Verordening Sectorheffing SAT/V 2003

[Regeling materieel uitgewerkt per 02-10-2004.]
Geraadpleegd op 23-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2013.
Geldend van 03-01-2004 t/m heden

VERORDENING van het Hoofdbedrijfschap Afbouw en Onderhoud, houdende regels ter zake van de aan de onder de Sectorcommissie Stukadoors-, Afbouw- en Terrazzo-/Vloerenbedrijf ressorterende ondernemers op te leggen sectorheffing voor het jaar 2003 (Verordening Sectorheffing SAT/V 2003)

HET BESTUUR VAN HET HOOFDBEDRIJFSCHAP AFBOUW EN ONDERHOUD,

Gelet op de artikelen 93 en 126 van de Wet op de Bedrijfsorganisatie en artikel 10 van het Instellingsbesluit Hoofdbedrijfschap Afbouw en Onderhoud,

Gehoord de sectorcommissie Stukadoors-, Afbouw- en Terrazzo-/Vloerenbedrijf,

Besluit:

VERORDENING

§ 1. Begripsbepalingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a. hoofdbedrijfschap: Hoofdbedrijfschap Afbouw en Onderhoud;

  • b. onderneming: onderneming waarvoor de Sectorcommissie Stukadoors-, Afbouwen Terrazzo-/Vloerenbedrijf is ingesteld;

  • c. ondernemer: degene die een onderneming drijft waarvoor de Sectorcommissie Stukadoors-, Afbouw- en Terrazzo-/Vloerenbedrijf is ingesteld;

  • d. omzet: omzet behaald met de onderneming over het kalenderjaar dat twee jaar vooraf gaat aan het tijdvak waarover wordt geheven.

§ 2. Heffingen

Artikel 2

Over de periode 1 januari 2003 tot en met 31 december 2003 wordt aan degenen die een onderneming drijven als bedoeld in artikel 2, tweede lid onder b van het Instellingsbesluit, een heffing opgelegd;

Artikel 3

De in het vorige artikel bedoelde heffing bestaat uit:

  • 1a. Voor degenen die een onderneming drijven en waarin personeel werkzaam is ten aanzien waarvan de Collectieve Arbeidsovereenkomst voor het Afbouwbedrijf, dan wel de algemeen verbindend verklaarde bepalingen daarvan, van toepassing is een bedrag overeenkomend met 0,52 procent van het loon in de zin van de Coördinatiewet Sociale Verzekeringen.

  • 1b. Voor degenen die een onderneming drijven en waarin geen personeel werkzaam is of waarin personeel werkzaam is ten aanzien waarvan de Collectieve Arbeidsovereenkomst voor het Afbouwbedrijf in Nederland, dan wel de algemeen verbindend verklaarde bepalingen daarvan toepassing mist, een bedrag overeenkomend met 2,08 promille van de omzet.

Artikel 4

Geen heffing als bedoeld in artikel 3 wordt opgelegd aan ondernemingen waarvan de omzet minder dan € 10.000 bedraagt.

Artikel 5

De heffingsbedragen worden afgerond tot hele euro's, waarbij bedragen van minder dan vijftig eurocent worden verwaarloosd.

Artikel 6

  • 1 Ten aanzien van een onderneming, die twee jaar voor het tijdvak waarover wordt geheven nog geen vol kalenderjaar is gevestigd, geldt als omzet, bedoeld in artikel 1 sub d., de omzet bereikt in een door de secretaris aan te wijzen tijdvak van twaalf maanden, dan wel de omzet, welke volgens ambtshalve schatting van de secretaris in een tijdvak van twaalf maanden zal worden bereikt.

  • 2 Ten aanzien van een onderneming, gevestigd na de aanvang van het tijdvak waarover wordt geheven, geldt als omzet bedoeld in artikel 1 sub d., de omzet, welke volgens ambtshalve schatting van de secretaris zal worden bereikt in het tijdvak, lopende van de vestiging tot en met de laatste datum van het heffingsjaar.

Artikel 7

De ondernemer is verplicht om desgevraagd aan het hoofd bedrijfschap eenmaal per jaar een opgave te verstrekken van de omzet van de onderneming en het aantal werkzame personen. Indien ondanks een herhaald verzoek van het hoofdbedrijfschap deze gegevens niet worden verstrekt, wordt een ambtshalve schatting gemaakt van de loonsom of de omzet en wordt de heffing opgelegd volgens het in deze verordening bepaalde, echter met inachtneming van de geschatte omzet of loonsom.

Artikel 8

  • 1 Degene die een onderneming drijft, waarvoor het hoofdbedrijfschap is ingesteld, is verplicht toe te staan, dat vanwege het hoofdbedrijfschap, voor zover nodig voor het uitoefenen van toezicht op de naleving van deze verordening of voor het verkrijgen van gegevens, welke in strijd met deze verordening niet zijn verstrekt, inzage wordt genomen van de boeken en bescheiden van de onderneming. Hij is gehouden aan de inzage de nodige medewerking te verlenen.

  • 2 De inzage vindt slechts plaats door personen, die daartoe een schriftelijke opdracht van het bestuur van het hoofdbedrijfschap kunnen overleggen. De opdracht vermeldt het doel waarvoor de inzage plaatsvindt.

