Stcrt. 2005, 105, datum inwerkingtreding 05-06-2005, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 19-02-2004.
Algemeen mandaat Directeuren-Generaal, directeuren, hoofden van centrale dienstonderdelen,
Chefs de Poste en plaatsvervangend Chefs de Poste
1 De Secretaris-Generaal verleent aan de Directeuren-Generaal, de plaatsvervangend Directeuren-Generaal,
de directeuren, de plaatsvervangend directeuren, de hoofden van centrale dienstonderdelen,
niet zijnde directies, de Chefs de Poste en de plaatsvervangend Chefs de Poste mandaat
voor het nemen van besluiten inzake aangelegenheden die verband houden met de taken,
de verantwoordelijkheden en het werkterrein van de desbetreffende functionarissen.
2 Het mandaat, bedoeld in het eerste lid, omvat in ieder geval:
3 Voor zover het gaat om het vaststellen van beleidsregels, wordt het mandaat, bedoeld
in het eerste lid, slechts verleend aan de Directeuren-Generaal en de plaatsvervangend
Directeuren-Generaal.
4 De directeuren, de plaatsvervangend directeuren, de hoofden van centrale dienstonderdelen,
niet zijnde directies, de Chefs de Poste en de plaatsvervangend Chefs de Poste kunnen
ondermandaat verlenen aan onder hen ressorterende functionarissen. Dit ondermandaat
geschiedt schriftelijk.
5 Van ondermandaten als bedoeld in het vierde lid wordt een afschrift gezonden naar
de directie Juridische Zaken, afdeling Bestuursrecht.