Bijlage I. Onderzoeksprogramma opfokbedrijven waarvan het pluimvee bestemd is voor
fokbedrijven
[Regeling vervallen per 26-08-2007]
A. Opfokbedrijven waarvan het pluimvee bestemd is voor fokbedrijven
[Regeling vervallen per 26-08-2007]
A.1. Monstername en analyse
[Regeling vervallen per 26-08-2007]
Monsters op opfokbedrijven waarvan het pluimvee bestemd is voor fokbedrijven dienen
genomen en onderzocht te worden op alle types Salmonella volgens onderstaande tabel:
Leeftijd
|
onderzoek
|
eendagskuikens; en
|
inlegvellen
|
indien de voorgaande uitslag van het onderzoek op donsmonsters, meconiummonsters of
op liggenblijvers (elitekoppel), S.e./S.t. positief is:
|
dode kuikens, bij aankomst
|
|
|
4 weken
|
cloacamest: analyse door de GD
|
maximaal 14 dagen voor overplaatsing
|
mest: analyse door de GD
|
De eendagskuikens worden onderzocht door middel van het bemonsteren van inlegvellen.
Deze monsters worden genomen onder verantwoordelijkheid van de ondernemer, die het
opfokbedrijf uitoefent volgens het protocol uit onderdeel C. De monsters worden geanalyseerd
door een door de Voorzitter van het Productschap erkend laboratorium.
Wanneer Salmonella aanwezig is, wordt getypeerd naar de hoofdgroep en S.e./S.t..
Wanneer de donsmonsters, meconiummonsters of liggenblijvers van het betreffende koppel
elitedieren (d.w.z. ouders van fokdieren) S.e/S.t. positief bleken dienen van de volgende
uitkomst op het opfokbedrijf kuikens te worden bemonsterd die bij aankomst dood zijn
(maximaal 60).
Deze monsters worden genomen onder verantwoordelijkheid van de ondernemer die het
opfokbedrijf uitoefent, volgens het protocol uit onderdeel D. De monsters dienen te
worden geanalyseerd door een door de Voorzitter van het Productschap erkend laboratorium.
Op een leeftijd van vier weken worden per stal 60 cloacamestmonsters genomen die tot
twee monsters van ieder 30 worden gepoold. Op maximaal 21 dagen voor overplaatsing
worden per stal 150 cloacamestmonsters genomen die gepoold worden tot 6 monsters van
ieder 25 swabs
De ondernemer is zelf verantwoordelijk voor het tijdig laten nemen van monsters. Het
nemen van de monsters wordt verder aangestuurd door de Gezondheidsdienst voor Dieren
(hierna te noemen GD) en wordt uitgevoerd door het Controle Bureau Dierlijke Sector
(hierna te noemen CBD) of een andere door het PPE aangewezen instantie/persoon of
door een bevoegd dierenarts. Terzake moet(en) deze(n) een overeenkomst zijn aangegaan
met de GD.
Alle monsters worden geanalyseerd door de GD op de aan- of afwezigheid van Salmonella.
Wanneer Salmonella aanwezig is, wordt getypeerd naar de vier hoofdgroepen en S.e.
en S.t..
A.2. Actie bij positieve bevindingen
[Regeling vervallen per 26-08-2007]
Bij verdenking op S.e./S.t. wordt verificatie-onderzoek uitgevoerd door de GD. Het
verificatie-onderzoek vindt zo spoedig mogelijk na het vaststellen van de verdenking
plaats. In principe is dat binnen 24 uur na het vaststellen van de verdenking.
Het verificatie onderzoek bestaat uit het nemen van 60 bloedmonsters die tot 10 monsters
van ieder 6 worden gepoold en uit het nemen van 150 mestmonsters die tot 6 monsters
van ieder 25 worden gepoold. Bij besmetting met S.e., S.t. moet het betrokken koppel
dieren door de ondernemer onverwijld worden geruimd.
Indien een koppel besmet is met Salmonella moet een traceringsonderzoek uitgevoerd
worden door een volgens de GVP-code erkende dierenarts, de Gezondheidsdienst voor
Dieren of een andere deskundige. Het resultaat van dit onderzoek moet schriftelijk
worden vastgelegd en inzicht kunnen geven in mogelijke oorzaken van de besmetting.