Artikel 9

De krachtens deze verordening ter beschikking van het hoofdbedrijfschap komende gegevens mogen uitsluitend worden gebruikt voor de uitvoering van deze verordening. Tot deze gegevens hebben alleen toegang de voorzitter van het hoofdbedrijfschap en de door hem aangewezen personen, alsmede, ten behoeve van de controle op de inkomsten en uitgaven van bet hoofdbedrijfschap, leden van het personeel van een door het bestuur of het dagelijks bestuur aangewezen accountantskantoor, dat lid is van een organisatie, die haar leden aan tuchtrecht onderwerpt. De voorzitter van het hoofdbedrijfschap en de door het bestuur of het dagelijks bestuur aangewezen personen zijn verplicht tot geheimhouding van de gegevens tegenover een ieder met uitzondering van de leden van het personeel van vorenbedoeld accountantskantoor

Artikel 10

De voorzitter van het hoofdbedrijfschap is namens het bestuur van het hoofdbedrijfschap, bevoegd om op een daartoe strekkend verzoek geheel of gedeeltelijk ontheffing te verlenen van de betaling van een krachtens deze Verordening opgelegde heffing, indien hem dit als gevolg van bijzondere omstandigheden redelijk dan wel billijk voorkomt.

Rijswijk, 4 november 2003

J.J.F. van de Kant

voorzitter

D.E. Aldershoff

secretaris

Goedgekeurd door de Bestuurskamer van de Sociaal-Economische Raad bij besluit van 17 december 2003 en door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, mede namens de Minister van Economische Zaken bij beschikking van 19 december 2003, nr . AV/CAM/2003/84292.

Bijlage

In deze bijlage wordt aangegeven waar de sectorheffing aan wordt besteed. De bedragen zijn ontleend aan de begroting 2003 van het HAO. De begroting is ingericht conform de Verordening financiën bedrijfslichamen 1999 van de SER. Deze verordening schrijft voor dat de baten en lasten moeten worden toegerekend aan de zogenaamde hoofdfuncties die in deze verordening worden gedefinieerd. De verordening onderscheidt de hoofdfuncties bestuur, markt, product en dienst en arbeid. Voor de bestemmingsheffing is de hoofdfunctie bestuur niet van belang. De kosten die worden toegerekend aan de hoofdfunctie bestuur worden betaald uit de algemene heffingsverordening. De uitgaven die worden betaald uit de sectorheffing worden toegerekend aan de hoofdfuncties markt, product en dienst en arbeid. Per hoofdfunctie wordt eerst de beschrijving van de hoofdfunctie uit de SER verordening gegeven. Daarna volgen de begrotingsposten. (Overigens worden ook kosten betaald uit de algemene heffingsverordening toegerekend aan de hoofdfuncties markt, produkten dienst en arbeid. Daarvoor wordt verwezen naar de begroting 2003.)

Hoofdfunctie Markt

Omschrijving SER verordening: promotie-campagnes, exportbevordering, informatie over marktontwikkelingen, e.d; niet alleen de directe kosten (zoals kosten voor advertenties, promotiemateriaal en inschakeling van marktonderzoeksbureaus) dienen hier begroot en verantwoord te worden, maar ook de hieraan toe te rekenen apparaatskosten.

  • Klantgroepen SAT/V: € 22.700,-

  • Economisch Onderzoek: € 40.000,-

  • Blad Mebest: € 10.000, -

  • Apparaatskosten: € 49.400,-

  • Diensten door derden (automatisering, accountantskosten, facilitaire diensten: € 4.822,-

Hoofdfunctie Product en Dienst

Ontwikkeling van kwaliteitsnormen en managementtools, kwaliteitsbeheer en -verbetering, gezondheid van planten en dieren, verbetering van de bedrijfsvoering alsmede het voor deze activiteiten ingestelde of uitbestede onderzoek; niet alleen de directe kosten dienen hier begroot en verantwoord te worden, maar ook de hieraan verbonden apparaatskosten.

  • Technische adviezen, controles en geschillenbeslechting € 11.350,-

  • Deelnemen in kennisnetwerken: € 11.350,-

  • Aanschaf klein apparatuur enz.: € 11.350,-

  • Klantgroepen SAT/V: € 22.700,-

  • Apparaatskosten: € 1.336.800,-

  • Diensten door derden: (automatisering, accountantskosten, facilitaire diensten): € 98.735,-

Hoofdfunctie Arbeid

Omschrijving SER verordening: Zorg voor en voorlichting over arbeidsomstandigheden en -veiligheid, bijdragen aan leerlingwezen, bijdragen aan arbeidsvoorzieningsmaatregelen en aan scholing en opleiding; niet alleen de directe kosten dienen hier begroot en verantwoord te worden, maar ook de hieraan verbonden apparaatskosten.

  • Subsidie aan opleidingscentrum SVS, vakopleiding in de afwerksector: € 680.000,-

  • Subsidies voor projecten m.b.t. scholing, vorming, imago, versterking keten, innovatie e d: € 255.000,-;

  • Stichting Arbouw: € 193.000,-

  • Ondernemerscursussen: € 113.400,-

  • Diverse kleine subsidies: €10.000,-

  • Diensten door derden: (incassokosten) € 20.964,-