Artikel 1. Definities en begrippen
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
In deze regeling wordt verstaan onder:
a) Securitisatie: Een traditionele of synthetische securitisatie.
b) Asset-Backed Commercial Paper securitisatie: Een securitisatie waarin een vehikel kortlopend schuldpapier uitgeeft en de inkomsten
hiervan gebruikt om posities te kopen.
c) Aanvulbare (replenishment) securitisatie: Een securitisatie waarbij de onderliggende posities een vaste looptijd hebben. Wanneer
deze posities (vroegtijdig) worden afgelost kan de securitisatie gedurende een vastgestelde
periode met nieuwe posities van een vergelijkbare kwaliteit worden aangevuld.
d) Securitisatie van revolverende posities: Een securitisatie waarbij de onderliggende posities bestaan uit faciliteiten waarbij
het de kredietnemer is toegestaan om het opgenomen bedrag binnen een overeengekomen
limiet te variëren.
e) Synthetische securitisatie: Een securitisatie die resulteert in ten minste twee verschillende risicoposities
of tranches met een verschillend kredietrisico, en waarbij het kredietrisico op de
onderliggende posities geheel of ten dele wordt overgedragen door het gebruik van
volgestorte (funded) of niet-volgestorte (unfunded) kredietderivaten of garanties.
Het potentiële risico voor de investeerders is afhankelijk van de prestatie van de
pool van gesecuritiseerde posities.
f) Traditionele securitisatie: Een securitisatie waarbij de kasstroom van een pool van onderliggende posities wordt
gebruikt voor het betalen van ten minste twee verschillende risicoposities of tranches
met een verschillend kredietrisico. De betalingen aan de investeerders zijn afhankelijk
van de prestatie van de pool van gesecuritiseerde posities, en worden niet ontleend
aan een algemene verplichting van de originator.
g) Investeerder (investor): De instelling die een deel van het economisch risico van de gesecuritiseerde posities,
niet zijnde een kredietverbetering of een liquiditeitsfaciliteit, op zich neemt.
h) Originator: De instelling die de posities die worden gesecuritiseerd direct of indirect heeft
gegenereerd.
i) Beheerder (servicer): De instelling die verantwoordelijk is voor het dagelijks beheer van de gesecuritiseerde
posities voor wat betreft de inning van de hoofdsom en de rente, die vervolgens aan
de houders van de securitisatieposities wordt doorgegeven.
j) Bijzonder doel entiteit (special purpose entity): Een met een speciaal doel opgezette entiteit waarvan de activiteiten beperkt zijn
tot het kunnen overdragen van de risico's in de pool, en waarvan de structuur is opgezet
om de entiteit te isoleren van het kredietrisico van de originator of de verkoper
van een positie.
k) Sponsor: De instelling, ongeacht of dit de originator is of niet, die een securitisatie opzet
en beheert die posities van derden koopt.
l) Derde: Een derde is een onafhankelijke entiteit die of (a) voldoet aan de voorwaarden die
zijn gesteld in artikel 15, of (b) die niet is opgenomen in de bedrijfseconomische balans van de instelling,
opgesteld conform het jaarrekeningrecht voor banken als bedoeld in artikel 415 Boek 2 Burgerlijk Wetboek en nader ingevuld conform de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving en de daarop aansluitende
Aanbevelingen van DNB.
m) Door activa gedekte effecten (asset-backed securities): Door de risico-overdragende entiteit uitgegeven effecten ten behoeve van de financiering
van een deel van de pool van onderliggende posities. De houders van door activa gedekte
effecten kunnen aanspraken maken op die pool.
n) Voorschotfaciliteit (cash advances): Een contractuele afspraak om de risico-overdragende entiteit indien nodig een voorschot
te verstrekken teneinde een onafgebroken geldstroom van aflossingen en rentebetalingen
aan de houders van de securitisatieposities te waarborgen.
o) Opschoon calloptie (clean-up call): Een calloptie die de originator of de risico-overdragende entiteit (bijzonder doel
entiteit) het recht geeft de securitisatieposities, veelal de door activa gedekte
effecten, af te lossen voordat alle gesecuritiseerde posities (vroegtijdig) zijn afgelost.
p) Kredietverbetering (credit enhancement): Een al dan niet volgestorte contractuele regeling om verliezen op de gesecuritiseerde
posities te dekken teneinde aan andere houders van securitisatieposities een zekere
mate van extra bescherming te bieden.
q) Vervroegde aflossing bepaling (early amortisation trigger): Een bepaling die, wanneer geactiveerd, ervoor zorgt dat de houders van securitisatieposities
vóór het einde van de juridische looptijd deels worden afgelost.
r) Eerste verlies kredietverbetering (first loss credit enhancement): Een eerste verlies kredietverbetering vertegenwoordigt het eerste niveau van financiële
steun (kredietprotectie) aan de overige securitisatie posities, en heeft een omvang
die gelijk is aan een passende veelvoud van de verwachte verliezen, of de in het slechtste
geval optredende verliezen, op de gesecuritiseerde posities.
s) Liquiditeitsfaciliteit (liquidity facility): Een liquiditeitsfaciliteit wordt gebruikt om kasstroomverschillen tussen de gesecuritiseerde
posities en de uitgegeven effecten te overbruggen.
t) Tweede verlies kredietverbetering (second loss credit enhancement): Een tweede verlies kredietverbetering is het niveau van financiële steun aan de overige
securitisatie posities, nadat de eerste verlies kredietverbetering volledig is benut.
u) Securitisatiepositie (securitisation position): Securitisatieposities betreffen alle risicoposities die uit een securitisatie voortvloeien.
v) DNB: De Nederlandsche Bank N.V.
w) Economische omstandigheden bepaling (economic trigger): Een bepaling die wordt geactiveerd wanneer zich een bepaalde verslechtering van de
prestatie van de gesecuritiseerde posities voordoet, of een bepaalde verslechtering
van de kredietkwaliteit van de originator of sponsor.
x) Effectieve looptijd (effective maturity): De effectieve looptijd van een gesecuritiseerde positie is de langst mogelijke resterende
looptijd voordat de kredietnemer contractueel aan al zijn financiële verplichtingen
heeft voldaan. De effectieve looptijd van een traditionele of synthetische securitisatie
is de periode die resteert tot aan de waarschijnlijke beëindigingdatum van de securitisatie.
y) Overgebleven rentemarge (excess spread): De overgebleven rentemarge is gelijk aan het verschil tussen de bruto financieringsvergoeding
en andere vergoedingen die door de risico-overdragende entiteit van, of met betrekking
tot, de gesecuritiseerde posities worden ontvangen minus de afboekingen, betalingen
aan de investeerders, beheervergoedingen en andere belangrijke kosten van de risico-overdragende
entiteit.
z) Impliciete steun (implicit support): Impliciete steun doet zich voor wanneer een originator of sponsor steun (kredietverbetering)
verleent aan een securitisatie die de van tevoren vastgestelde contractuele verplichtingen
te boven gaat.
aa) Instelling (of: kredietinstelling): een kredietinstelling als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel a, onder 1°, Wtk 1992, die een vergunning als bedoeld in artikel 6 of artikel 38, Wtk 1992 heeft verkregen of een financiële instelling waaraan ingevolge artikel 45, eerste lid, Wtk 1992 een verklaring van ondertoezichtstelling is toegekend en waarop DNB artikel 20, Wtk 1992 overeenkomstig van toepassing heeft verklaard.
bb) Goed gespreid (well diversified): Een pool van gesecuritiseerde posities wordt geacht goed gespreid te zijn als het
aandeel van de grootste gesecuritiseerde positie ten opzichte van één schuldenaar
in de pool niet meer dan 10% van de totale pool uitmaakt.
cc) Wtk 1992: de Wet toezicht kredietwezen 1992.
dd) Investment grade: Een securitisatiepositie is investment grade wanneer deze een externe kredietbeoordeling
heeft van BBB- (of het equivalent daarvan) of hoger.