Financiële arbeidsvoorwaarden per 1 januari 2004

Geraadpleegd op 10-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-04-2014 en zichtdatum 20-09-2024.
Geldend van 11-02-2004 t/m heden

Financiële arbeidsvoorwaarden per 1 januari 2004

Inleiding

In onderhavige publicatie wil ik u op de hoogte stellen over het volgende:

  • 1. Aanpassing van de franchisebedragen en percentages voor de verschillende premieberekeningen per 1 januari 2004 (bijlage I);

  • 2. Aanpassing van het wettelijk minimumloon per 1 januari 2004 (bijlage II) en het aanvangbedrag aanlooptraject I/D-banen (bijlage III);

  • 3. Hoogte percentage 13e maand voor de vaststelling van het pensioengevend inkomen 2004;

  • 4. Reiskosten bij dienstreizen (PO);

  • 5. ZKOO-aanvraag- en ZKOO-statusformulier;

  • 6. Overzicht van maatregelen die nog in het Rechtspositiebesluit WPO/WEC (Rpb WPO/WEC) moeten worden opgenomen.

1. Aanpassing premies en franchisebedragen

De centrales voor overheidspersoneel en werkgeversorganisaties hebben afspraken gemaakt over de verandering in de ABP- pensioenregeling. Deze afspraken zijn vastgelegd in het Pensioenakkoord en hebben in sommige gevallen consequenties voor de premieberekening. Het ABP heeft daarover de werkgevers en de werknemers via afzonderlijke brieven op de hoogte gebracht. Voor de volledigheid verwijs ik u daarom voor de inhoud van de afspraken naar deze brieven. In deze paragraaf wil ik in het kort ingaan op de gevolgen voor de premieberekening.

Ouderdoms- en nabestaandenpensioen (OP/NP)

Tot 1 januari 2004 werd voor de berekening van de premie één franchisebedrag gehanteerd. Vanaf genoemde datum moet er rekening gehouden worden met 3 franchisebedragen. Welk franchisebedrag voor de berekening wordt gehanteerd, is afhankelijk van de leeftijd van de verzekerde. Het volgende onderscheid geldt: geboren vóór 1954, geboren in of na 1954 en vóór 1964 en geboren in of na 1964, met respectievelijk de volgende franchisebedragen: €  15.250, €  14.250 en €  13.000.

Flexibel pensioen en uittreden (FPU)

Ook de wijze waarop de FPU-premie wordt berekend wijzigt met ingang van 1 januari 2004. Vanaf deze datum wordt een onderscheid aangebracht tussen het VUT/FPU basisgedeelte en FP-opbouwdeel. Bij het VUT/FPU basisgedeelte geldt geen franchise, maar bij de FP-opbouw gaat vanaf 1 januari 2004 een franchise gelden die, rekening houdend met het leeftijdsonderscheid, gelijk is aan het franchisebedrag bij de OP/NP. Dit betekent dat er vanaf 1 januari 2004 voor de FPU twee berekeningen gemaakt moeten worden in plaats van één berekening!

Bovenwettelijk invaliditeitspensioen (IPbw)

In de berekeningssystematiek voor de IPbw premie verandert niets. Hier dient u alleen rekening te houden met de wijzigingen van het premiepercentage en de omvang van het franchisebedrag.

De vastgestelde premies hebben invloed op de berekening van een bruto-netto salaris en op de vaststelling van de hoogte van de werkgeverslasten. In bijlage I wordt in een beknopt overzicht de premies met het eventueel daarbijbemaart-tellinghorende franchisebedrag weergegeven. Naast genoemde premies vindt u daarin tevens terug:

Pseudo-werkloosheidspremie

(WW);

Arbeidsongeschikt-heidsverzekering

(WAO);

Uitvoeringsfonds voor de Overheid

(UFO); de lasten en de uitvoeringskosten van de Ziektewet worden gefinancierd uit het Uitvoeringsmaart-tellingfonds. Iedere overheidswerkgever betaalt aan dit fonds premie voor alle werknemers die bij hem in dienst zijn.

