Besluit van de Minister van Justitie d.d. 22 december 2003, kenmerk 5262127/503/CBK,
houdende aanwijzing van medewerkers bij de Dienst Vervoer & Ondersteuning als buitengewoon
opsporingsambtenaar
De Minister van Justitie,
Overwegende dat het voor de goede uitoefening van de taken waarmee de Dienst Vervoer
& Ondersteuning is belast, noodzakelijk is dat medewerkers van voornoemde dienst over
opsporingsbevoegdheid beschikken, bevoegd zijn geweld te gebruiken, de veiligheidsfouillering
toe te passen en bewapend te zijn;
Gelet op artikel 142, eerste lid, onder b, en derde lid, van het Wetboek van Strafvordering, artikel 8, eerste, derde en zevende lid, van de Politiewet 1993, artikel 3a, derde lid, van de Wet wapens en munitie, de Ambtsinstructie voor de politie, de Koninklijke marechaussee en de buitengewoon opsporingsambtenaar en het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar;