is verboden met een schermvliegtuig luchtwerk te verrichten of te gebruiken tegen vergoeding, met baat of voor commerciële doeleinden.

Artikel 8

Onverminderd artikel 7 mogen met MLA’s, MLH’s en schermvliegtuigen slechts vluchten worden uitgevoerd:

  • a. met inachtneming van de blijkens het vlieghandboek van de fabrikant op het luchtvaartuig betrekking hebbende gebruiksbeperkingen;

  • b. gedurende de daglichtperiode als bedoeld in artikel 1 van het Luchtverkeersreglement;

  • c. indien met betrekking tot het MLA, de MLH of het schermvliegtuig een verzekering is gesloten tegen de burgerrechtelijke aansprakelijkheid voor dood of letsel van de inzittenden of derden of andere schade toegebracht aan de inzittenden of derden.

Artikel 9

  • 2 De gezagvoerder informeert iedere passagier voorafgaand aan de vlucht dat het MLA, de MLH of het schermvliegtuig niet is gecertificeerd volgens internationale luchtwaardigheidseisen.

  • 3 De houder van een MLA is verplicht om in het luchtvaartuig op een voor elke inzittende zichtbare plaats duidelijk leesbaar de volgende waarschuwing aan te brengen:

    Waarschuwing voor inzittenden

    Deze MLA is niet gecertificeerd volgens internationale luchtwaardigheidsvoorschriften. Het veiligheidsniveau is niet vastgesteld.

    Occupant Warning

    This aircraft has not been certificated to international standards. The safety level has not been determinated.

  • 4 De houder van een MLH is verplicht om in het luchtvaartuig op een voor elke inzittende zichtbare plaats duidelijk leesbaar de volgende waarschuwing aan te brengen:

    Waarschuwing voor inzittenden

    Deze MLH is niet gecertificeerd volgens internationale luchtwaardigheidsvoorschriften. Het veiligheidsniveau is niet vastgesteld.

    Occupant Warning

    This aircraft has not been certificated to international standards. The safety level has not been determinated.

  • 5 De houder van een gemotoriseerd schermvliegtuig is verplicht om in het luchtvaartuig op een voor elke inzittende zichtbare plaats duidelijk leesbaar de volgende waarschuwing aan te brengen:

    Waarschuwing voor inzittenden

    Dit schermvliegtuig is niet gecertificeerd volgens internationale luchtwaardigheidsvoorschriften. Het veiligheidsniveau is niet vastgesteld.

    Occupant Warning

    This aircraft has not been certificated to international standards. The safety level has not been determinated.

Artikel 9a

Ten behoeve van het tijdelijk gebruik in het Nederlandse luchtruim van in andere lidstaten van de European Civil Aviation Conference ingeschreven MLA’s, MLH’s of schermvliegtuigen, die niet voorzien zijn van een geldig bewijs van luchtwaardigheid als bedoeld in artikel 3.8 van de Wet luchtvaart, gelden de volgende voorschriften en beperkingen:

  • a. door het bevoegde gezag van de desbetreffende lidstaat, die het bewijs van inschrijving heeft afgegeven, is tevens een bewijs afgegeven waaruit blijkt dat de uitoefening van de luchtvaart met het betrokken luchtvaartuig in die staat is toegestaan, en

  • b. de door het bevoegd gezag vastgestelde voorwaarden voor en beperkingen van het gebruik van het luchtvaartuig worden nagekomen.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst met uitzondering van de bijlagen A en B, die ter inzage worden gelegd bij het Ministerie van Verkeer en Waterstaat.

De

Staatssecretaris

van Verkeer en Waterstaat,

M.H. Schultz van Haegen

Bijlage 1. bedoeld in artikel 2, tweede lid, onder d

Geluidmeetprocedure.

De geluidmeetprocedure vindt plaats conform de volgende procedure:

De geluidmeting vindt plaats tijdens de start van een MLA, een MLH of een gemotoriseerd schermvliegtuig. Het MLA, de MLH of het gemotoriseerd schermvliegtuig is tijdens de meetvlucht beladen tot aan de maximale startmassa.

De meetopstelling, waar overheen moet worden overvlogen, ligt op 2500 meter van het startpunt van het MLA, de MLH of het gemotoriseerd schermvliegtuig in het verlengde van de startrichting.

De vliegsnelheid die wordt gehanteerd komt overeen met de beste stijgsnelheid van het MLA, de MLH of het gemotoriseerd schermvliegtuig, terwijl motorvermogen en toerental maximaal zijn.

Voor een goede meting moet bij het overvliegen van de meetopstelling de vlieghoogte tussen de 75 en 150 meter liggen. Een en ander conform figuur 1.

Bijlage 44661.png

Achteraf wordt aan de hand van gegevens uit het handboek van het MLA, de MLH of het gemotoriseerd schermvliegtuig de geluidproductie berekend bij een normale start en een normale stijgprocedure. De rekenhoogte mag niet meer bedragen dan 450 meter.

De in figuur 2 aangegeven afwijkingen van de vliegbaan zijn toelaatbaar.

