Regeling bestrijding maïswortelkever, boktor en kastanjegalwesp

In deze regeling wordt verstaan onder:

• a. Minister: Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie;

• b. maïswortelkever: het organisme Diabrotica virgifera virgifera Le Conte;

• c. haard: terrein waar de maïswortelkever wordt aangetroffen;

• d. kerngebied maïswortelkever: een krachtens artikel 2, eerste lid, van deze regeling aangewezen gebied;

• e. veiligheidszone maïswortelkever: een krachtens artikel 2, tweede lid, van deze regeling aangewezen gebied;

• f. maïs: een plant of plantaardig product van het gewas een variëteit van de soort Zea mays L;

• g. tuin: grond, waarop anders dan ter uitoefening van een bedrijf, de land- of tuinbouw wordt uitgeoefend;

• h. het schadelijke organisme: Anoplophora chinensis (Forster);

• i. gevoelige planten: voor opplant bestemde planten, met uitzondering van zaden, van Acer spp., Aesculus hippocastanum, Alnus spp., Betula spp., Carpinus spp., Citrus spp., Corylus spp., Cotoneaster spp., Fagus spp., Lagerstroemia spp., Malus spp., Platanus spp., Populus spp., Prunus spp., Pyrus spp., Salix spp., en Ulmus spp.;

• j. beschikking nr. 2008/840/EG: beschikking nr. 2008/840/EG van de Commissie van 7 november 2008 tot vaststelling van noodmaatregelen om het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van Anoplophora chinensis (Forster) te voorkomen (PbEU L 300/36);

• k. besmette zone: krachtens artikel 11, eerste lid, van deze regeling aangewezen zone;

• l. bufferzone: krachtens artikel 11, tweede lid, van deze regeling aangewezen zone;

• m. afgebakende gebieden: in de Gemeenschap, overeenkomstig artikel 5 van beschikking nr. 2008/840/EG, vastgestelde besmette zones en bufferzones;

• n. derde land: niet tot de Europese Gemeenschappen behorende staat, alsmede Ceuta en Melilla;

• o. kastanjegalwesp: het organisme Dryocosmus kuriphilus Yasumatsu;

• p. besmet gebied kastanjegalwesp: in bijlage I opgenomen en overeenkomstig bijlage II, onderdeel 1, onder 1, sub a, bij beschikking 2006/464/EG afgebakende zone;

• q. kerngebied kastanjegalwesp:in bijlage I opgenomen en overeenkomstig bijlage II, onderdeel 1, onder 1, sub b, bij beschikking 2006/464/EG afgebakende zone;

• r. buffergebied kastanjegalwesp: in bijlage I opgenomen en overeenkomstig bijlage II, onderdeel 1, onder 1, sub c, bij beschikking 2006/464/EG afgebakende zone.

• 1 Als kerngebied maïswortelkever worden door de Minister gebieden aangewezen met een straal van minimaal 1 kilometer rond een haard.

• 2 Als veiligheidszone maïswortelkever worden door de Minister gebieden aangewezen met een straal van minimaal 4 kilometer rond het aangewezen kerngebied maïswortelkever.

• 3 De in het eerste en tweede lid bedoelde gebieden worden aangegeven op door de Minister gewaarmerkte kaarten. Deze kaarten liggen ter inzage bij de inzage balie van het Service Center van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, het hoofdkantoor van de Plantenziektenkundige Dienst te Wageningen en de locatiekantoren van de Plantenziektenkundige Dienst gelegen in of in de meeste nabijheid van de gebieden.

• 4 Op de kaarten, bedoeld in het derde lid, wordt voor elk kerngebied maïswortelkever en elke veiligheidszone maïswortelkever aangegeven in welk jaar de maïswortelkever voor het eerst is aangetoond.

• 5 Van het vaststellen, wijzigen en opheffen van de in het eerste lid en het tweede lid bedoelde gebieden wordt mededeling gedaan in de Staatscourant.