2. Aanpassing wettelijk minimumloon en aanvangbedrag aanlooptraject I/D-banen

De aanpassing van het minimumloon is van invloed op bedragen zoals die in de verschillende besluiten zijn opgenomen. In bijlage II van deze publicatie treft u de bedragen aan zoals die vanaf 1 juli 2003 gelden. Aangezien het minimumloon niet wordt verhoogd is het minimumloon per 1 januari 2004 gelijk aan dat van 1 juli 2003. De bedragen per 1 juli 2003 waren echter nog niet opgenomen in een publicatie.

In bijlage III treft u de bedragen aan van het aanlooptraject voor functies in het kader van het Besluit in- en doorstroombanen (I/D-banen). De daarin genoemde bedragen hebben alleen betrekking op de instroombanen, aangezien de doorstroombanen geen zogenoemd aanlooptraject kennen.

3. Hoogte percentage 13e maand voor vaststelling pensioengevend inkomen

De berekening van de premies OP/NP, IPbw en FPU vindt plaats over het pensioengevend inkomen, verder aan te duiden als jaarinkomen ABP. Het jaarinkomen ABP wordtvastgesteld op 1 januari van een jaar of bij de indiensttreding aan de hand van de beloningscomponenten waar betrokkene aanspraak op maakt en die op dat moment pensioengevend zijn. Pensioengevend zijn onder meer het salaris, de vakantietoeslag, de uitlooptoeslag, de bindingstoelage, het structurele deel van de 13e maand en eventueel een door de werkgever toegekende toelage die pensioengevend is. In het Pensioenakkoord is overeengekomen dat variabele beloningen vanaf 1 januari 2004 mee kunnen tellen voor de vaststelling van het jaarinkomen ABP in het daaropvolgende jaar. Op een later tijdstip zal ik aangeven om welke beloningen het gaat.

Vanaf 1 januari 2004 geldt voor de berekening van het jaarinkomen voor de 13e maand 3,48%. Bij de vaststelling van jaarinkomen voor een BWOO-uitkering wordt rekening gehouden met 1,95%.

De centrales van overheidspersoneel stellen de hoogte van het percentage voor de vaststelling van het jaarinkomen per 1 januari 2004 nog nader aan de orde in een komend overleg met OCW.

Regelmatig worden mij vragen gesteld over de vaststelling van het jaarinkomen ABP. In bijlage IV treft u daarom een voorbeeld aan hoe het jaarinkomen ABP voor een betrokkene in actieve dienst wordt vastgesteld. Daarnaast treft u in Bijlage V een schema aan van het bruto-netto traject per maand en een schema over de vaststelling van de werkgeverslasten per maand met ingang 1 januari 2004.

4. Reiskosten bij dienstreizen (po)

In het artikel 64, het tweede lid, onderdeel a, van het Rpb WPO/WEC is bepaald dat voor de vergoeding van de eerste 10000 kilometer bij dienstreizen het bedrag dat per gereisde kilometer in het desbetreffende kalenderjaar wordt gereisd, belastingvrij mag worden toegekend. Dit bedrag bedroeg 28 cent tot 1 januari 2004. De minister van Financiën heeft het belastingvrije bedrag per kilometer per 1 januari 2004 vastgesteld op 18 cent. Dit betekent dat vanaf 1 januari 2004 voor de eerste 10000 km dit bedrag per kilometer mag worden vergoed. In de positieve zin mag hier niet van worden afgeweken.

In de Regeling vergoeding van reis- en verblijfkosten bij dienstreizen voor onderwijspersoneel is verder bepaald dat vanaf 10001 kilometer tot en met 20000 21 cent wordt vergoed en vanaf 20001 kilometer 18 cent. Deze bedragen blijven van kracht met dit verschil dat bij een vergoeding vanaf 10001 kilometer tot en met 20000 kilometer (21 cent) de 3 cent boven het belastingvrije bedrag tot het loon wordt gerekend. Over dit loon vindt loonheffing plaats en worden de premies (sociale) werknemersverzekeringen berekend en ingehouden. Als een bestuur er voor kiest naast de in genoemde regeling te vergoeden bedragen een aanvullende vergoeding te geven, dan dient dit plaats te vinden in de vorm van een tegemoetkoming, bedoeld in artikel 106 van het Rpb WPO/WEC, danwel als een toelage, bedoeld in artikel 114 van het Rpb WPO/WEC.

