Besluit ozonlaagafbrekende stoffen milieubeheer

[Regeling vervallen per 30-06-2011.]
Geraadpleegd op 15-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-06-2008 en zichtdatum 01-06-2008.
Geldend van 01-06-2008 t/m 31-12-2009

Besluit van 25 augustus 2003, houdende nieuwe regels betreffende stoffen die de ozonlaag afbreken (Besluit ozonlaagafbrekende stoffen Wms 2003)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 16 juli 2002, nr. MJZ2002060834, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;

Gelet op verordening (EG) nr. 2037/2000 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 29 juni 2000 betreffende de ozonlaag afbrekende stoffen (PbEG L 244) en artikel 24 van de Wet milieugevaarlijke stoffen;

De Raad van State gehoord (advies van 22 oktober 2002, nr. WO8.02.0336/V);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 22 juli 2003, nr. MJZ 2003070049, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 30-06-2011]

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a. Verordening: verordening (EG) nr. 2037/2000 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 29 juni 2000 betreffende de ozonlaag afbrekende stoffen (PbEG L 244);

  • b. gereguleerde stoffen: stoffen, genoemd in artikel 2 van de Verordening.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 30-06-2011]

Daar waar de Verordening een bevoegdheid toekent aan de bevoegde instantie van een lidstaat is Onze Minister bevoegd te handelen.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 30-06-2011]

Het is verboden:

  • a. te handelen in strijd met de verboden, gesteld bij artikel 3, eerste lid, artikel 4, eerste lid in samenhang met het vierde lid, zesde lid, artikel 5, eerste lid, in samenhang met het tweede tot en met vijfde lid, artikel 8, artikel 9, eerste lid, artikel 11, artikel 14, eerste lid, in samenhang met de artikelen 8, 9 en 11, tweede en derde lid, en artikel 22, eerste lid, van de Verordening;

  • b. te handelen in strijd met de voorschriften gesteld bij artikel 3, derde lid, artikel 4, derde en vijfde lid, artikel 12, derde lid, artikel 16, derde en vierde lid, en artikel 19, eerste, derde en vierde lid en lid 4 bis, van de Verordening;

  • c. te handelen in strijd met een voorschrift dat is verbonden aan een vergunning, verleend krachtens artikel 6, eerste lid, of artikel 12, eerste en vierde lid, van de Verordening;

  • d. te handelen in strijd met de toestemming, verleend krachtens artikel 13 van de Verordening;

  • e. methylbromide te produceren.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 30-06-2011]

  • 1 Een eigenaar van de apparatuur, bedoeld in artikel 16, eerste en tweede lid, van de Verordening, waarin zich gereguleerde stoffen bevinden, draagt er zorg voor dat bij het onderhoud van de apparatuur of voor de ontmanteling of verwijdering daarvan, emissie van gereguleerde stoffen zoveel mogelijk wordt beperkt en dat de gereguleerde stoffen worden teruggewonnen voor recycling, regeneratie of vernietiging met door Onze Minister goedgekeurde technieken.

  • 2 Bij ministeriële regeling worden voorschriften gegeven ter bevordering van de terugwinning, recycling, regeneratie en vernietiging van gereguleerde stoffen, alsmede voorschriften waaraan bedrijven die zodanige activiteiten verrichten ten minste voldoen.

  • 3 Bij ministeriële regeling worden opleidingseisen gegeven waaraan het personeel dat werkzaam is in een terugwinnings-, vernietigings-, recycling- of regeneratie-installatie voor gereguleerde stoffen ten minste voldoet, alsmede voorschriften omtrent een te verkrijgen diploma en de geldigheidsduur van dat diploma.

  • 4 Handelingen als bedoeld in het tweede lid, zijn uitsluitend toegestaan aan een natuurlijke persoon die beschikt over een diploma als bedoeld in het derde lid, dat is afgegeven door een instelling die door Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen is erkend.

  • 5 De eigenaar, bedoeld in het eerste lid, draagt er zorg voor dat de gegevens over de hoeveelheden gebruikte gereguleerde stoffen die zijn teruggewonnen, gerecycleerd, geregenereerd of vernietigd, overeenkomstig door Onze Minister te stellen regels worden geregistreerd en zendt deze toe aan Onze Minister.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 30-06-2011]

  • 1 Het is verboden gereguleerde stoffen bedrijfsmatig toe te passen of voorhanden te hebben in apparatuur, indien die apparatuur onvoldoende lekdicht is.

  • 2 Bij ministeriële regeling worden regels gegeven:

    • a. om lekkage van gereguleerde stoffen en, indien gereguleerde stoffen als grondstof of technische hulpstof in chemicaliën worden gebruikt of onopzettelijk bij de vervaardiging van andere chemicaliën worden geproduceerd, te voorkomen of tot een minimum te beperken,

    • b. inzake het controleren van vaste apparatuur met meer dan 3 kilogram koelvloeistof en over de wijze waarop die controle geschiedt,

    • c. waaraan een bedrijf dat installatie-, controle- en onderhoudswerkzaamheden verricht ten minste voldoet.

  • 3 Voorzover niet krachtens de

    Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden voorschriften zijn gegeven omtrent opleiding en examinering, worden bij ministeriële regeling zodanige voorschriften gegeven waaraan degenen die werken met gereguleerde stoffen en degenen die controles verrichten op apparatuur waaruit gereguleerde stoffen kunnen lekken, ten minste voldoen. Tot die voorschriften behoren in elk geval voorschriften omtrent een te verkrijgen diploma en de geldigheidsduur van dat diploma.

  • 4 Het tijdens onderhouds- of installatiewerkzaamheden aan apparatuur bedrijfsmatig toepassen van gereguleerde stoffen is uitsluitend toegestaan aan een natuurlijke persoon die beschikt over een diploma als bedoeld in het derde lid, dat is afgegeven door een instelling die door Onze Minister of door Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen is erkend.

  • 5 Bij ministeriële regeling kunnen voorschriften worden gegeven waaraan een instelling als bedoeld in het vierde lid voldoet om te kunnen worden erkend.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 30-06-2011]

[Red: Wijzigt het Besluit inzake stoffen die de ozonlaag aantasten 1995.]

Artikel 8

[Regeling vervallen per 30-06-2011]

[Red: Wijzigt het Besluit beheer wit- en bruingoed.]

Artikel 9

[Regeling vervallen per 30-06-2011]

[Red: Wijzigt het Transactiebesluit milieudelicten.]

Artikel 11

[Regeling vervallen per 30-06-2011]

[Red: Wijzigt het Besluit implementatie EG-verbodsrichtlijn Wms 1998.]

Artikel 12

[Regeling vervallen per 30-06-2011]

[Red: Wijzigt het Besluit PAK-houdende coatings en producten Wms 2003.]

Artikel 13

[Regeling vervallen per 30-06-2011]

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag waarop vier weken zijn verstreken sedert de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Artikel 14

[Regeling vervallen per 30-06-2011]

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit ozonlaagafbrekende stoffen milieubeheer.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 25 augustus 2003

Beatrix

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

P. L. B. A. van Geel

Uitgegeven de zestiende september 2003

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner