Heffingsverordening GZP inlands graan jaar 2004

[Regeling materieel uitgewerkt per 20-03-2005.]
Geraadpleegd op 27-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2013 en zichtdatum 23-11-2024.
Geldend van 01-07-2004 t/m heden

Verordening van het Productschap Granen, Zaden en Peulvruchten van 6 november 2003, houdende vaststelling bestemmingsheffing ten behoeve van de teelt van inlands graan in Nederland voor het jaar 2004 (Heffingsverordening GZP inlands graan jaar 2004)

Het bestuur van het Productschap Granen, Zaden en Peulvruchten;

Gelet op de artikelen 95 en 126 eerste en vierde lid van de Wet op de bedrijfsorganisatie en de artikelen 5, 6 en 7 van de Instellingsverordening akkerbouwproductschappen 1997 dan wel het Instellingsbesluit akkerbouwproductschappen zodra dit in werking is getreden;

Besluit:

§ 1. Begripsbepalingen

Artikel 1

Deze verordening verstaat onder:

productschap

:

Productschap Granen, Zaden en Peulvruchten;

secretaris

:

secretaris van het productschap;

ondernemer

:

natuurlijke- of rechtspersoon die een onderneming drijft waarvoor het productschap is ingesteld;

graan

:

tarwe, gerst, rogge en haver.

§ 2. Heffing

Artikel 2

  • 1 De ondernemer is verplicht over de hoeveelheden inlands graan, met uitzondering van gerst, welke hij in het jaar 2004 verwerkt of in loon laat verwerken tot producten, welke al dan niet na verdere be- of verwerking voor menselijke consumptie kunnen dienen, met uitzondering van de hoeveelheden, welke hij in opdracht en voor rekening van telers verwerkt, aan het productschap een heffing te betalen van € 0,12 per ton verwerkte hoeveelheid graan.

  • 2 De ondernemer is verplicht over de hoeveelheden inlands gerst, welke hij in het jaar 2004 verwerkt of in loon laat verwerken tot producten, welke al dan niet na verdere be- of verwerking voor menselijke consumptie kunnen dienen, met uitzondering van de hoeveelheden, welke hij in opdracht en voor rekening van telers verwerkt, aan het productschap een heffing te betalen van € 0 per ton verwerkte hoeveelheid gerst.

  • 3 De in het eerste en tweede lid bedoelde heffing wordt vastgesteld op basis van de door de ondernemer op verzoek van het productschap verstrekte gegevens door middel van een door het productschap vastgesteld formulier. De Verordening GZP algemene bepalingen 2003 is hierbij van toepassing.

  • 4 Ook wanneer in een bepaalde periode geen activiteiten hebben plaatsgevonden dient een opgave te worden gedaan.

Artikel 3

De ingevolge deze verordening geïnde heffingen zijn bestemd voor het Fonds wetenschappelijk onderzoek en voorlichting inlands graan ter financiering van werkzaamheden, welke zijn gericht op de verbetering in breedste zin van de teelt en verwerking van granen in Nederland.

Artikel 4

  • 1 Het Hoofdproductschap Akkerbouw wordt gemachtigd de verschuldigde heffingsbedragen in rekening te brengen, in te vorderen, in ontvangst te nemen en daarvoor kwijting te verlenen.

  • 2 De ingevolge deze verordening verschuldigde heffingsbedragen zijn verschuldigd uiterlijk op de achtste dag volgend op die waarop zij door of vanwege het productschap in rekening zijn gebracht, dan wel, indien de secretaris van het productschap zulks verlangt, voor een door deze te bepalen datum.

Artikel 5

  • 1 Indien de ondernemer de gegevens, bedoeld in artikel 2 niet, niet tijdig of naar het oordeel van de secretaris niet volledig heeft verstrekt, is de secretaris bevoegd namens het bestuur de verschuldigde heffing voor het betreffendejaar ambtshalve bij aanslag vast te stellen.

  • 2 Indien de heffingsplichtige binnen 21 dagen na ontvangst van de heffingsaanslag bedoeld in het eerste lid, alsnog de gevraagde gegevens verstrekt wordt de aanvankelijk vastgestelde heffing ingetrokken en een nieuwe heffing vastgesteld op basis van de door hem verstrekte gegevens.

Artikel 6

  • 1 De ondernemer legt, indien de secretaris daarom verzoekt, een door een accountant afgegeven verklaring over, waaruit blijkt de totale hoeveelheid inlands graan welke door hem is verwerkt of in loon is verwerkt tot producten welke al dan niet na verdere be- of verwerking voor menselijke consumptie kunnen dienen.

  • 2 De ondernemer is verplicht alle medewerking te verlenen aan de controle door of namens het productschap van de in artikel 2 bedoelde opgave.

Artikel 7

Aan de ondernemer die niet of niet geheel binnen de in artikel 5 gestelde termijn heeft betaald, kan door het productschap de wettelijke interest over het niet betaalde bedrag in rekening worden gebracht, te berekenen vanaf de dag waarop de betaling uiterlijk dient te zijn verricht ingevolge de aanmaning bedoeld in artikel 127, tweede lid, van de Wet op de bedrijfsorganisatie.

§ 3. Slotbepalingen

Artikel 8

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2004. Indien het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin deze verordening wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 1 januari 2004, treedt zij in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van dat Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie en werkt terug tot en met 1 januari 2004, met uitzondering van de toepassing van de Verordening GZP algemene bepalingen 2003.

Den Haag, 6 november 2003

Th.A.M. Meijer

voorzitter

M. Elema

secretaris

Goedgekeurd door de Bestuurskamer van de Sociaal-Economische raad bij besluit van 17 december 2003 en door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit bij beschikking van 22 januari 2004, nr. TRCJZ/2003/10072.