a.
|
aanvrager
|
:
|
de ondernemer die een aanvraag voor een stillegsubsidie indient;
|
b.
|
Adviescommissie Structuur- aangelegenheden
|
:
|
de op grond van artikel 5 van het Besluit GZP Commissie Brood en Banket 1999 door
de commissie op 1 oktober 1999 ingestelde adviescommissie;
|
c.
|
bakkerij
|
:
|
een onderneming die de productie van bakkerijproducten en, in voorkomend geval, de
verkoop van brood en banket als economische hoofdactiviteit heeft en die sedert tenminste
vijf jaar vóór de indiening van de aanvraag als zodanig staat ingeschreven bij de
Kamer van Koophandel. Een bedrijf dat slechts brood, banket of beide via de doorverkoop
afzet, wordt niet tot de bakkerij gerekend. De onderneming dient te vallen onder de
werkingssfeer van de CAO Bakkersbedrijf;
|
d.
|
bakkerijproducten
|
:
|
geheel of gedeeltelijk gebakken producten als gedefinieerd onder e en f;
|
e.
|
banket
|
:
|
gebak, toebereid met slagroom, banketbakkersroom of een dergelijke grondstof dan wel
met vers of gesteriliseerd fruit, alsmede ander gebak, koekjes, ragoutwerk, consumptie-ijs
of chocolade- of suikerwerkartikelen;
|
f.
|
brood
|
:
|
de eetwaar, bedoeld in artikel 1, lid d van het Warenwetbesluit Meel en Brood 1998, al dan niet aangevuld met andere ingrediënten, alsmede deze eetwaar in ongebakken
of voorgebakken staat;
|
g.
|
capaciteitsvergoeding
|
:
|
de te verstrekken financiële vergoeding voor de in te leveren productie-apparatuur;
|
h.
|
datum beëindiging dienstverband
|
:
|
de datum waarop de opzegtermijn met inachtneming van alle geldende wettelijke bepalingen
voor de duur ervan is verstreken;
|
i.
|
inkomensvoorziening ondernemer
|
:
|
de eenmalig aan de ondernemer te verstrekken uitkering in verband met de stillegging
van de bakkerij in het kader van onderhavig besluit;
|
j.
|
Inkomensvoorziening werknemer
|
:
|
de eenmalig aan de werknemer te verstrekken uitkering in verband met de stillegging
van de bakkerij van zijn werkgever in het kader van onderhavig besluit;
|
k.
|
jaarinkomen
|
:
|
als jaarinkomen geldt het bruto loon dat de grondslag vormt voor de berekening van
de loonheffing over het jaar 2002, aangepast aan de ontwikkeling van het loonniveau
voortvloeiend uit de van toepassing zijnde CAO over de periode na 31 december 2002
tot de datum van beëindiging van het dienstverband met de werknemer;
|
I.
|
midden- en kleinbedrijf
|
:
|
bakkerijen waarin bij de productie niet gebruik wordt gemaakt van één of meerdere
continu-ovens (gaasmat- of balanceloven);
|
m.
|
ondernemer
|
:
|
de natuurlijke persoon of rechtspersoon die als eigenaar een broodbakkerij, een banketbakkerij
of een gemengd bakkersbedrijf drijft. Ingeval de bakkerij is ondergebracht in een
commanditaire vennootschap of een vennootschap onder firma, worden de beherende vennoten
als ondernemer aangemerkt. Ingeval de bakkerij is ondergebracht in een besloten vennootschap
of naamloze vennootschap, wordt de directeur-grootaandeelhouder gelijkgesteld met
de ondernemer. De echtgeno(o)t(e) van de directeur- grootaandeelhouder of de persoon
die gelijkgesteld wordt aan deze echtgeno(o)t(e) wordt niet als ondernemer aangemerkt;
|
n.
|
pensioenvoorzieningwerknemer
|
:
|
de aan de werknemer te verstrekken garantie van de voorzetting van de pensioenopbouw
in verband met de stillegging van de bakkerij van zijn werkgever;
|
o.
|
productie-apparatuur
|
:
|
het geheel van installaties benodigd voor het vervaardigen van brood en banket, waaronder
koel- en vriesapparatuur, doch met uitzondering van winkelinventaris;
|
p.
|
stakingsdatum
|
:
|
de eerste werkdag waarop productie van bakkerijproducten noch verkoopactiviteiten
van brood en banket plaatshebben in de bakkerij die voor de stillegsubsidie in aanmerking
komt. Een zaterdag wordt als werkdag beschouwd;
|
q.
|
stillegsubsidie
|
:
|
het bedrag opgebouwd uit de capaciteitsvergoeding, alsmede in voorkomend geval de
inkomensvoorziening voor de ondernemer en de inkomens- en pensioenvoorzieningvoor
de werknemer;
|
r.
|
weekbalen technische capaciteit
|
:
|
het kengetal dat voortvloeit uit de berekening van de technische capaciteit van een
oven;
|
s.
|
werkgever
|
:
|
de natuurlijke of rechtspersoon die de bakkerij uitoefent en met wie de werknemer
een dienstverband heeft;
|
t.
|
werknemer
|
:
|
de werknemer, niet zijnde de directeur-grootaandeelhouder en diens echtgeno(o)t(e)
of de persoon die gelijkgesteld wordt aan deze echtgeno(o)t(e), die verplicht verzekerd
is in de zin van de werknemersverzekeringen, die in een onderneming in dienst van
de werkgever werkzaamheden verricht die verband houden met de bereiding en/of verkoop
en/of bezorging van brood en/of bakkerijproducten, die verband houden met het onderhoud
en/of de instandhouding van de bedrijfsruimten en/of de bedrijfsoutillage van de bakkerij
en/of de bakkerswinkel;
|
u.
|
Wet IOAZ
|
:
|
Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;
|
v.
|
WAZ
|
:
|
Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen;
|
w.
|
winkelinventaris
|
:
|
de uitrusting, waaronder een bake-off oven, die nodig is voor de normale activiteiten
die worden uitgeoefend in een bakkerswinkel en die niet wordt aangewend voor de productie
van brood en banket.
|