Subsidieregeling Stichting AAP

Geraadpleegd op 20-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 23-01-2014 en zichtdatum 23-01-2014.
Geldend van 28-06-2003 t/m heden

Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen van 1 juli 2003, nr OWB/FO/2002/54873, houdende regels voor het verstrekken van subsidie aan Stichting AAP voor de huisvesting, verzorging en behandeling van door de Stichting Biomedical Primate Research Centre aan de Stichting AAP in eigendom overgedragen chimpansees (Subsidieregeling Stichting AAP)

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,

Gelet op artikel 4 van de Wet overige OCenW-subsidies;

Besluit:

Paragraaf 1. Inleidende bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. minister: de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,

  • b. BPRC: Stichting Biomedical Primate Research Centre gevestigd te Rijswijk,

  • c. Stichting AAP: Stichting AAP, Opvang voor Uitheemse Dieren gevestigd te Almere,

  • d. Awb: Algemene wet bestuursrecht,

  • e. Convenant: het op 3 juni 2003 ondertekende Convenant inzake de overdracht, huisvesting, verzorging en behandeling van de chimpansees van het BPRC.

Artikel 2. Doelomschrijving

  • 1 De minister verleent aan Stichting AAP subsidie per boekjaar dan wel subsidie voor een bepaald aantal boekjaren voor de huisvesting, verzorging en behandeling van de in het kader van het Convenant door het BPRC aan Stichting AAP over te dragen en overgedragen chimpansees.

  • 2 De subsidie wordt verleend voor:

    • a. de investeringsuitgaven die Stichting AAP maakt ten behoeve van de huisvesting van de in het eerste lid bedoelde chimpansees;

    • b. de exploitatiekosten die zijn verbonden met de huisvesting, verzorging en behandeling van de in het eerste lid bedoelde chimpansees;

    voor zover Stichting AAP deze kosten maakt ter uitvoering van het Convenant en de daarbij horende bijlagen.

  • 3 De subsidie wordt verleend op grond van de volgende overwegingen:

    • a. dat de regering het doen van onderzoek met mensapen in Nederland niet langer wenselijk acht en voornemens is dit bij wet te verbieden,

    • b. dat de minister en de Tweede Kamer der Staten-Generaal het wenselijk achten te komen tot een goede huisvesting, verzorging en behandeling van chimpansees van het BPRC,

    • c. dat daartoe een Convenant is gesloten dat voorziet in de huisvesting, verzorging en behandeling van chimpansees van het BPRC door Stichting AAP en in de financiering door de minister van de kosten die hieraan zijn verbonden.

Artikel 3. Subsidiebedrag

  • 1 Bij subsidieverlening per boekjaar is het subsidiebedrag gelijk aan het bedrag dat voor het desbetreffende boekjaar is vastgesteld in de in artikel 3, vierde lid, van het Convenant opgenomen tabel te vermeerderen met de bedragen, genoemd in de bijlage `Extra bekostiging voor prijsontwikkeling investeringen' horende bij de brief van de minister aan Stichting AAP van 13 juni 2003, kenmerk OWB/FO/2003/17641.

  • 2 De hoogte van het subsidiebedrag wordt verhoogd of verlaagd met een zelfde bedrag als waarmee de in de tabel opgenomen bedragen op grond van artikel 3, zesde, zevende of achtste lid van het Convenant worden verhoogd of verlaagd.

  • 3 Bij subsidieverlening voor een bepaald aantal boekjaren is het subsidiebedrag gelijk aan de som van de bedragen die voor de desbetreffende boekjaren zijn vastgesteld in de in artikel 3, vierde lid, van het Convenant opgenomen tabel te vermeerderen met de bedragen, genoemd in de bijlage `Extra bekostiging voor prijsontwikkeling investeringen' horende bij de brief van de minister aan Stichting AAP van 13 juni 2003, kenmerk OWB/FO/2003/17641.

Paragraaf 2. Subsidieaanvraag

Artikel 5. Termijn indiening

  • 1 De subsidieaanvraag voor het boekjaar 2003 wordt ingediend vóór 1 augustus 2003.

  • 2 Indien afspraken als bedoeld in artikel 3, tweede lid, van het Convenant zijn gemaakt, dient Stichting AAP binnen zes weken een subsidieaanvraag voor een subsidie voor meerdere boekjaren in.

Paragraaf 3. Subsidieverlening

Artikel 6. Subsidieverlening voor meerdere boekjaren

  • 1 Een subsidie voor meerdere boekjaren wordt uitsluitend verleend nadat aan de voorwaarden gesteld in artikel 3, eerste en tweede lid, van het Convenant is voldaan.

  • 2 Het aantal boekjaren waarvoor subsidie wordt verleend, hangt af van de beschikbare middelen in relatie tot de in artikel 3, vierde lid, van het Convenant opgenomen tabel als verhoogd of verlaagd op grond van het bepaalde in de leden zes tot en met acht van dat artikel.

Artikel 7. Tijdvak subsidieverlening

  • 1 Subsidie voor de investeringskosten van de huisvesting te Relleu, País Valenciano, te Spanje wordt verleend voor de periode vanaf 1 januari 2003 tot en met 31 december 2032.

  • 2 Subsidie voor de investeringskosten van de huisvesting te Almere wordt verleend voor de periode vanaf 1 januari 2003 tot en met 31 december 2033.

  • 3 Subsidie voor de exploitatiekosten van de huisvesting, verzorging en behandeling van de te Almere gehuisveste chimpansees wordt verleend met ingang van de datum van de eerste eigendomsoverdracht als bedoeld in artikel 1, derde lid, van het Convenant voor een periode van 28 jaar.

  • 4 Subsidie voor de exploitatiekosten van de huisvesting, verzorging en behandeling van de te Relleu (Spanje) gehuisveste chimpansees wordt verleend met ingang van de datum van de eerste eigendomsoverdracht als bedoeld in artikel 1, derde lid, van het Convenant voor een periode van 29 jaar.

  • 5 In afwijking van het in het eerste, tweede, derde en vierde lid bepaalde, eindigt het tijdvak van subsidieverlening indien:

    • a. Het Convenant vóór het verstrijken van een genoemd subsidietijdvak wordt opgezegd of ontbonden;

    • b. Het Convenant vóór het verstrijken van een genoemd subsidietijdvak van rechtswege eindigt.

Artikel 8. Niet vervullen begrotingsvoorwaarde

In het gevallen van het niet vervullen van de voorwaarde, bedoeld in artikel 4:34, eerste lid,van de Awb, wordt het op grond van artikel 3 verleende subsidiebedrag verlaagd tot het bedrag van de subsidie dat na de vaststelling of goedkeuring van de begroting ter beschikking staat.

Paragraaf 4. Verplichtingen subsidieontvanger

Artikel 9. Informatieplicht

  • 1 Stichting AAP werkt mee aan door of namens de minister ingestelde onderzoekingen die erop gericht zijn de minister inlichtingen te verschaffen ten behoeve van de ontwikkeling van het beleid.

  • 2 Stichting AAP informeert de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de minister in de gevallen en op de wijze zoals overeengekomen in het Convenant en de daarbij horende bijlagen.

Artikel 10. Subsidieverplichtingen

Stichting AAP geeft uitvoering aan hetgeen in het Convenant en de daarbij horende bijlagen is overeengekomen.

Paragraaf 5. Subsidievaststelling

Artikel 11. Subsidievaststelling

Bij subsidieverlening voor meerdere boekjaren verstrekt Stichting AAP binnen zes maanden na afloop van elk van de boekjaren waarvoor subsidie is verleend de gegevens die nodig zijn voor het vaststellen van de subsidie voor dat jaar.

Artikel 12. Nadere voorschriften ten aanzien van het financieel

  • 1 De minister stelt voor de inrichting van het financieel verslag een Richtlijn voor de Jaarverslaggeving vast.

  • 2 De minister sluit ter verantwoording van de door Stichting AAP verrichte activiteiten een Indicatorenconvenant met Stichting AAP.

  • 3 De minister stelt ten behoeve van de accountantscontrole een Controleprotocol vast.

Paragraaf 6. Betaling

Artikel 13. Voorschotten

  • 1 Het op grond van artikel 3, eerste en tweede lid, verleende subsidiebedrag wordt als voorschot verstrekt, te weten voor elk jaar in 12 gelijke maandtermijnen steeds ad 1/12 deel van het jaarsubsidiebedrag.

  • 2 Bij subsidieverlening voor meerdere boekjaren verstrekt de minister het op grond van artikel 3, derde lid, verleende subsidiebedrag in een keer als voorschot.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,

M.J.A. van der Hoeven