Vrijstellingsregeling buitenlandse kapiteins voor de sector koopvaardij

Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2013. Zie het overzicht van wijzigingen.
[Regeling treedt (deels) in werking per 05-09-2003.]
Geraadpleegd op 24-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2002 en zichtdatum 18-12-2024.
Geldend van 20-08-2013 t/m heden

Regeling, houdende vrijstelling van de nationaliteitseis voor zeevarenden uit bepaalde landen teneinde dienst te kunnen doen als kapitein op een Nederlands zeeschip dat behoort tot de sector koopvaardij (Vrijstellingsregeling buitenlandse kapiteins sector koopvaardij)

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op artikel 22, vijfde lid, en artikel 30, tweede, vierde en elfde lid, van de Zeevaartbemanningswet;

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

Artikel 2

Van het bepaalde in artikel 29, eerste lid, onder a, wordt vrijstelling verleend aan personen die de nationaliteit bezitten van Australië, Bulgarije, Canada, China, Estland, Filippijnen, Hong Kong, India, Indonesië, Kroatië, Letland, Litouwen, Nieuw-Zeeland, Oekraïne, Pakistan, Polen, Roemenië, de Russische Federatie, Singapore, Vietnam of Zuid-Afrika.

Artikel 3

De scheepsbeheerder die een persoon uit een van de in artikel 2 genoemde staten of gebieden als kapitein op een van zijn schepen aanstelt, beschikt over een geldig, aan deze scheepsbeheerder gericht bewijs van toestemming, waarop de naam van die persoon is vermeld.

Artikel 4

  • 1 Het bewijs van toestemming, bedoeld in artikel 3, is te allen tijde aan boord van het schip waarop een persoon uit een van de in artikel 2 genoemde staten en gebieden als kapitein dienst doet.

  • 2 De scheepsbeheerder bewaart een kopie van de toestemming bij de opgemaakte monsterrollen van het schip, bedoeld in het eerste lid.

Artikel 5

  • 1 Ingeval de privaatrechtelijke regeling, bedoeld in artikel 30, vijfde lid, van de wet, is vervallen zonder dat de werkgevers- en werknemersorganisaties in de sector koopvaardij hebben voorzien in de vervanging hiervan, geeft de Minister van Infrastructuur en Milieu nog gedurende zes maanden na de vervaldatum op aanvraag vaarbevoegdheidsbewijzen van erkenning af ten behoeve van scheepsbeheerders die vallen onder deze sector, zonder dat een bewijs van toestemming is overgelegd.

  • 2 In het geval, bedoeld in het eerste lid, zijn de artikelen 3 en 4 van deze regeling niet van toepassing.

Artikel 7

[Vervallen per 20-08-2013]

[Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2013. Zie het overzicht van wijzigingen]

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Verkeer en Waterstaat,

K.M.H. Peijs