Besluit tarieven in strafzaken 2003

Geraadpleegd op 21-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 19-12-2014 en zichtdatum 03-01-2017.
Geldend van 01-01-2013 t/m heden

Besluit van 16 augustus 2003, houdende vaststelling van tarieven voor vergoedingen als bedoeld in de artikelen 3, 4, 6, 7, 17 en 18 van de Wet tarieven in strafzaken (Besluit tarieven in strafzaken 2003)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 21 mei 2003, kenmerk 5226041/03/6;

Gelet op de artikelen 3, 4, 6, 7, 17 en 18 van de Wet tarieven in strafzaken;

De Raad van State gehoord (advies van 10 juli 2003, nr. W03.03.0191/I);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie van 12 augustus 2003, directie Wetgeving, nr. 5236339/03/6;

Hebben goedgevonden en verstaan:

§ 1. Definitiebepalingen

Artikel 1

§ 2. Vergoedingen voor werkzaamheden en tijdverzuim

Artikel 2

  • 1 Het tarief voor de vergoeding van werkzaamheden als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel a, van de wet, verricht door geneeskundigen, bedraagt, voor het verrichten van:

    • a. psychiatrisch onderzoek, ten hoogste € 116,09 per uur;

    • b. onderzoek van iemand die gestoord is in zijn geestvermogens en afgifte van een verklaring, benodigd voor gedwongen opneming van de patiënt in een psychiatrisch ziekenhuis, ten hoogste € 116,09;

    • c. onderzoek en afgifte van een verklaring omtrent de conclusies van een onderzoek als bedoeld onder b door een controlerend geneeskundige of een rayonarts, € 13,16 respectievelijk, indien het onderzoek met spoed moet worden verricht, € 25,87.

  • 2 Voor het verrichten van een psychiatrisch onderzoek als bedoeld in het eerste lid, onder a, voor zover deze inhoudt het opstellen van een psychiatrisch rapport over een volwassene, komt ten behoeve van een monorapportage ten hoogste veertien uur en ten behoeve van een dubbelrapportage of tripelrapportage ten hoogste achttien uur voor vergoeding in aanmerking.

  • 3 Voor het verrichten van een psychiatrisch onderzoek als bedoeld in het eerste lid, onder a, voor zover deze inhoudt het opstellen van een psychiatrisch rapport over een jeugdige, komt ten behoeve van een monorapportage ten hoogste achttien uur en ten behoeve van een dubbelrapportage of tripelrapportage ten hoogste tweeëntwintig uur voor vergoeding in aanmerking.

Artikel 3

  • 1 Het tarief voor de vergoeding van werkzaamheden als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel a, van de wet, verricht door psychologen, bedraagt, voor het verrichten van psychologisch onderzoek, ten hoogste  € 89,10 per uur.

  • 2 Voor het verrichten van een psychologisch onderzoek als bedoeld in het eerste lid, voor zover deze inhoudt het opstellen van een psychologisch rapport over een volwassene, komt ten behoeve van een monorapportage ten hoogste achttien uur en ten behoeve van een dubbelrapportage of tripelrapportage ten hoogste twintig uur voor vergoeding in aanmerking.

  • 3 Voor het verrichten van een psychologisch onderzoek als bedoeld in het eerste lid, voor zover deze inhoudt het opstellen van een psychologisch rapport over een jeugdige, komt ten behoeve van een monorapportage ten hoogste tweeëntwintig uur en ten behoeve van een dubbelrapportage of tripelrapportage ten hoogste vierentwintig uur voor vergoeding in aanmerking.

Artikel 4

  • 2 In afwijking van het eerste lid behouden tolken die vóór 1 oktober 2000 reeds een hogere uurvergoeding voor hun werkzaamheden ontvingen, het recht op een hogere vergoeding.

    Deze vergoeding bedraagt:

    • a. voor tolken in Europese talen € 46,29 per uur;

    • b. voor tolken in veelbeheerste niet-Europese talen € 48,60 per uur;

    • c. voor tolken in overige niet-Europese talen € 54,- per uur.

