Regeling HAP

[Regeling vervallen per 01-01-2013.]
Geraadpleegd op 18-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-07-2014 en zichtdatum 01-07-2014.
Geldend van 31-12-2003 t/m 31-12-2012

Regeling HAP

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op artikel 2, derde lid, artikel 17, tweede lid en artikel 18a van het Besluit comptabele regelgeving regionale politiekorpsen;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

De afschrijvingstermijnen voor de materiële vaste activa luiden als volgt:

1. Grond

geen

   

2. Huisvesting

 

2.1 Standaard-gebouwen/ casco

35 jaar

2.2 Verbouwingen

 

a. met als oogmerk de levensduur te

verlengen

a. Op basis van de verlengde levensduur

b. zonder oogmerk de levensduur te

verlengen

b. Op basis van de resterende levensduur

2.3 Installaties

15 jaar

2.4 Inrichting gebouwen / inventaris

10 jaar

   

3. Vervoer

 

3.1 opvallende auto’s / motoren

3 jaar

3.2 onopvallende auto’s / motoren

5 jaar

3.3 ME-voertuigen

10 jaar

3.4 zeegaande vaartuigen

 

a. romp (staal)

20 jaar

b. romp (kunststof / aluminium)

10 jaar

c. inbouw

10 jaar

d. overige onderdelen

4 jaar

3.5 overige vaartuigen

10 jaar

   

4. Verbindingen en automatisering

 

4.1 Radiobediensystemen

(vaste apparatuur)

10 jaar

4.2 Mobiele apparatuur

 

a. mobilofoons

a. 7 jaar

b. portofoons

b. 5 jaar

4.3 pc’s en randapparatuur

3 jaar

4.4 Windows based terminals (WBT’s)

5 jaar

4.5 Servers

5 jaar

4.6 Software

3 jaar

4.7 Netwerken / bekabeling

 

a. inpandig

a. 5 jaar

b. uitpandig

b. 10 jaar

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

  • 1 Bij een actief dat in gebruik is, kan van de in artikel 1 genoemde termijnen worden afgeweken, mits hiervoor vooraf toestemming is verleend door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

  • 2 Bij een nieuw actief kan van de in artikel 1 genoemde termijnen worden afgeweken, mits hiervoor uiterlijk in het jaar van aanschaf van dat actief toestemming is verleend door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

  • 3 Voor activa die niet in artikel 1 zijn genoemd, blijft de afschrijvingstermijn ongewijzigd.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

  • 1 In de begroting of de meerjarenraming opgenomen investeringen worden geacht te zijn gedaan op 1 juli van het jaar van aanschaf of ingebruikname.

  • 2 Gerealiseerde investeringen worden afgeschreven vanaf het moment van aanschaf of ingebruikname.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Onder de financiële vaste activa wordt opgenomen de netto-vermogenswaarde (het saldo van bezittingen en schulden) van alle samenwerkingsverbanden waarin het regionaal politiekorps deelneemt, zowel van bovenregionale als van interregionale aard.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Beleggingen van liquide middelen in welke vorm ook worden opgenomen onder de post liquide middelen.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

De balans bevat de volgende voorzieningen:

  • 1. een Voorziening Tijdelijke Ouderenregeling (TOR).

    De omvang van deze voorziening wordt per balansdatum als volgt berekend:

    A x B x C + D – E, waarin:

    A = het aantal personen dat in de jaren waarvoor de TOR van kracht is, naar verwachting van de TOR gebruik maakt;

    B = de periode gedurende welke de personen onder A gebruik maken van de TOR;

    C = het salarisniveau, inclusief sociale lasten, van de personen onder A volgens de begroting, respectievelijk, in voorkomend geval, de jaarrekening;

    D = de kosten van het verlof, inclusief sociale lasten, voorafgaand aan de postactieve periode;

    E = de bijdrage die voor de personen onder A van het Rijk als bijzondere bijdrage wordt ontvangen als tegemoetkoming in de kosten van de TOR;

  • 2. een Voorziening wachtgelden/WW.