Naast inzicht in mogelijke oorzaken van de besmetting moeten ook de ondernomen/te
ondernemen acties worden vastgelegd getracht wordt om een volgende besmetting te voorkomen.
Het tracerings-, monitorings- en bestrijdingsplan kan daarbij als handleiding dienen.
Pluimvee dat vanwege een S.e., S.t. besmetting is geruimd mag niet worden vermarkt
als vers pluimveevlees. Een met S.e., S.t. besmet en geruimd koppel mag worden afgezet
naar kanalen waar het een behandeling ondergaat die voldoende effectief is om alle
aanwezige Salmonella's af te doden. Een pluimveehouder kan er te allen tijde voor
kiezen een geruimd koppel pluimvee te laten vernietigen.
A.3. Doorgifte resultaten onderzoek
[Regeling vervallen per 26-08-2007]
Indien uit de analyse van de inlegvellen blijkt dat het koppel pluimvee verdacht wordt
van een S.e. en/of S.t. besmetting, dan dient de ondernemer de GD hierover onmiddellijk
te informeren, waarna het verificatie-onderzoek uitgevoerd zal worden.
De GD geeft de resultaten van het door haar Uitgevoerde onderzoek binnen 1 maand door
aan het Productschap en geeft de uitslag van het verificatie onderzoek binnen 5 dagen
na ontvangst van de monsters bij de GD. De monstername geschiedt binnen 24 uur na
melding van de verdenking door de pluimveehouder bij de GD.
Als uit de resultaten van het verificatie-onderzoek blijkt dat het koppel pluimvee
met S.e. of S.t. is besmet dan stelt de voorzitter van het Productschap de betreffende
ondernemer op de hoogte van de geconstateerde besmetting.
De uitslag van het onderzoek op Salmonella dat maximaal 14 dagen voor overplaatsing
plaatsvindt dient door de ondernemer schriftelijk te worden doorgegeven aan de volgende
schakel.
B. Fokbedrijven
[Regeling vervallen per 26-08-2007]
B.1. Monstername en analyse
[Regeling vervallen per 26-08-2007]
Monsters op fokbedrijven dienen genomen en onderzocht te worden op alle types Salmonella
volgens onderstaande tabel:
Leeftijd
|
onderzoek
|
Vanaf 24 weken om de vier weken
|
mest: analyse door de GD
|
Voor elk onderzoek worden per stal 150 monsters genomen, die worden gepoold tot 6
monsters van ieder 25 swabs. De ondernemer is verantwoordelijk voor het tijdig laten
uitvoeren hiervan. Het nemen van de monsters wordt verder aangestuurd door de GD en
wordt Uitgevoerd door het CBD of een andere door het PPE aangewezen instantie/persoon
of door een bevoegd dierenarts. Terzake moet(en) deze(n) een overeenkomst zijn aangegaan
met de GD.
Wanneer Salmonella aanwezig is, wordt getypeerd naar de vier hoofdgroepen en S.e.
en S.t..
B.2. Actie bij positieve bevindingen
[Regeling vervallen per 26-08-2007]
Bij op grond van het mestonderzoek geconstateerde verdenking op S.e./S.t. wordt verificatie-onderzoek
uitgevoerd door de GD. Het verificatieonderzoek vindt zo spoedig mogelijk na het vaststellen
van de verdenking plaats. In principe is dat binnen 24 uur na het vaststellen van
de verdenking. Het verificatie onderzoek bestaat uit het nemen van 60 bloedmonsters
die tot 10 monsters van ieder 6 worden gepoold en uit het nemen van 150 mestmonsters
die tot 6 monsters van ieder 25 worden gepoold. Bij besmetting met S.e. of S.t. moet
het betrokken koppel dieren onverwijld door de ondernemer worden geruimd en mogen
geen broedeieren meer worden afgeleverd.