  • 4 De tolken genoemd in het eerste tot en met derde lid, die werkzaamheden verrichten bij de gerechten, ontvangen een voorrijtarief van  € 20,23. Een tolk kan per gerecht maximaal tweemaal per dag aanspraak maken op het voorrijtarief. Om voor de tweede maal voor dit tarief in aanmerking te komen dienen er twee uren tussen het einde van de eerste en de aanvang van de volgende dienst te zijn gelegen.

Artikel 5

Het tarief voor de vergoeding van werkzaamheden als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel a, van de wet, bedraagt voor vertalers voor vertalingen uit of in:

  • a. het Duits, Engels of Frans, € 0,79 per regel;

  • b. andere veelbeheerste Europese talen € 1,20 per regel;

  • c. overige Europese talen € 1,51 per regel;

  • d. veel beheerste niet-Europese talen € 1,51 per regel;

  • e. overige niet-Europese talen € 1,69 per regel.

Artikel 5a

  • 1 Bij ministeriële regeling kan bij wege van experiment, in het belang van het streven naar marktwerking op het gebied van de werkzaamheden van tolken en vertalers, voor een periode van maximaal drie jaren in dier voege worden afgeweken van de artikelen 4, eerste, tweede en derde lid, en 5 dat de daarin genoemde tarieven als maximumtarieven gelden.

  • 2 Indien toepassing wordt gegeven aan het eerste lid, wordt in ieder geval bepaald:

    • a. in welke arrondissementen de experimenten plaatsvinden;

    • b. gedurende welke periode de experimenten plaatsvinden en vanaf welk moment deze periode aanvangt;

    • c. welke regels daarbij in acht worden genomen; en

    • d. de wijze waarop tot de vaststelling wordt gekomen of de experimenten zodanig geslaagd zijn, dat de voorschriften waarvan bij wege van deze experimenten is afgeweken, zouden moeten worden gewijzigd.

Artikel 6

Voor werkzaamheden als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel a, van de wet, waarvoor geen speciaal tarief is bepaald, geldt, naar gelang de werkzaamheden niet of in meer of mindere mate van wetenschappelijke of bijzondere aard zijn, een tarief van ten hoogste € 116,09 per uur, met dien verstande dat:

  • a. het tarief voor vergoedingen van verrichtingen van medische aard het door de Nederlandse Zorgautoriteit vastgestelde tarief bedraagt;

  • b. het tarief voor vergoedingen van verpleging in een zorginstelling het voor deze vergoedingen geldende tarief in de laagste klasse bedraagt.

Artikel 7

De tarieven, genoemd in de artikelen 2 tot en met 6, worden met de helft verhoogd voor werkzaamheden die ingevolge het daartoe strekkende verzoek of de gegeven opdracht moeten worden verricht op:

  • a. zaterdag;

  • b. zondag;

  • c. een in artikel 3 van de Algemene termijnenwet genoemde algemeen erkende feestdag of een bij of krachtens dat artikel daarmee gelijkgestelde dag;

  • d. op een andere dag, dan omschreven onder a tot en met c, tussen 0.00 en 08.00 uur of tussen 20.00 en 24.00 uur.

Artikel 8

  • 1 Het tarief voor vergoedingen wegens tijdverzuim als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel b, van de wet bedraagt, indien deze vergoedingen worden verstrekt aan:

    • a. geneeskundigen, bevoegd tot uitoefening van de praktijk in Nederland, ten hoogste € 116,09 per uur;

    • b. psychologen, bevoegd tot uitoefening van de praktijk in Nederland, ten hoogste € 89,10 per uur;

    • c. vertalers € 40,45 per uur;

    • d. andere personen aan wie werkzaamheden zijn opgedragen, naar gelang de werkzaamheden niet of in meer of mindere mate van wetenschappelijke of bijzondere aard zijn, ten hoogste € 116,09 per uur;

    • e. getuigen, met uitzondering van minderjarigen die geen inkomsten derven, aan voogden die wegens een strafzaak tegen een onder hun gezag staande minderjarige ingevolge het Wetboek van Strafvordering moeten worden opgeroepen, aan curatoren, bij toepassing van artikel 509d van dat Wetboek, en aan noodzakelijke geleiders van personen als hiervoor bedoeld, van personen aan wie werkzaamheden zijn opgedragen, van verdachten en van gerekwestreerden, € 6,81 per uur.

  • 2 De in het eerste lid bedoelde vergoeding komt voor de tijd, besteed aan de reis, niet toe aan:

    • a. geneeskundigen, psychologen en andere personen aan wie werkzaamheden zijn opgedragen van wetenschappelijke of bijzondere aard;

    • b. tolken en vertalers.

  • 3 Indien vergoeding wordt toegekend voor een plaatsvervanger, wordt de voor tijdverzuim toe te kennen vergoeding daarop in mindering gebracht.

Artikel 9

  • 1 Voor de vaststelling van de uurvergoeding als bedoeld in de artikelen 2 tot en met 8 geldt een gedeelte van een uur gelijk aan een half uur of korter, als een half uur, en een gedeelte langer dan een half uur als een heel uur.

  • 2 Voor tijdverzuim als bedoeld in artikel 8 is per dag een vergoeding verschuldigd voor ten hoogste negen uur.

Artikel 10

  • 1 Voor een lokaliteit, door een gemeente beschikbaar gesteld ingevolge een verzoek als bedoeld in artikel 4 van de wet is, indien de vergoeding voor het gebruik in een plaatselijke belastingverordening is geregeld, aan de gemeente een vergoeding verschuldigd overeenkomstig die verordening.

  • 2 In andere gevallen dan bedoeld in het eerste lid wordt de vergoeding berekend naar het plaatselijk gangbare tarief. Wanneer dit tarief afhankelijk is gesteld van een indeling naar klassen, dan wordt de vergoeding berekend naar het tarief voor de laagste klasse. Bij vergoeding volgens dagtarief is voor beschikbaarstelling gedurende zes uur of korter de halve dagprijs, voor meer dan zes uur de hele dagprijs verschuldigd.

  • 3 Bijkomende kosten kunnen overeenkomstig plaatselijk gebruik worden vergoed.

§ 3. Vergoedingen voor reis- en verblijfkosten

Artikel 11

  • 1 Het tarief voor vergoedingen wegens reis- en verblijfkosten als bedoeld in artikel 6 van de wet bedraagt, indien deze vergoedingen worden verstrekt aan:

    • a. personen als bedoeld in artikel 8, tweede lid, onder a, € 2,70 per retourkilometer;

    • b. personen als bedoeld in artikel 8, tweede lid, onder b, € 1,54 per retourkilometer;

    • c. personen aan wie op grond van artikel 3, derde lid, sub c, d of e, van de wet, geen vergoeding wegens tijdverzuim toekomt, het tarief, gesteld in het Reisbesluit binnenland;

    • d. personen aan wie werkzaamheden zijn opgedragen die niet van wetenschappelijke of bijzondere aard zijn, aan getuigen, aan voogden die wegens een strafzaak tegen een onder hun gezag staande minderjarige ingevolge het Wetboek van Strafvordering moeten worden opgeroepen, aan curatoren, bij toepassing van artikel 509d van dat Wetboek, en aan noodzakelijke geleiders van personen als hiervoor bedoeld, van personen aan wie werkzaamheden zijn opgedragen, van verdachten en van gerekwestreerden, een tarief waarvan de hoogte gelijk is aan de reiskosten per openbaar middel van vervoer, laagste klasse dan wel een kilometervergoeding van € 0,28 per kilometer indien openbaar vervoer niet of niet voldoende mogelijk is, alsmede verblijfkosten tot ten hoogste € 37,85 per dag, met inbegrip van overnachting; het tarief voor de vergoeding van het gebruik van een eigen auto bedraagt ten hoogste  € 0,28 per kilometer.

  • 2 Het aantal retourkilometers, bedoeld in het eerste lid, onder a en b, wordt berekend naar de kortste reisroute.

  • 3 Voor het gebruik van een bijzonder middel van vervoer in de gevallen, bedoeld in artikel 7 van de wet, wordt een vergoeding verstrekt, berekend naar de werkelijke kosten.

  • 4 Vergoeding voor reis- en verblijfkosten wordt niet meer dan eenmaal toegekend, ook al wordt de reis gemaakt ten behoeve van verschillende zaken.

§ 4. Vergoedingen voor afschriften, uittreksels, inlichtingen en het uitbrengen van exploiten

Artikel 12

  • 1 Behalve voor de gevallen, bedoeld in artikel 17, tweede lid, van de wet, wordt evenmin recht geheven voor:

    • a. het geven van inzage in vonnissen, arresten, registers of andere stukken waarvan kennisneming geoorloofd is, of voor het verstrekken van inlichtingen aan de verdachte, de gewezen verdachte, gerekwestreerde, de gewezen gerekwestreerde, de benadeelde partij; voor de benadeelde partij geldt dit ook indien deze zich niet in de strafzaak voegt, echter slechts ingeval hij belang heeft bij de gewenste gegevens en hij niet in staat is enig recht te betalen;

    • b. het verstrekken van afschriften van of uittreksels uit vonnissen, arresten, registers of andere stukken waarvan kennisneming geoorloofd is, aan de verdachte, de gewezen verdachte, de gerekwestreerde, de gewezen gerekwestreerde of de benadeelde partij, voor zover zij daarbij belang hebben, niet op andere wijze in de behoefte kunnen voorzien en niet in staat zijn enig recht te betalen; voor de benadeelde partij geldt dit ook indien deze zich niet in de strafzaak voegt.

  • 2 In de gevallen waarin personen als bedoeld in het eerste lid geen recht verschuldigd zijn, wordt evenmin recht in rekening gebracht aan de advocaat of de gemachtigde van deze personen.

  • 3 In de overige gevallen kan de griffier een recht berekenen van:

    • a. € 3,18 per aanvraag voor inzage van en voor het verstrekken van afschriften van en uittreksels en inlichtingen uit vonnissen, arresten, registers of andere stukken waarvan kennisneming geoorloofd is, betrekking hebbende op één zaak, tenzij de aanvrager recht heeft op kosteloze inzage van of inlichtingen uit de desbetreffende stukken;

    • b. € 0,18 per bladzijde voor afschriften van de onder a vermelde stukken, tenzij ingevolge enig wettelijk voorschrift een lager bedrag moet worden berekend; geen recht is verschuldigd, indien op een aanvraag om inzage, afschriften of inlichtingen afwijzend moet worden beschikt, omdat geen inzage mag worden verleend, of geen inlichtingen of afschriften mogen worden verstrekt.

  • 4 De belanghebbende kan tegen een weigering van de griffier tot toepassing van het eerste of tweede lid en tegen een beschikking op grond van het derde lid schriftelijk bezwaar indienen bij de voorzieningenrechter van het gerecht en, indien het de Hoge Raad betreft, bij de president van de Hoge Raad. De artikelen 10 tot en met 13 van de wet zijn van overeenkomstige toepassing.

  • 5 Onze Minister van Justitie kan bepalen dat voor een door hem aan te wijzen doel van algemeen belang niet-getekende afschriften en uittreksels kunnen worden afgegeven, inzage kan worden verleend en inlichtingen kunnen worden verstrekt tegen betaling van een door hem aan te geven lager recht, dan het in het derde lid genoemde, of zonder betaling van enig recht.

Artikel 13

Voor het uitbrengen van exploiten ingevolge bijzondere wetten is aan de deurwaarders een vergoeding verschuldigd, berekend naar de in het Besluit tarieven ambtshandelingen gerechtsdeurwaarders bepaalde tarieven.

§ 5. Diverse bepalingen; buitengewone kosten, niet voorziene kosten en omzetbelasting

Artikel 14

  • 1 Tot de in artikel 2 van de wet bedoelde buitengewone, bij en krachtens die wet niet voorziene kosten worden gerekend de vergoedingen voor werkzaamheden, verricht door personen ten aanzien van wie in verband met hun verblijf in het buitenland wordt afgeweken van de tarieven, genoemd in de artikelen 2 tot en met 9 en 11.

  • 2 Bij deze niet voorziene kosten komen de reis- en verblijfkosten van deze personen en de kosten wegens tijdverzuim en daarmee verband houdende noodzakelijke kosten eveneens voor vergoeding in aanmerking.

Artikel 15

De bedragen, genoemd in dit besluit, worden verhoogd met de omzetbelasting die daarover is verschuldigd.

§ 6. Slotbepalingen

Artikel 22

Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 16 augustus 2003

Beatrix

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

Uitgegeven de tweede september 2003

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner