Regeling op de consulaire tarieven

Geraadpleegd op 11-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 19-06-2011 en zichtdatum 02-12-2024.
Geldend van 08-02-2011 t/m 30-06-2011

Regeling van de Minister van Buitenlandse Zaken van 12 december 2003, nr. DJZ/BR-1003/2003 tot vaststelling van de tarieven voor consulaire dienstverlening (Regeling op de consulaire tarieven)

Artikel 1

De vergoeding die ingevolge artikel 2, eerste lid, van de Rijkswet op de consulaire tarieven is verschuldigd, bedraagt voor:

  • a. het afgeven van een grosse van, een afschrift van of een uittreksel uit een akte van de burgerlijke stand: € 30,--;

  • b. het voltrekken van een huwelijk: € 433,–;

  • c. het opmaken van een notariële akte: € 265,–;

  • d. het afgeven van een grosse van, een afschrift van, of een uittreksel uit een notariële akte: € 30,–;

  • e. handelingen van vrijwillige rechtspraak: € 145,– per uur;

  • f. het horen of ondervragen van een getuige of deskundige in een burgerlijke zaak op last van de rechter in het Koninkrijk, daaronder begrepen het opmaken van een proces-verbaal: € 145,– per uur;

  • g. het opmaken van een laissez-passer voor een stoffelijk overschot of een certificaat ter begeleiding van een urn: € 60,–;

  • h. het opmaken van een consulaire verklaring omtrent een persoon betreffende gegevens die tot bewijs strekken: € 30,–;

  • i. het bemiddelen bij het oplossen van financiële en andere de belanghebbende betreffende problemen die verband houden met het verblijf in het buitenland: € 50,–;

  • j. het verlenen van een rijksvoorschot: € 50,–;

  • k. het bemiddelen bij een onderzoek naar het welzijn van een persoon, daaronder begrepen een onderzoek in geval van vermissing: € 120,– per uur;

  • l. het bemiddelen bij het achterhalen van of het doen van onderzoek naar een adres:

    • 1°. het bemiddelen bij het achterhalen van een adres: € 52,50,

    • 2°. het doen van onderzoek naar een adres: € 105,– per uur.

  • m. het verifiëren van een document of een persoonsgegeven:

    • 1°. het verifiëren door uitsluitend een consulaire ambtenaar: € 52,50,

    • 2°. het verifiëren door tussenkomst van een vertrouwenspersoon: € 222,50.

  • n. het bemiddelen bij het doen verifiëren van een document of een persoonsgegeven:

    • 1°. het bemiddelen door uitsluitend een consulaire ambtenaar: € 78,–,

    • 2°. het bemiddelen door tussenkomst van een vertrouwenspersoon: € 248,–.

  • o. het legaliseren van een document:

    • 1°. het legaliseren van een document op het ministerie van Buitenlandse Zaken in Nederland: € 10,–,

    • 2°. het legaliseren van een document op een Koninkrijksvertegenwoordiging: € 26,25.

  • p. het bemiddelen bij het legaliseren van een document:

    • 1°. het bemiddelen bij het legaliseren van een document door het ministerie van Buitenlandse Zaken in Nederland: € 36,25,

    • 2°. het bemiddelen bij het opvragen en legaliseren van een document op een Koninkrijksvertegenwoordiging: € 131,–.

  • q. het legaliseren van een handtekening: € 26,25;

  • r. het bemiddelen bij het verkrijgen van een document: € 103,–;

  • s. het behandelen van een aanvraag tot het verlenen van een visum:

    • 1°. aanvragen ingediend bij een Koninkrijksvertegenwoordiging voor een:

      • collectief visum: € 60 en € 1 per persoon,

      • doorreisvisum: € 60,

      • luchthaventransitvisum: € 60,

      • visum voor kort verblijf van ten hoogste negentig dagen: € 60,

      • visum voor meerdere reizen: € 60.

    • 2°. aanvragen ingediend bij de grens voor een:

      • collectief doorreisvisum: € 60 en € 1 per persoon,

      • collectief reisvisum: € 60 en € 1 per persoon,

      • doorreisvisum: € 60,

      • reisvisum: € 60.

    • 3°. aanvragen tot het verlengen van een visum:

      • het verlengen van een collectief visum: € 30 en € 1 per persoon,

      • het verlengen van een visum met ten hoogste dertig dagen: € 25,

      • het verlengen van een visum met meer dan dertig dagen en met ten hoogste negentig dagen: € 30.

    • 4°. aanvragen tot het wijzigen van een visum: € 35.

    • 5°. aanvragen tot het verstrekken van een verklaring die recht geeft op terugkeer naar Nederland (terugkeervisum): € 140.