Pluimvee dat vanwege een S.e. of S.t. besmetting is geruimd mag niet worden vermarkt
als vers pluimveevlees. Een met S.e. of S.t. besmet en geruimd koppel mag worden afgezet
naar kanalen waar het een behandeling ondergaat die voldoende effectief is om alle
aanwezige Salmonella's af te doden. Een pluimveehouder kan er te allen tijde voor
kiezen een geruimd koppel pluimvee te laten vernietigen. Reeds in de broederij ingelegde
broedeieren geproduceerd door S.e. of S.t. besmette fokdieren dienen te worden behandeld
als specifiek risicomateriaal (SRM). De nog niet ingelegde broedeieren, die zijn geproduceerd
door het besmette koppel, mogen worden afgezet naar de eiproductenindustrie of moeten
een andere effectieve behandeling ondergaan. Een pluimveehouder kan er te allen tijde
voor kiezen de met S.e. of S.t. besmette broedeieren te laten vernietigen
Indien een koppel besmet is met Salmonella moet een traceringsonderzoek uitgevoerd
worden door een volgens de GVP-code erkende dierenarts, de Gezondheidsdienst voor
Dieren of een andere deskundige. Het resultaat van dit onderzoek moet schriftelijk
worden vastgelegd en inzicht kunnen geven in mogelijke oorzaken van de besmetting.
Naast inzicht in mogelijke oorzaken van de besmetting moeten ook de ondernomen/te
ondernemen acties worden vastgelegd getracht wordt om een volgende besmetting te voorkomen.
Het tracerings-, monitorings- en bestrijdingsplan kan daarbij als handleiding worden
gebruikt.
B.3. Doorgifte resultaten onderzoek
[Regeling vervallen per 26-08-2007]
De GD geeft de resultaten van het door haar uitgevoerde onderzoek binnen 1 maand door
aan het Productschap en geeft de uitslag van het verificatie onderzoek binnen 5 dagen
na ontvangst van de monsters bij de GD. De monstername geschiedt binnen 24 uur na
melding van de verdenking door de pluimveehouder bij de GD.
Als uit de resultaten van het verificatie-onderzoek blijkt dat het koppel pluimvee
met S.e. of S.t. is besmet dan stelt de Voorzitter van het Productschap de betreffende
ondernemer op de hoogte van de geconstateerde besmetting.
De uitslagen van het onderzoek op Salmonella dienen door de ondernemer schriftelijk
te worden doorgegeven aan de volgende schakel.
C. Werkvoorschrift voor het nemen van monsters inlegvellen
[Regeling vervallen per 26-08-2007]
Doel
[Regeling vervallen per 26-08-2007]
Dit werkvoorschrift beschrijft de monstername van inlegvellen zoals voorgeschreven
is in het kader van het onderzoek naar Salmonella van opfokgrootouderdieren bij aankomst.
De monsters worden genomen op het opfokgrootouderbedrijf door of namens de eigenaar.
Benodigdheden
[Regeling vervallen per 26-08-2007]
Werkwijze
[Regeling vervallen per 26-08-2007]
Aantal en locatie te nemen monsters
[Regeling vervallen per 26-08-2007]
- -
Er dient bij elke levering een monster van 40 inlegvellen per vrachtauto en per aanhangwagen
genomen te worden. Indien er minder dan 40 inlegvellen voorhanden zijn dienen 40 stukjes
van de aanwezige inlegvellen genomen te worden. Indien er minder dan 10 inlegvellen
aanwezig zijn dienen er minimaal 4 hele inlegvellen voor onderzoek ingestuurd te worden
of wat er voorhanden is.
- -
De monsters moeten duidelijk met mest besmeurde (delen van) inlegvellen zijn en zoveel
mogelijk (van) de inlegvellen uit de onderste kratten, containers dan wel dozen zijn.
- -
De monsters dienen evenredig verspreid over de geleverde kuikens verzameld te worden.
Uitvoering monstername
[Regeling vervallen per 26-08-2007]
- -
Scheur, indien er voldoende inlegvellen voorhanden zijn, met behulp van steriele plastic
handschoenen een duidelijk zichtbaar besmeurd deel (ca. 5 bij 5 cm ) van een inlegvel
af. Indien er onvoldoende inlegvellen voorhanden zijn dient een heel inlegvel genomen
te worden.
