Verordening welzijnsnormen nertsen (PPE) 2003

[Regeling vervallen per 01-01-2015.]
Geraadpleegd op 10-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-05-2004 en zichtdatum 20-09-2024.
Geldend van 30-04-2004 t/m 08-10-2005

Verordening van het Productschap Pluimvee en Eieren van 11 december 2003 houdende regels ter zake van welzijnsnormen van nertsen (Verordening welzijnsnormen nertsen (PPE) 2003)

Het bestuur van het Productschap Pluimvee en Eieren;

Gelet op de artikelen 93, 95, 102 en 104 van de Wet op de Bedrijfsorganisatie, en de artikelen 5, 6 en 8 van de instellingsverordening Productschap Pluimvee en Eieren 1998-1 dan wel de artikelen 6 en 7 van het Instellingsbesluit Productschap Pluimvee en Eieren zodra dit in werking is getreden;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

In deze verordening wordt verstaan onder:

1.

productschap

:

Productschap Pluimvee en Eieren;

2.

bestuur

:

bestuur van het productschap;

3.

voorzitter

:

Voorzitter van het productschap;

4.

pelsdierenhouder

:

degene die nertsen houdt met het oogmerk om de dieren of de vacht van de dieren af te leveren ten behoeve van de bontproductie;

5.

fokdier

:

nerts die gepaard heeft of tenminste één jaar oud is;

6.

opgroeiende nerts

:

gespeende nerts, die jonger dan één jaar is en nog niet heeft gepaard;

7.

pup

:

nog niet gespeende nerts;

8.

stereotiep gedrag

:

langdurig, herhaaldelijk vertoon van dezelfde gedragingen met uitzondering van foerageergedrag;

9.

foerageergedrag

:

het gedrag dat normaliter wordt vertoond in de periode van één uur voorafgaand aan het tijdstip waarop de dieren worden gevoerd;

10.

leefruimte

:

de ruimte, bestaande uit één of meerdere compartimenten, waarin een pelsdier wordt gehouden, met uitzondering van de nestbox;

11.

compartiment

:

ruimte waarin de dieren vrij kunnen bewegen, en waarin geen scheidingswanden zijn aangebracht;

12.

verrijkingsobject

:

object dat door nertsen kan worden aangeraakt en dat bedoeld is om de nertsen afleiding te geven.

Artikel 2. Administratie

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 De pelsdierenhouder dient in zijn administratie nauwgezet de volgende gegevens bij te houden:

    • a. de aantallen fokdieren die op 1 mei, 1 juli en 1 augustus op het bedrijf aanwezig zijn;

    • b. de aantallen pups die op 1 juli en 1 augustus op het bedrijf aanwezig zijn;

    • c. de aantallen opgroeiende nertsen die op 1 augustus op het bedrijf aanwezig zijn;

    • d. de aantallen nertsen die in januari of februari op het bedrijf aanwezig zijn en stereotiep gedrag vertonen;

    • e. de aantallen nertsen die in januari of februari op het bedrijf aanwezig zijn en kale staartpunten, van tenminste 1 cm lengte, hebben;

    • f. de handelingen die zijn verricht om stereotiep gedrag van pelsdieren te voorkomen c.q. te verminderen;

    • g. eventuele calamiteiten die zich op het bedrijf voordoen.

  • 2 De pelsdierenhouder is verplicht om een zodanige administratie te voeren, dat de gegevens, bedoeld in deze verordening, te allen tijde op een eenvoudige wijze kunnen worden gekend.

Artikel 3. Voeding en controle

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 De pelsdierenhouder dient tenminste een keer per etmaal de nertsen van vers voedsel te voorzien.

  • 2 De pelsdierenhouder draagt ervoor zorg dat de nertsen te allen tijde de beschikking hebben over drinkwater van goede kwaliteit. Indien dit wegens vorst onmogelijk is dienen de dieren dagelijks voorzien te worden van voldoende drinkwater.

  • 3 De pelsdierenhouder controleert dagelijks de gezondheid van de nertsen, het goed functioneren van voer-, en watersystemen en de kwaliteit van het strooisel in de nestbox.

  • 4 Klinisch zieke nertsen dienen te worden afgescheiden van klinisch gezonde nertsen. In de afgescheiden ruimte dienen de nertsen de beschikking te hebben over voldoende voer- en watervoorzieningen en moet per nerts tenminste evenveel ruimte beschikbaar zijn als in de normale leefruimte.

  • 5 Het toedienen van hormonen ter compensatie van onvolkomenheden in de houderij of ter compensatie van slechte hygiënische omstandigheden is niet toegestaan. Het gebruik van hormonen die pelsrijping versnellen of de groei bevorderen is eveneens verboden.

  • 6 Dode nertsen dienen zo snel mogelijk uit de leefruimte c.q de nestbox c.q de stal te worden verwijderd.

Artikel 4. Leefruimte en nestbox

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 De leefruimte bestaat uit één of meerdere compartimenten, waaraan in ieder geval een nestbox is gekoppeld.

  • 2 De leefruimte dient ten minste te bestaan uit een compartiment met afmetingen van ten minste 85 cm lengte, 30 cm breedte en 45 cm hoogte. Als hoogte wordt daarbij de afstand tussen de onder- en bovenkant van het compartiment bedoeld, waarbij eventueel aangebrachte plateaus geen rol spelen.

  • 3 De nestbox is bedoeld als slaapplaats voor de nertsen. De nestbox dient ten minste afmetingen te hebben van 20 cm lengte, 20 cm breedte en 15 cm hoogte. In de nestbox is te allen tijde voldoende strooisel aanwezig. Het strooisel dient droog te zijn en kan bestaan uit stro, houtkrullen, zaagsel of ander materiaal met vergelijkbare eigenschappen.

  • 4 Elk fokdier dient de beschikking te hebben over een nestbox. Vanaf 1 augustus dient per viertal nertsen of een gedeelte daarvan een nestbox vloeroppervlakte van 400cm2 beschikbaar te zijn. Voor elk dier dat extra in de leefruimte wordt gehouden dient 100cm2 extra nestbox vloeroppervlakte beschikbaar te zijn.

  • 5 Indien een leefruimte bestaat uit meerdere compartimenten, is het toegestaan dat de compartimenten horizontaal en/of verticaal met elkaar zijn geschakeld.

  • 6 Elk compartiment dient ten minste een vloeroppervlakte te hebben van 1700cm2 en ten minste een hoogte te hebben van 40 cm.

  • 7 Indien een leefruimte bestaat uit meerdere compartimenten wordt het vloeroppervlak van de leefruimte bepaald door de som van de vloeroppervlakten van de onderscheidenlijk compartimenten, ongeacht of de compartimenten horizontaal of verticaal zijn geschakeld.

Artikel 5. Bezetting per leefruimte

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

In een leefruimte worden maximaal twee fokdieren zonder pups of twee opgroeiende nertsen gehouden, tenzij voldaan is aan het bepaalde sub a, b, c of d;

  • a. indien in een leefruimte meer dan twee fokdieren of meer dan twee opgroeiende nertsen worden gehouden, is per extra nerts tenminste 850 cm2 extra vloeroppervlak beschikbaar;

  • b. indien in een leefruimte één fokdier met maximaal drie pups worden gehouden, dient tot 1 augustus van enig jaar ten minste een vloeroppervlakte van 2550 cm2 beschikbaar te zijn;

  • c. indien in een leefruimte één fokdier met meer dan drie pups worden gehouden, dient tot 1 juli van enig jaar ten minste een vloeroppervlakte van 2550 cm2 beschikbaar te zijn en tussen 1 juli en 1 augustus moeten ten minste 2 compartimenten beschikbaar te zijn;

  • d. indien in een leefruimte één fokdier met één of meer pups worden gehouden, dient vanaf 1 augustus van enig jaar een vloeroppervlakte van 2550 cm2 voor twee dieren en 850 cm2 extra voor elke extra nerts beschikbaar te zijn.

Artikel 6. Verrijking van de leefomgeving

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 In iedere leefruimte is ten minste één verrijkingsobject aanwezig. Vanaf 1 augustus tot 1 maart daaropvolgend is per drietal nertsen of een gedeelte daarvan ten minste één verrijkingobject aanwezig.

  • 2 Indien een plateau als verrijkingsobject in de leefruimte wordt aangebracht dient de afstand tussen het plateau en de bovenzijde van het compartiment tenminste 12,5 cm te bedragen. De afstand tussen het plateau en de bodem van het compartiment dient tenminste 25 cm te bedragen.

    Een plateau dient ten minste een oppervlakte te hebben van 450 cm2

  • 3 Indien een cilinder als verrijkingsobject in de leefruimte wordt geplaatst dient de cilinder een lengte te hebben van tenminste 15 cm en een diameter van tenminste 12 cm.

Artikel 7. Stalklimaat

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 Indien nertsen in een gesloten, overdekte ruimte worden gehouden is het stalklimaat afgestemd op de leeftijd en de gezondheid van de nertsen.

  • 2 In geval van zeer hoge temperaturen moeten afdoende maatregelen worden genomen om oververhitting te voorkomen.

Artikel 8. Spenen

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Het is verboden pups te spenen vóór 1 juli van enig kalenderjaar, tenzij de gezondheidstoestand van de moeder en/of de pups eerder spenen vereist.