    Deze voorziening wordt als volgt berekend:

    P x Q x R, waarin:

    P = het aantal personen per balansdatum dat recht heeft op een uitkering als vervat in een wachtgeldregeling/WW;

    Q = de periode gedurende welke de personen onder P gebruik maken van de wachtgeldregeling/WW;

    R = het salarisniveau van de personen onder P volgens de begroting, respectievelijk, in voorkomend geval, de jaarrekening;

  • 3. een Voorziening periodiek onderhoud huisvesting. Aan deze voorziening ligt een door het Regionaal College goedgekeurd meerjarig onderhoudsplan ten grondslag.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

  • 1 Het vormen van nieuwe voorzieningen is toegestaan nadat daartoe op verzoek van de korpsbeheerder toestemming is verleend door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

  • 2 Het verzoek, bedoeld in het eerste lid dient te worden ingediend uiterlijk op 1 december van het begrotingsjaar waarin de voorziening wordt gevormd.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

  • 1 De balans bevat tenminste de volgende kortlopende schulden:

    • a. een post Vakantiegeld. Deze post heeft betrekking op de opgebouwde vakantierechten van het personeel per de datum van de balans.

    • b. een post Verlofstuwmeer. Deze post wordt als volgt berekend:

      E x F, waarin E de som is van het aantal openstaande verlofuren, overuren, meeruren en spaaruren per balansdatum en F een bedrag per uur zoals vastgelegd in de circulaire die jaarlijks uiterlijk 1 december op grond van artikel 2, achtste lid, van het Besluit financiën regionale politiekorpsen wordt verzonden.

  • 2 De egalisatierekening behoort tot de balanspost Kortlopende schulden.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

  • 1 Aanschaffingen boven een bedrag van € 5.000 en aanschaffingen waarvan het bedrag per eenheid groter is dan € 500 en het totaalbedrag van de aanschaffing een bedrag van € 5.000 overschrijdt, worden geactiveerd.

  • 2 Toepassing van het begrip ‘ideaalcomplex’ in plaats van activering is niet toegestaan.

  • 3 De kosten van groot onderhoud dat ten doel heeft de levensduur van een gebouw te verlengen of de functionaliteit van een gebouw te wijzigen, worden geactiveerd en afgeschreven over de resterende gebruiksduur van het pand.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Een voordelig, respectievelijk nadelig effect als gevolg van de herziening van de afschrijvingstermijnen over het reeds verstreken deel van de afschrijvingsperiode, genoemd in artikel 1, wordt ten gunste, respectievelijk ten laste van de reserve waardeverschillen gebracht.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

  • 1 De omvang van de reserve waardeverschillen die vrijvalt als gevolg van het bepaalde in het Besluit van 15 december 2003, tot wijziging van het Besluit comptabele regelgeving regionale politiekorpsen en het Besluit financiën regionale politiekorpsen in verband met de mogelijkheid om regels te stellen ter zake van de begroting, meerjarenraming en jaarrekening, alsmede de wijziging van de uiterste datum van indiening van de jaarrekening en het jaarverslag (Stb. 2003, 560) wordt ten gunste, respectievelijk ten laste van de algemene reserve gebracht.

  • 2 De mutaties in de balansposten als gevolg van het bepaalde in artikel 6 worden ten gunste, respectievelijk ten laste van de algemene reserve gebracht.

Artikel 12

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

  • 1 De bepaling van het exploitatieresultaat in de meerjarenraming en de jaarrekening, zijnde het resultaat uit normale bedrijfsvoering plus de buitengewone baten minus de buitengewone lasten, geschiedt zonder dotaties of onttrekkingen aan de bestemmingsreserves, tenzij de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, al dan niet op verzoek van de korpsbeheerder, anderszins besluit.

  • 2 Mutaties in reserves die gepland zijn of waarvoor reeds toestemming is verleend door het Regionaal College, worden bij de bestemming van het resultaat expliciet in beeld gebracht.

Artikel 13

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling HAP

Artikel 14

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2003.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

J.W. Remkes