    • 6°. aanvragen tot het verlenen van een machtiging tot voorlopig verblijf niet betrekking hebbende op de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba:

      • met toepassing van de verkorte procedure: voor kennismigranten € 750, voor overigen € 250,

      • met het oog op gezinshereniging of gezinsvorming: € 830,

      • met het oog op gezinshereniging of gezinsvorming als gezinslid: € 188,

      • met het oog op verblijf als adoptie- of pleegkind: € 331,

      • met het oog op familiebezoek: € 830,

      • met het oog op het verrichten van arbeid: € 433,

      • met het oog op het volgen van een studie: € 433,

      • in het kader van een uitwisseling: € 433,

      • met het oog op het doorbrengen van verlof in Nederland door werknemers op een mijnbouwinstallatie op het continentaal plat: € 60,

      • ten behoeve van personen op wie artikel 40, eerste lid, van het op 7 juni 2007 te ’s-Gravenhage tot stand gekomen Zetelverdrag tussen het Internationaal Strafhof en het Gastland (Trb. 2007, 125) betrekking heeft met het oog op het verrichten van de daarbedoelde werkzaamheden: € 60,

      • ten behoeve van de personen, bedoeld in de voorlaatste alinea van de brief van 21 december 2007 van de Permanente Vertegenwoordiging van het Koninkrijk der Nederlanden bij de Verenigde Naties, behorend bij het op 21 december 2007 te New York tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Verenigde Naties betreffende de Zetel van het Speciale Tribunaal voor Libanon (Trb. 2007, 228), met het oog op het verrichten van de in die alinea bedoelde werkzaamheden: € 60,

      • ten behoeve van Turkse onderdanen, die met het oog op het verrichten van arbeid in loondienst, het verrichten van arbeid als geestelijk voorganger of godsdienstleraar, met het oog op verblijf als stagiair of praktikant, verblijf als kennismigrant als bedoeld in artikel 1d van het Besluit uitvoering Wet arbeid vreemdelingen, verblijf als onderzoeker in de zin van richtlijn 2005/71/EG, verblijf als onbezoldigde wetenschappelijk onderzoeker of verblijf als onbezoldigde gastdocent, en hun gezinsleden, verblijfsrecht hebben op grond van het Associatierecht EU-Turkije, alsmede Turkse onderdanen die als zelfstandige of dienstverrichter in Nederland verblijfsrecht hebben op grond van het Associatierecht EU-Turkije: € 60,

      • met het oog op gezinshereniging of gezinsvorming met een Turkse onderdaan die in Nederland toegang heeft tot de arbeidsmarkt: € 60,

      • in overige gevallen: € 331.

    • 7°. aanvragen tot het verlenen van een machtiging tot voorlopig verblijf voor verblijf in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba:

      • met het oog op gezinshereniging of gezinsvorming: USD 712,

      • met het oog op gezinshereniging of gezinsvorming als meereizend gezinslid: USD 161,

      • met het oog op verblijf als adoptie- of pleegkind: USD 283,

      • met het oog op het verrichten van arbeid: USD 372,

      • met het oog op het volgen van een studie: USD 372,

      • met het oog op verblijf als gepensioneerde of rentenier: USD 372,

      • met het oog op verblijf als investeerder: USD 372,

      • met het oog op wedertoelating: USD 283.

  • t. het bemiddelen bij het afleggen van een examen: € 157,– per afzonderlijk examen;

  • u. het bemiddelen bij een geneeskundig onderzoek, daaronder niet begrepen de kosten van het geneeskundig onderzoek zelf: € 100,–.

Artikel 2

De vergoeding voor het uitvoeren van een bijzondere opdracht bedraagt het aantal uren dat aan de dienst is besteed vermenigvuldigd met het brutosalaris per uur van de ambtenaar die met de uitvoering van de opdracht is belast.

Artikel 3

  • 1 De vergoeding, bedoeld in de artikelen 1 en 2, is in de Oekraïne en in Zimbabwe verschuldigd in het equivalent aan US dollars. De vergoeding in Suriname is verschuldigd in euro’s.

  • 2 De vergoeding, bedoeld in artikel 1, onderdeel s, onder 6°, wordt voldaan door storting of overboeking van het verschuldigde bedrag op een daartoe bestemde rekening in Nederland.

Artikel 3a

  • 1 De vergoeding, genoemd in artikel 1, onderdeel s, onder 1° tot en met onder 5°, is niet verschuldigd door:

    • a. kinderen jonger dan zes jaar,

    • b. leerlingen, studenten, al dan niet afgestudeerd, en de hen begeleidende leraren die reizen in het kader van (postdoctorale)studie- of opleidingsdoeleinden,

    • c. wetenschappelijke onderzoekers die onderdaan zijn van derde landen en die zich met het oog op wetenschappelijk onderzoek verplaatsen.

