Antwoord
[Regeling vervallen per 22-09-2006 met terugwerkende kracht tot en met 18-09-2006]
a. Dwangsommen zijn niet van aftrek uitgesloten op grond van artikel 3.14, eerste
lid, aanhef en onderdeel c, Wet IB 2001, omdat zij niet het karakter hebben van een
boete.
Een bestuursorgaan dat bevoegd is tot het toepassen van bestuursdwang kan op grond
van artikel 5.32, eerste lid, Algemene wet bestuursrecht (hierna: AWB) in plaats daarvan
een ‘last onder dwangsom’ opleggen.
Bestuursdwang is het door een feitelijk handelen door of vanwege een bestuursorgaan
optreden tegen overtreding van enig bij of krachtens de wet gesteld voorschrift (zie
artikel 5.21 AWB).
Een dwangsom is het bedrag dat de overtreder verschuldigd wordt, wanneer hij niet
tijdig gevolg geeft aan de last om een overtreding ongedaan te maken, dan wel geen
gevolg geeft aan de last om geen verdere of volgende overtreding te begaan. Een dwangsom
kan worden opgelegd als bedrag ineens bij een overtreding, als bedrag per overtreding
of per tijdseenheid waarin de last niet is uitgevoerd.
Een dwangsom wordt niet opgelegd om strafrechtelijke vervolging te voorkomen, maar
om een overtreding ongedaan te maken c.q. verdere overtreding of herhaling te voorkomen.
Zij heeft een prohibitief karakter. Het feit dat in sommige gevallen het bestuurlijke
instrument niet tot het beoogde gevolg heeft geleid en er wel dwangsommen worden verschuldigd,
maakt het karakter van de dwangsom niet tot een straf of boete.
Handhaven langs strafrechtelijke weg is een andere aangelegenheid, waarbij het initiatief
niet bij het bestuursorgaan ligt maar bij het Openbaar Ministerie en waarbij vervolgens
de strafrechter (mogelijk) een sanctie oplegt.
b. De kostenpost mag in aanmerking worden genomen in het jaar waarin het kostenveroorzakende
feit zich heeft voorgedaan; dus in het jaar waarin niet tijdig gevolg is gegeven aan
de last waaraan de dwangsom is verbonden.
Waar nog niet is betaald, kan op de balans een passiefpost worden opgenomen, waarvan
de omvang moet worden geschat als de schuld door belanghebbende is betwist. Dat een
procedure later gewonnen of verloren wordt, is niet van invloed op de waardering op
balansdatum. Bij de bepaling van die inschatting worden in ieder geval de argumenten
meegewogen die door de belanghebbende ter betwisting zijn of worden aangevoerd. Mede
aan de hand hiervan zal moeten worden beoordeeld of er een redelijke kans is dat de
dwangsom verminderd wordt dan wel wegvalt. In dat geval is sprake van een lagere passiefpost
op de balans en komt dus een lager bedrag ten laste van het resultaat.