Artikel 9. Gedrag en Actieplan

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 Op elk bedrijf dient een schriftelijk vastgelegd actieplan aanwezig te zijn, waarin wordt aangegeven welke acties worden ondernomen indien nertsen stereotiep gedrag vertonen of indien er nertsen met kale staartpunten op het bedrijf aanwezig zijn.

  • 2 De beschreven acties moeten er op gericht zijn om het stereotiep gedrag en het aantal nertsen met kale staartpunten te doen verminderen.

  • 3 In voorkomende gevallen moet uit de administratie blijken dat de beschreven acties daadwerkelijk zijn ondernomen.

Artikel 10. Nadere regels

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Het bestuur kan ter nadere uitvoering van deze verordening bij besluit nadere regelen stellen.

Artikel 11. Toezicht

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 Het toezicht op de naleving van de bij of krachtens deze verordening gestelde voorschriften wordt namens het productschap uitgeoefend door een door het bestuur aangewezen dienst of door het bestuur aangewezen personen.

  • 2 Ondernemers zijn verplicht:

    • a. aan de door het bestuur aangewezen dienst of aan de door het bestuur aangewezen personen al die gegevens te verstrekken of te doen verstrekken, die naar diens/hun oordeel nodig is/zijn voor de vervulling van diens/hun taak;

    • b. aan de door het bestuur aangewezen dienst of aan de door het bestuur aangewezen personen inzage te geven of te doen geven van die boeken en bescheiden, die naar diens/hun oordeel nodig is voor de vervulling van diens/hun taak;

    • c. aan de door het bestuur aangewezen dienst of aan de door het bestuur aangewezen personen te allen tijde toegang te geven of te doen geven tot hun bedrijfsruimten.

  • 3 De in het eerste lid bedoelde personen zijn bevoegd berechtingrapporten ten behoeve van tuchtrechtelijke afhandeling op te maken.

Artikel 12. Handhaving

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 Op overtredingen van het bepaalde bij of krachtens deze verordening worden tuchtrechtelijke maatregelen gesteld.

  • 2 De tuchtrechtelijke maatregelen zijn:

    • a. een berisping, welke bestaat uit een schriftelijk of mondeling vermaan tot de ondernemer, in verband met het begane feit;

    • b. een geldboete van ten hoogste € 4.500,--, welke geheel of gedeeltelijk voorwaardelijk kan worden opgelegd;

    • c. openbaarmaking van de tuchtbeschikking op kosten van de veroordeelde.

Artikel 13. Gegevensverstrekking

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 De door het productschap uit hoofde van deze verordening verkregen gegevens omtrent ondernemingen worden in handen gesteld van de voorzitter; zij worden, behoudens aan personeelsleden van het secretariaat van het productschap, alsmede ten behoeve van de handhaving van het bepaalde in deze verordening, niet verder bekendgemaakt.

  • 2 De door de voorzitter aangewezen dienst of personen dien(t)(en), ter bescherming van de privacy van de ondernemer, vertrouwelijk en op verantwoorde wijze om te gaan met de uit hoofde van het toezicht verkregen gegevens.

Artikel 14. Overgangsrecht

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 In de periode vanaf de inwerkingtreding van deze verordening tot 1 januari 2009 zijn de artikelen 4 en 5 niet van toepassing voor pelsdieren die op een bedrijf worden gehouden mits:

    • a. tenminste 25% van de nertsen op dat bedrijf wel conform de in de artikelen 4 en 5 gestelde eisen worden gehouden en

    • b. de overige dieren op dat bedrijf vanaf 1 augustus van enig jaar tot 1 maart van het daaropvolgende jaar de beschikking hebben over een vloeroppervlakte van tenminste 600 cm2 per dier.

  • 2 In de periode van 1 januari 2009 tot 1 januari 2014 zijn de artikelen 4 en 5 niet van toepassing voor pelsdieren die op een bedrijf worden gehouden mits:

    • a. tenminste 50% van de nertsen op dat bedrijf wel conform de in de artikelen 4 en 5 gestelde eisen worden gehouden en

    • b. de overige dieren op dat bedrijf vanaf 1 augustus van enig jaar tot 1 maart van het daaropvolgende jaar de beschikking hebben over een vloeroppervlakte van tenminste 600 cm2 per dier.

Artikel 15. Slotbepaling

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening welzijnsnormen nertsen (PPE) 2003.

  • 2 Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na de dagtekening van het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin zij wordt geplaatst.

Zoetermeer, 11 december 2003

J.J. Ramekers

voorzitter

S.B.M. Jongerius

secretaris

Goedgekeurd door de Bestuurskamer van de Sociaal-Economische Raad bij besluit van 22 april 2004.