-
1. Een vrachtautocombinatie bestaat uit een trekkende eenheid van de categorie N2 of
N3 en een of meerdere eenheden van de categorie O3 of O4, bedoeld in bijlage II, van
richtlijn nr. 70/156/EEG.
-
2. De totale lengte van een vrachtautocombinatie mag inclusief uitrustingsdelen niet
meer bedragen dan 25,25 m.
-
3. Een vrachtautocombinatie heeft een minimale lengte van de laadruimte, bedoeld in bijlage
1, onder 1.7, van richtlijn nr. 96/53/EG, van tenminste 18,00 m. Indien als laadeenheden containers worden gebruikt, dient
de vrachtautocombinatie geschikt te zijn voor het vervoer van 3 TEU.
-
4. Een vrachtautocombinatie vertoont onder alle omstandigheden een stabiel weggedrag.
-
5. Het remsysteem van de voertuigen van een vrachtautocombinatie is voorzien van een
antiblokkeersysteem en voldoet voor het overige tenminste aan richtlijn nr. 71/320/EEG, zoals gewijzigd bij richtlijn nr. 88/194/EEG.
-
6. Een combinatie van oplegger en dolly wordt, met uitzondering van de totale lengte,
beschouwd als een autonome aanhangwagen, bedoeld in bijlage 1, punt 2.2.3, van richtlijn 97/27/EG en dient te voldoen aan de eisen met betrekking tot de bijbehorende reminrichting.
-
7. De breedte van het zichtveld, aansluitend aan de rechterzijde van een vrachtautocombinatie,
bedraagt bij naar rechts doorrijden van een cirkel met een buitenstraal van 14,50
m, ten minste 5 m over de gehele lengte van de vrachtautocombinatie;.
-
8. Een vrachtautocombinatie is geschikt voor de in de combinatie optredende krachten
en belastingen. Indien de totale massa van de vrachtautocombinatie meer bedraagt dan
50.000 kg, zijn de trekkende voertuigen voorzien van een ontheffingsattest, waaruit
de geschiktheid van het voertuig moet blijken voor de opgegeven waarde van de aangevraagde
ontheffing.
-
9. De totale massa van de vrachtautocombinatie mag niet meer bedragen dan bedoeld in
artikel 5.18.18, tweede lid, onderdeel b, van het Voertuigreglement, tenzij het trekkend motorvoertuig is voorzien van een hulpwegrij-inrichting , bedoeld
in bijlage I. punt 2.14, van richtlijn nr. 97/27/EG.
-
10. Een samenstel beschikt over ten hoogste twee draaipunten.
-
11. De voertuigen van een samenstel zijn voorzien van zijdelingse afscherming, die voldoet
aan het bepaalde in richtlijn 89/297/EEG, en is uitgevoerd als een doorlopend vlak.
-
12. Het trekkend motorvoertuig van een samenstel is voorzien van een afscherming aan de
voorzijde als bedoeld in richtlijn nr. 2000/40/EG dan wel van een afscherming die dezelfde veiligheid biedt.
-
13. De voertuigen van een samenstel zijn voorzien van opspatafschermingen, die voldoen
aan richtlijn 91/226/EG.
-
14. Het trekkend motorvoertuig beschikt over een motorvermogen van ten minste 5 x 10-3
kW per kg van de toegestane totale massa van een vrachtautocombinatie.
-
15. Het trekkend motorvoertuig beschikt over een motor die voldoet aan de emissie-eisen
voor voertuigen die een eerste registratie hadden na 1oktober 2001 (Euro-III, eisen,
zoals vermeld in Rij A, van de tabellen onder 6.2.1, van richtlijn nr. 1999/96/EG) met uitzondering van trekkende voertuigen die hebben deelgenomen aan de eerder gehouden
proef en voldeden aan de 'Voorwaarden voor proeven met langere en/of zwaardere vrachtwagens'
(Stcrt. 1999, nr. 218).
-
16. Indien het trekkende motorvoertuig is voorzien van zogenoemde 'super-singles' op de
aangedreven as, is deze as voorzien van een Electronic Stability Programme (of daarmee
gelijk te stellen inrichting) of een zogenaamde 'Inner Safety Tube'.
-
17. Het trekkend motorvoertuig is voorzien van een brandstofverbruiksmeter of on-boardcomputer
of boordcomputer, die in staat is per afgelegd traject het brandstofverbruik tot in
tienden van liters nauwkeurig weer te geven.
-
18. De voertuigen in een vrachtautocombinatie zijn voorzien van een doorlopende zijmarkering,
bedoeld in ECE-reglement nr. 104, inclusief Amendment 1.
-
19. De stuurinrichting van trekkende eenheden is aan de linkerzijde in de cabine aangebracht,
bedoeld in bijlage I, punt 1.3, van richtlijn nr. 70/311/EEG.
-
20. Het achterste voertuig van een vrachtautocombinatie is aan de achterzijde voorzien
van een in retroreflecterend materiaal uitgevoerd waarschuwingsbord waarop de tekst
'Let op' en totale lengte in meters van de vrachtautocombinatie is vermeld.
-
21. Een vrachtautocombinatie heeft een bestreken baan van ten hoogste 8 m, wanneer deze
een cirkel rijdt met een buitenstraal van 14,50 m.
-
22. De voertuigen die deel uitmaken van een vrachtautocombinatie zijn zonder aanpassingen
in te zetten in een standaard toegelaten combinatie met uitzondering van voertuigen
die hebben deelgenomen aan de eerder gehouden proef en voldeden aan de 'Voorwaarden
voor proeven met langere en/of zwaardere vrachtwagens' (Stcrt. 1999, nr. 218).