  • 2 Tot 1 januari 2008 bedraagt de vergoeding, genoemd in artikel 1, onderdeel s, onder 1° en 2°, € 35 voor aanvragen ten behoeve van onderdanen uit Rusland, Oekraïne, Albanië, Macedonië, Montenegro, Servië, Bosnië-Herzegovina en Moldavië.

  • 3 Na 1 januari 2008 bedraagt de vergoeding, genoemd in artikel 1, onderdeel s, onder 1° en 2°, € 35 voor aanvragen ten behoeve van onderdanen uit de landen, bedoeld in het eerste lid, indien die landen met de Europese Gemeenschap een visumfaciliteringsovereenkomst hebben gesloten als bedoeld in artikel 2 van de Beschikking (EG) nr. (2006/440/EC) van de Raad van 1 juni 2006 visumaanvragen (PbEG 2006 L 175).

  • 5 De vergoeding, genoemd in artikel 1, onderdeel s, onder 6°, is niet verschuldigd indien de aanvraag betrekking heeft op een machtiging tot voorlopig verblijf:

    • a. onder de beperking genoemd in artikel 3.4, eerste lid, onder m, van het Vreemdelingenbesluit 2000;

    • b. met het oog op uitwisseling binnen het kader van het ‘Working Holiday Scheme’ of het ‘Working Holiday Programme’ ten behoeve van een vreemdeling die de nationaliteit van Australië, Canada respectievelijk van Nieuw-Zeeland bezit;

    • c. met het oog op het verrichten van arbeid binnen het kader van het ‘Young Workers Exchange Programme’ ten behoeve van een vreemdeling die de Canadese nationaliteit bezit, of;

    • d. met het oog op gezinshereniging ten behoeve van de belanghebbende die verblijf beoogt bij een vreemdeling aan wie een vergunning tot verblijf als bedoeld in artikel 28 van de Vreemdelingenwet 2000 is verleend, mits de belanghebbende binnen drie maanden na het verlenen van deze verblijfsvergunning de aanvraag tot het verlenen van een machtiging tot voorlopig verblijf heeft ingediend dan wel met het oog daarop een verzoek om advies is ingediend en de belanghebbende voldoet aan alle voorwaarden voor gezinshereniging in het kader van artikel 29, eerste lid, onder e en f, van de Vreemdelingenwet 2000, dan wel de belanghebbende niet dezelfde nationaliteit bezit als de hoofdpersoon en louter om deze reden niet in aanmerking komt voor een verblijfsvergunning asiel op grond van artikel 29, eerste lid, onder e en f, van de Vreemdelingenwet 2000;

    • e. met het oog op gezinshereniging van een minderjarig biologisch of juridisch kind met een slachtoffer-aangever of een getuige-aangever van mensenhandel; of

    • f. met het oog op gebruikmaking van de terugkeeroptie naar Nederland op grond van artikel 8 van de Remigratiewet.

  • 6 De vergoeding, genoemd in artikel 1, aanhef, onderdeel s, onder 6°, is niet verschuldigd indien de aanvraag betrekking heeft op een categorie machtigingen tot voorlopig verblijf die ingevolge een verdrag of besluit van een volkenrechtelijke organisatie kosteloos moeten worden verleend.

  • 8 In aanvulling op het zesde lid kan de Minister voor Immigratie en Asiel in overleg met de Minister van Buitenlandse Zaken bepalen dat de vastgestelde leges niet zijn verschuldigd in het belang van de internationale betrekkingen.

Artikel 3b

Voor het behandelen van een aanvraag tot het verlenen van een machtiging tot voorlopig verblijf met het oog op gezinshereniging of gezinsvorming is de vergoeding, genoemd in artikel 1, onderdeel s, onder 6°, niet verschuldigd indien de belanghebbende:

  • a. een, ter beoordeling van de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie, gerechtvaardigd beroep op artikel 8 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en van de fundamentele vrijheden (Trb. 1951, 154) doet;

  • b. aantoont dat hij niet over de middelen beschikt om de vergoeding te kunnen voldoen;

  • c. aantoont dat hij gedurende een redelijke termijn actief heeft getracht om de middelen, bedoeld onder b, te verwerven; en

  • d. aannemelijk maakt dat hij op korte termijn niet over de middelen, bedoeld onder b, zal komen te beschikken.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Buitenlandse Zaken

B.R. Bot