• 1 Het is verboden maïs die wordt of is geteeld op een terrein, gelegen binnen een kerngebied maïswortelkever vóór 1 oktober van het jaar waarin de maïswortelkever in dat kerngebied maïswortelkever is aangetoond:

  • a. te oogsten;

  • b. vanuit het kerngebied maïswortelkever te verhandelen, te verplaatsen of te vervoeren.

• 2 De Minister kan besluiten dat de in het eerste lid bedoelde datum voor een bij dat besluit aan te wijzen kerngebied maïswortelkever wordt vervroegd. Van dit besluit wordt mededeling gedaan in de Staatscourant.

• 1 De eigenaar of houder van een terrein dat is gelegen in een kerngebied maïswortelkever is verplicht de maïs die op het terrein wordt geteeld, in het jaar waarin de maïswortelkever voor het eerst is aangetoond, binnen drie dagen na de aanwijzing van het kerngebied maïswortelkever te behandelen of te laten behandelen overeenkomstig de door de Minister gegeven voorschriften met een daartoe op grond van artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden bij besluit aangewezen gewasbeschermingsmiddel.

• 2 Tot 1 oktober van het jaar, bedoeld in het eerste lid, wordt de behandeling telkens na een periode van minimaal 13 en maximaal 15 dagen herhaald.

• 3 De Minister kan, afhankelijk van de mate van aanwezigheid in een kerngebied maïswortelkever van de maïswortelkever, bepalen dat minder of meer behandelingen moeten worden uitgevoerd. Van dit besluit wordt mededeling gedaan in de Staatscourant.

• 4 De eigenaar of houder van een terrein, waar behandelingen als bedoeld in dit artikel worden uitgevoerd, voert een deugdelijke registratie waaruit is op te maken hoeveel behandelingen zijn uitgevoerd en wanneer die behandelingen hebben plaatsgevonden.

In het eerste jaar na het jaar waarin de maïswortelkever in een kerngebied maïswortelkever is aangetoond, dan wel, voor zover de maïswortelkever in opvolgende latere jaren in dat kerngebied maïswortelkever wordt aangetoond, in het eerste jaar na het jaar van de laatste vondst, is de eigenaar of houder van een terrein waarop maïs wordt geteeld en welke is gelegen in het kerngebied maïswortelkever of de daarbij behorende veiligheidszone maïswortelkever, verplicht die maïs te behandelen of te laten behandelen overeenkomstig door de Minister te geven voorschriften. Van de voorschriften wordt mededeling gedaan in de Staatscourant.

De eigenaar of houder van een terrein gelegen in een kerngebied maïswortelkever is verplicht opslag van maïs te bestrijden.

• 1 Tot 1 mei van het laatste jaar na het jaar waarin de maïswortelkever in een kerngebied maïswortelkever is aangetoond, is het verboden installaties, transportmiddelen, werktuigen of gereedschappen te verplaatsen dan wel te vervoeren buiten dat kerngebied maïswortelkever vanuit een terrein, waarop maïs wordt of is geteeld en welke geheel of gedeeltelijk is gelegen binnen dat kerngebied maïswortelkever.

• 2 Het verbod, gesteld in het eerste lid, is niet van toepassing indien de installaties, transportmiddelen, werktuigen of gereedschappen, bedoeld in het eerste lid, zijn gereinigd van alle grond en plantenresten.

Het is verboden grond of andere cultuurmedia of resten daarvan afkomstig van een terrein, waarop maïs wordt of is geteeld, gelegen binnen een kerngebied maïswortelkever, te verplaatsen dan wel te vervoeren buiten dat kerngebied maïswortelkever voorzover die grond of andere cultuurmedia en resten daarvan kennelijk zijn bestemd om te worden aangewend voor landbouwkundige doeleinden.

• 1 Het is verboden op een terrein dat is gelegen in een kerngebied maïswortelkever, maïs meer dan eenmaal per drie opeenvolgende jaren op een zelfde terrein te telen, te rekenen vanaf 1 januari van het jaar waarin dat kerngebied maïswortelkever is aangewezen.

• 2 In afwijking van het eerste lid is het te rekenen vanaf 1 januari van het jaar volgend op het jaar waarin de maïswortelkever in een kerngebied maïswortelkever is aangetoond, verboden maïs te telen in tuinen, welke zijn gelegen in dat kerngebied maïswortelkever.

Het is verboden op een terrein dat is gelegen in een veiligheidszone, maïs meer dan eenmaal per twee opeenvolgende jaren op een zelfde terrein te telen, te rekenen vanaf 1 januari van het jaar waarin die veiligheidszone is aangewezen.

• 1 Indien een terrein door de aanwezigheid van meer haarden zowel in een kerngebied maïswortelkever als in een veiligheidszone maïswortelkever ligt, dan wordt dat terrein als liggende in een kerngebied maïswortelkever aangemerkt.

• 2 Bij bepaling van de toepasselijkheid van de bepalingen van deze regeling voor een terrein wordt uitgegaan van het jaar, waarin het kerngebied maïswortelkever of de veiligheidszone maïswortelkever waarin het terrein ligt, voor het laatst werd aangemerkt als kerngebied maïswortelkever of veiligheidszone maïswortelkever.

Indien in een kerngebied maïswortelkever gedurende twee jaar na het laatste jaar waarin in dat kerngebied maïswortelkever de aanwezigheid van de maïswortelkever is aangetoond, geen maïswortelkever meer is aangetoond, vervalt de aanwijzing van dat kerngebied maïswortelkever en de bijbehorende veiligheidszone maïswortelkever.

• 1 Als besmette zones zijn aangewezen de in bijlage II, onderdeel 1, genoemde en gemarkeerde gebieden en de besmette zones die zijn aangewezen voor 14 september 2011 en overeenkomstig het toen geldende artikel 11 van deze regeling, ter inzage zijn gelegd.

• 2 Als bufferzones zijn aangewezen de in bijlage II, onderdeel 2, genoemde en gemarkeerde gebieden en de bufferzones die zijn aangewezen voor 14 september 2011 en overeenkomstig het toen geldende artikel 11 van deze regeling, ter inzage zijn gelegd.

• 3 De Minister is bevoegd de voor 14 september 2011 aangewezen zones in te trekken. Van een dergelijk besluit wordt mededeling gedaan in de Staatscourant.

• 1 De gevoelige planten, van oorsprong uit de afgebakende gebieden in de Gemeenschap, mogen alleen binnen de Gemeenschap worden vervoerd indien zij voldoen aan de voorwaarden zoals gesteld in punt 1 van sectie II van bijlage I van beschikking nr. 2008/840/EG.

• 2 De gevoelige planten, ingevoerd overeenkomstig artikel 12i van de Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten afkomstig uit derde landen waarvan bekend is dat het schadelijke organisme er voorkomt, mogen alleen binnen de Gemeenschap worden vervoerd indien zij voldoen aan de voorwaarden van punt 2 van sectie II van bijlage I van beschikking nr. 2008/840/EG.

Planten of delen van planten van het geslacht Castanea Mill., bestemd voor opplant, met uitzondering van vruchten en zaden, afkomstig uit een besmet gebied kastanjegalwesp, een kerngebied kastanjegalwesp of een buffergebied kastanjegalwesp worden niet vervoerd.

• 1 Het is verboden materiaal van in bijlage III opgenomen waardplanten met een doorsnede groter dan 2,5 centimeter, afkomstig van in het in bijlage IV beschreven buffergebied Anoplophora glabripennis (Motschulsky) te vervoeren of te bewerken, tenzij met voorafgaande toestemming van de Minister met het oog op de vernietiging van het materiaal.

• 2 De Minister kan voorwaarden verbinden aan de in het eerste lid bedoelde toestemming.

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling bestrijding maïswortelkever, boktor en kastanjegalwesp.

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.