Bijlage 44662.png

Foto's als bedoeld in bijlage 2 moeten bij de geluidmeting aanwezig zijn.

Bijlage 2. bedoeld in artikel 2, tweede lid, onder e

Bijlage 250653.png
Bijlage 250654.png
Bijlage 250655.png
Bijlage 250656.png
Bijlage 250657.png
Bijlage 250658.png
Bijlage 250659.png

Toelichting op de voorgeschreven foto’s

De eerste foto is van het gehele (opgebouwde) toestel; het op het MLA, MLH en het gemotoriseerd schermvliegtuig aangebrachte kenmerk moet duidelijk te zien zijn.

De tweede foto is van de propeller; de foto is gemaakt van recht voor of recht achter (al naar gelang een trek- of duwschroef) het MLA, de MLH of het gemotoriseerd schermvliegtuig, in het verlengde van de lengteas.

De derde foto is van het inlaatsysteem, waarbij de aanwezige cowlings geheel zijn verwijderd; hierop moet de carburateur dan wel één van de carburateurs en het eventueel aanwezige inlaatfilter te zien zijn.

De vierde foto is van het uitlaatsysteem, waarbij de aanwezige cowlings geheel zijn verwijderd; de uitlaatdemper met eventuele nademper en uitlaatpijp dienen op de foto duidelijk zichtbaar te zijn.

Op alle foto’s worden de datum waarop de foto is gemaakt en het kenmerk mee gefotografeerd.

De foto’s worden gemaakt van zo dicht bij het desbetreffende MLA, de desbetreffende MLH en gemotoriseerd schermvliegtuig als mogelijk is.

Bijlage 3. bedoeld in artikel 2, vierde lid

SPECIAL CERTIFICATE OF AIRWORTHINESS

     
 

Human Environment and Transport Inspectorate

Civil Aviation Authority Netherlands

 
     
 

Correspondence address:

P.O. Box 575, 2130 AN Hoofddorp, The Netherlands

Registration number: ...

ICAO aircraft designator: ...

1. Nat. & registration marks:

P H – ...

2. Manufacturer and manufacturer's designation of aircraft:

..............................

3. Aircraft serial number:

...

4. Categories:

5. This Special Certificate of Airworthiness is issued pursuant to the Netherlands Act on Aviation for aircraft excluded from the European Regulation (EC) No 216/2008 and also do not comply with the airworthiness requirements of ICAO. The abovementioned aircraft is considered to be airworthy when maintained and operated in accordance with the foregoing and the pertinent operating limitations.

 

Date of issue: ....................

Signature:

The State Secretary for Infrastructure and the Environment,

On behalf,

   
   
   
   
   
   

Limitations / Remarks:

 

6. This Special Certificate of Airworthiness is valid up to and including ......, unless revoked.

 
 

This certificate shall be carried on board during all flights

Document Number: ......

Bijlage 4. bedoeld in artikel 5, eerste lid

Geluidscriteria

Alle wijzigingen die aan één van onderstaande criteria voldoen hebben invloed op de geluidsproductie of de toegestane geluidsproductie van het luchtvaartuig. Voor de uitvoering van een dergelijke wijziging moet de minister met het ontwerp hebben ingestemd.

1. Elke wijziging die een verandering van het maximum startmassa van het luchtvaartuig met zich mee brengt.

2. Elke wijziging die een verandering in de klimprestaties van het luchtvaartuig met zich mee brengt. De relevante klimprestaties zijn onder andere:

a) de best rate of climb,

b) de best rate of climb speed,

c) de stallspeed,

d) de never exceed speed,

e) de startrollengte en

f) de afstand tot 15 m hoogte.

3. Elke wijziging aan de voortstuwingsinrichting. Deze bestaat uit onder andere:

a) de motor,

b) de propeller,

c) de inlaat,

d) de uitlaat,

e) de geluidsabsorberende bekleding,

f) de overbrenging,

g) de motorregeling en

h) de motorlimitaties.

4. Elke wijziging waardoor de luchtstroming in motor of propeller wijzigt. Dit is bijvoorbeeld:

a) het plaatsen van probes in de motorinlaat,

b) het veranderen van de motorcowling,

c) het verlengen of verkorten van de propelleras en

d) verandering in flap-settings.

5. Elke wijziging waardoor de eventuele geluidafschermende of -reflecterende werking van delen van het luchtvaartuig zou kunnen veranderen.

6. Elke wijziging waardoor holtes zouden kunnen ontstaan, die door de luchtstroom in resonantie worden gebracht. Dit zijn onder andere:

a) veranderingen in/aan de landingslichten;

b) veranderingen in/aan de torque-links,

c) veranderingen in/aan de wielassen,

d) veranderingen in/aan de landingssteldeuren,

e) veranderingen in/aan de luchtinlaten,

f) veranderingen in/aan de overloopvalves en

g) veranderingen in/aan de brandstofvulpunten.

7. Elke wijziging die een verandering van de normale operating procedures met zich mee brengt.

8. Elke andere wijziging waarvan uit de documentatie blijkt dat die een verandering van het geluid teweeg brengt.