- -
Doe dit in een plastic pot of zak.
- -
Doe dit zo dat de monsters niet met iets anders in aanraking komen, om evt. besmetting
van/vanuit de omgeving te voorkomen.
- -
Verzamel op deze wijze per vrachtauto en per aanhangwagen 1 pot met alle stukjes inlegvellen.
- -
Sluit iedere pot direct na het vullen zorgvuldig,
- -
Voorzie elke pot van een etiket met de volgende gegevens: monsterdatum, KIP nummer
en stalnummer(s).
Inzendformulier
[Regeling vervallen per 26-08-2007]
Elke inzending moet vergezeld gaan van minimaal de volgende gegevens: de monsterdatum,
het stalnummer en de afzender (KIP-nummer).
Verzending monsters
[Regeling vervallen per 26-08-2007]
De monsters moeten binnen 48 uur aanwezig zijn bij een door de voorzitter van het
Productschap erkend laboratorium.
De monsters moeten zo zijn verpakt dat onderweg geen lekkage kan optreden en zo zijn
geadresseerd dat voor de transporteur en de ontvanger geen verwarring ontstaat.
D. Werkvoorschrift voor het nemen van dode kuikenmonsters
[Regeling vervallen per 26-08-2007]
Doel:
[Regeling vervallen per 26-08-2007]
Dit werkvoorschrift beschrijft de monstername van dode kuikens zoals is voorgeschreven
in het kader van het onderzoek naar Salmonella bij opfokdieren bij aankomst op het
opfokbedrijf.
De monsters dienen te worden genomen wanneer de donsmonsters, meconiummonsters of
liggenblijvers van het betreffende elitekoppel ( d.w.z. ouders van fokdieren) S.e./S.t.
positief zijn.
De monsters worden genomen op het opfokbedrijf door of namens de ondernemer.
Benodigdheden
[Regeling vervallen per 26-08-2007]
Werkwijze
[Regeling vervallen per 26-08-2007]
Aantal en locatie te nemen monsters
[Regeling vervallen per 26-08-2007]
Alle dode kuikens dienen bij aankomst op het opfokbedrijf te worden bemonsterd (met
een maximum van 60).
Uitvoering monstername
[Regeling vervallen per 26-08-2007]
- -
Verzamel de dode kuikens met behulp van steriele plastic handschoenen.
- -
Doe dit in een plastic pot of zak.
- -
Doe dit zo dat de monsters niet met iets anders in aanraking komen, om eventuele besmetting
van/vanuit de omgeving te voorkomen.
- -
Sluit iedere pot of plastic zak direct na het vullen zorgvuldig af.
- -
Voorzie elke pot of plastic zak van een etiket met de volgende gegevens: monsterdatum,
KIP-nummer, naam pluimveehouder en stalnummer(s).
Inzendformulier
[Regeling vervallen per 26-08-2007]
Verzending monsters
[Regeling vervallen per 26-08-2007]
- -
de monsters moeten binnen 48 uur aanwezig zijn bij een door de voorzitter van het
Productschap erkend laboratorium.
- -
De monsters moeten zo zijn verpakt dat onderweg geen lekkage kan optreden en zo zijn
geadresseerd dat voor de transporteur en de ontvanger geen verwarring ontstaat.
Voorbewerking monstermateriaal dode kuikens
[Regeling vervallen per 26-08-2007]
- -
Op het laboratorium worden de dode kuikens opengeknipt met steriele schaar en pincet.
- -
Lever, dooierrest en darmpakket worden verwijderd. Na uitwendige desinfectie met alcohol
worden de delen, dan wel de inhoud ervan in een 10-voudige hoeveelheid BPW gehomogeniseerd.
- -
De analyse geschiedt conform de Branchemethode voor het aantonen van Salmonella in
dons, faeces, vellen en eindproduct afkomstig van pluimvee.
- -
Het is toegestaan een mengmonster te maken van de organen van meerdere kuikens, tot
een maximum van 15, waarbij de 1:10 verdunning in acht wordt genomen. Indien er meerdere
kuikens moeten worden onderzocht zullen er dus meerdere mengmonsters worden gemaakt.