Ook over dit bedrag vindt loonheffing plaats en worden de premies (sociale) werknemersverzekeringen berekend en ingehouden.

De centrales van overheids- en onderwijspersoneel zullen de vergoeding voor dienstreizen aan de orde stellen in het komende overleg met OCW over de arbeidsvoorwaarden.

5. Zkoo-aanvraag- en zkoo-statusformulier

Tot voor kort was het mogelijk om het ZKOO-aanvraag- en het ZKOO-statusformulier aan te vragen bij het ministerie. Mede door de verhuizing van het ministerie naar Den Haag is er voor gekozen het formulier niet meer op voorraad te nemen. In plaats daarvan is er voor gekozen debeide formulieren op de site van CFI te plaatsen waar ze kunnen worden gedownload. Op deze wijze kunnen zonodig sneller wijzigingen op het formulier worden aangebracht.

6. Rpb WPO/WEC

In onderstaand overzicht wordt aangegeven welke maatregelen die al worden uitgevoerd nog in het Rpb WPO/WEC verwerkt moeten worden. Bij de betreffende maatregel staat vermeld in welke publicatie de maatregel is terug te vinden. Eerstdaags zal over de conceptteksten Rpb WPO/WEC die betreffende maatregelen beschrijven overleg plaatsvinden met de werkgevers- en werknemersorganisaties. Zodra het overleg met hen hieromtrent is afgerond, zal ik u daarover berichten. De maatregelen zijn gerubriceerd naar onderwerp.

Flexibele invulling ADV

Maatregel

Ingangsdatum

Aanpassing

zie publicatie

1

Verzilvering ADV omvang 51 uren

1-8-2000

Hoofdstuk 1, titel 3

AB/A&A/2000/28761

Gele katern 2000 nr.18b

2

Verzilvering ADV omvang 131 uren

1-12-2000

Hoofdstuk 1, titel 3

AB/A&A/2000/46181

Gele katern 2000 nr. 30

Carrièrepatronen

Maatregel

Ingangsdatum

Aanpassing

zie publicatie

1

Verkorting carrièrepatronen OOP de schalen 1, 2, 3 en 4

1 januari 2001

• Bijlage

• Overgangsrechtelijk artikel maken

• Conversietabel

AB/A&A/2000/38079

Gele katern 2000 nr. 29

2

Compensatieregeling via een eenmalige uitkering voor leraren die op 28 februari 2001 werden bezoldigd volgens het maximum van hun schaal of hoger

28 februari 2001

Hoofdstuk 5, titel 3

AB/A&A/2000/38079

Gele katern 2000 nr. 29

3

Wijziging carrièrepatronen OOP + conceptteksten Rpbo ivm aanpassing

1 maart 2001

• Bijlage aanpassen

• Overgangsrechtelijk artikel maken

• Conversietabel

AB/A&A/2001/34868

Gele katern 2001 nr. 21

4

Verkorting en linearisering carrièrepatronen leraren

1 maart 2001

  • Bijlage aanpassen

  • Overgangsrechtelijk artikel

  • Conversietabel

AB/A&A/2000/38079

Gele katern 2000 nr. 29

5

Aanpassing Promotiecriteria leraren

1 maart 2001

Hoofdstuk 1, titel 13

AB/A&A/2002/6098

Gele katern 2002 nr. 5/6

6

Verkorting en linearisering carrièrepatronen leraren

1 augustus 2001

  • Bijlage aanpassen

  • Overgangsrechtelijk artikel maken

  • Conversietabel

AB/A&A/2001/26666

Gele katern 2001 nr. 18a

7

Vervallen promotiecriteria

1 augustus 2001

Hoofdstuk 1, titel 13

AB/A&A/2002/6098

Gele katern 2002 nr. 5/6

8

Compensatie voor leraar die overstapt naar een hoger gewaardeerde leraarsfunctie en daar op den duur ten opzichte van zijn oude carrièrepatroon een nadeel zou ervaren.

1 augustus 2001

Hoofdstuk 1, titel 13

AB/A&A-2002/32500

Gele katern 2002 nr. 24

9

Verkorting en linearisering carrièrepatronen leraren

1 augustus 2002

  • Bijlage aanpassen

  • Overgangsrechtelijk artikel maken

  • Conversietabel

AB/A&A/2002/6098

Gele katern 2002 nr. 5/6

Eindejaarsuitkeringen

Maatregel

Ingangsdatum

Aanpassing

zie publicatie

1

Verhoging van eindejaarsuitkering OOP en pensioengevend maken van deze uitkering

1 januari 2001

Hoofdstuk 1, titel 14

AB/A&A/2000/38079

Gele katern 2000 nr. 29

2

Invoering structurele eindejaarsuitkering i.v.m. bevriezing ZKOO en MEV-afspraak

1 januari 2001

Hoofdstuk 1, titel 11

AB/A&A/2000/38079

Gele katern 2000 nr. 29

3

Wijziging aanduiding structurele eindejaarsuitkering in 13e maand

1 januari 2002

Artikel wijzigen

AB/A&A/2001/35155

Gele katern 2001 nr. 26

Verbetering beloning schoolleiding

Maatregel

Ingangsdatum

Aanpassing

zie publicatie

1

Wijziging carrièrepatronen directieleden inclusief inbouw directietoelage.

Garantieaanspraken worden ingepast garantie moet worden vastgesteld

1 maart 2001

  • Bijlage

  • Garantie artikelen

  • Overgangsrechtelijk artikel maken

  • Conversietabel

PO/PJ/016480

Gele Katern 2001 nr. 5/6

2

Inschalingbepaling voor directie overstap naar functie met hoger maximumsalaris of gunstiger carrièrepatroon

1 maart 2001

Hoofdstuk 1, titel 12

AB/A&A/2002/1995

Gele katern 2002 nr. 3

Bindingstoelage

Maatregel

Ingangsdatum

Aanpassing

zie publicatie

1

Bindingstoelage voor leraren, directie en OOP met schaal 9

1 augustus 2001

Hoofdstuk 1, titel 11

Bedragen in bijlage

AB/A&A/2001/26666

Gele katern 2001 nr. 18a

Beloningsdifferentiatie

Maatregel

Ingangsdatum

Aanpassing

zie publicatie

1

Beloningsdifferentiatie, zowel bij indiensttreding als voor zittend personeel op basis van beoordeling

1 augustus 2001

Hoofdstuk 1, titel 11 Aanvulling in apart artikel voor zittend personeel

PO/PJ-2002-28664

Gele katern 2002 nr. 18

Verlof

Maatregel

Ingangsdatum

Aanpassing

zie publicatie

1

Invoering betaald ouderschapsverlof

1 augustus 2001

Hoofdstuk 1, titel 3

PO/PJ/01-32383

Gele katern 2001 nr.18b

2

Aanpassen van de regelingen voor verlof en kort en lang buitengewoon verlof

 

Hoofdstuk 1, titel 3

Gele katern 2003, nr. 20/21

Ouderen

Maatregel

Ingangsdatum

Aanpassing

zie publicatie

1

Aanpassing anticumulatieregeling

BAPO

1 augustus 2001

Hoofdstuk 1, titel 16

AB/PSW/2001/8732

Gele katern 2001 nr. 18a

Euro

Maatregel

Ingangsdatum

Aanpassing

zie publicatie

1

Invoering Euro

1 januari 2002

alle bijlagen

AB/A&A/2001/35155

Gele katern 2001 nr. 26

FRE-verbruik

Maatregel

Ingangsdatum

Aanpassing

zie publicatie

1

Bijwerken tabel fre-verbruik

1 augustus 2001

Hoofdstuk 1, titel 11

PO/F/2001/6950

Gele katern 2001 nr. 7

Nieuwe functies

Maatregel

Ingangsdatum

Aanpassing

zie publicatie

1

Schoolverpleegkundige

8 juni 2002 Hoofd

stuk 1, titel 14

PO/LGF/2002/20675

Gele katern 2002, nr. 14

Invoering LGF vanaf 1 augustus 2003

Maatregel

Ingangsdatum

Aanpassing

zie publicatie

1

Verwerken van begripsbepalingen

1 augustus 2003

 

PO/LGF/2003/10212

Gele katern 2003, nr. 14

2

Leerlingentelling, formatiegarantie

1 augustus 2003

 

PO/LGF/2003/16533

Gele katern 2003, nr. 17

Vergoedingen

Maatregel

Ingangsdatum

Aanpassing

zie publicatie

1

Een aantal vergoedingen (bijv. voor het schoolprofielbudget, opleiding, nascholing en (extra) secundaire vergoedingen) is inmiddels in het geleidelijk opgehoogde, daartoe voor het schoolbestuur vrij besteedbare schoolbudget toegekend

1 augustus 2002

 

PO/PJ-2002/1070 1

Gele katern 2002, nr. 11

Ik verzoek u het personeel in dienst van uw instelling van deze publicatie op de hoogte te stellen.

De

minister

van onderwijs, cultuur en Wetenschap,
namens deze,

mr. J.A.P. Veringa

directeur directie arbeidsvoorwaarden en beroepskwaliteit

Bijlage I

Tabel franchisebedragen en percentages voor de werkgevers en werknemers 2004
 

Premies

Franchise per jaar

 

werkgever

werknemer

geboren

geboren

geboren

     

vóór 1954

in of na 1954

in of na 1964

       

en vóór 1964

 

OP/NP

14,05%

4,95%

€ 15.250

€ 14.250

€ 13.000

IP+hoog

1,35%

0,45%

€ 16.350

€ 16.350

€ 16.350

IP+laag

1,35%

0,20%

€ 16.350

€ 16.350

€ 16.350

FPU

         

VUT/FPU basis

2,25%

2,25%

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

FP-opbouw

1,95%

1,95%

€ 15.250

€ 14.250

€ 13.000

WAO 1

         

• Basis

5,10%

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

• Gedifferentieerd (gemiddeld)

2,26%

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

WW 2

n.v.t.

5,80%

€ 15.138

€ 15.138

€ 15.138

ZFW 3

6,75%

1,25%

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

UFO-premie

0,80%

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

Bijlage II. Minimumloon

per maand in guldens bij een normbetrekking zoals opgenomen in:

per 1 juli 200

bij de leeftijd van

bedrag

23 jaar of ouder

1264,80

22 jaar

1075,10

21 jaar

917,00

20 jaar

777,85

19 jaar

664,00

18 jaar

575,50

17 jaar

499,60

16 jaar

436,35

15 jaar

379,45

Bijlage III. Maandsalarissen in euro’s (I/D-banen)

behorende bij:

bevattende aanlooptraject voor functies in het kader van het Besluit in- en doorstroombanen.

Per 1 juli 2003

Nummer

Bedrag

 

1

1264,80

Minimumloon (1-7-2003)

2

1285,00

 

Bijlage IV. Vaststelling jaarinkomen ABP 2004

Het jaarinkomen ABP wordt vastgesteld via normbedragen. Als alle bedragen die van invloed zijn op het jaarinkomen ABP zijn getotaliseerd, vindt er een correctie plaats via de zogenoemde debrutering. De debrutering is sinds 1 januari 2001 van kracht door het vervallen van de Overhevelingstoeslag. Om te voorkomen dat werknemers er in netto-inkomen op achteruit zouden gaan, zijn op dat moment de salarissen op wettelijke basis verhoogd - gebruteerd - met 1,9%, waarbij rekening werd gehouden met een maximum. De brutering werkt echter niet door in het pensioengevend inkomen. Hierdoor dient het jaarinkomen te worden gedebruteerd waarbij rekening wordt gehouden met een maximum. Het maximum is vastgesteld op €  791,85. Aan de hand van een voorbeeld wordt het jaarinkomen ABP nader uitgewerkt.

Voorbeeld

Leraar wordt bezoldigd volgens salarisschaal LB en salarisnummer18 en komt in aanmerking voor de uitlooptoeslag, de bindingstoelage en de 13e maand. De bedragen zijn gebaseerd op loonpeil 1 maart 2003.

A. Normsalaris

3359,00+

B. Uitlooptoeslag

23,97+

C. Vakantie-uitkering: 8% van A + B

270,63+

D. 13e maand 3,48% van A + B

117,73+

E. Totaal beloningscomponenten bij normbetrekking

3771,33

F. Op jaarbasis bedraagt dit 12 x E.

45255,96+

G. Bindingstoelage (op jaarbasis)

306,75+

H. Totaal op jaarbasis rekenkundig afgerond op een hele euro

45563,00

I. Debruteringspercentage: 1,9%

 

J. Maximum debrutering: € 791,85

 

De debrutering: (45563 : 1,019) X 1,9% = €  849,56 en is groter dan J

Jaarinkomen ABP 2004 wordt vastgesteld op: €  44771 (45563 - 791,85 waarbij de uitkomst rekenkundig afgerond is op een hele euro).

De premies OP/NP e.d worden berekend over het vastgestelde jaarinkomen ABP 2004.

Bijlage V. Bruto-netto traject en werkgeverslasten

Zoals aangegeven wordt het Jaarinkomen ABP vastgesteld via normbedragen. De hoogte van de te betalen pensioenpremies wordt uiteindelijk bepaald door de zogenoemde deeltijdfactor. De deeltijdfactor betreft het resultaat van: het bruto genoten salaris in een maand gedeeld door het normsalaris in die betreffende maand. Een betrokkene die in een volledige betrekking werkzaam is, heeft een deeltijdfactor die gelijk is aan 1. Voor de betrokkene die voor een andere betrekkingsomvang werkzaam is geldt een deeltijdfactor naar rato, waarbij de uitkomst rekenkundig op vier cijfers achter de komma wordt vastgesteld. Sinds 1 januari 2004 is het mogelijk dat de uitkomst hiervan voor de berekening van de pensioenpremies groter is dan 1. Met andere woorden: de deeltijdfactor voor de berekening van de sociale premies kan nooit groter zijn dan 1.

Hieronder treft u in schema 1 aan hoe het bruto-nettosalaris wordt berekend en in schema 2 treft u aan hoe de werkgeverlasten worden vastgesteld.

Afkortingen:

Jaarinkomen ABP

JI

Franchise

FR

Deeltijdfactor ABP

DFA

Deelfijdfactor Sociale verzekeringen

DFS

Schema 1: bruto-netto traject 2004 per maand

a.

Salaris en eventuele toelage en kortingen

   

..........+

b.

OP/NP:

((JI - FR): 12) x DFA x 4,95%

..........+

 

c.

IP+ :

((JI - FR): 12) x DFA x 0,45%

..........+

 

d.

FPU

     
 

• VUT/FPU basis:

(JI : 12) x DFA x 2,25%

..........+

 
 

• FP-opbouw:

((JI - FR): 12) x DFA x 1,95%

..........+

 

e.

Totaal pensioenpremies

(b + c + d)

 

..........-

f.

Grondslag berekening sociale verzekeringen (Coördinatieloon)

   

..........+

g.

Pseudo WW 4:

(f. - ((FR : 12) x DFS)) x 5,80%

 

..........-

h.

Grondslag berekening loonbelasting

   

..........+

i.

Loonbelasting

   

..........-

j.

Nettosalaris

   

..........+

Schema 2: werkgeverslasten 2004 per maand

a.

Salaris en eventuele toelage en kortingen (resultaat a. schema 1)

 

..........+

b.

OP/NP:

((JI - FR): 12) x DFA x 14,05%

..........+

c.

IP+ :

((JI - FR): 12) x DFA x 1,35%

..........+

d.

FPU

 

• VUT/FPU basis:

(JI: 12) x DFA x 2,25%

..........+

 

• FP-opbouw:

((JI - FR): 12) x DFA x 1,95%

..........+

e.

WAO 5

resultaat f. schema 1 x (5,10% + gediff %)

..........+

f.

UFO 6

resultaat f. schema 1 x 0,80%

..........+

g.

Premie Vervangingsfonds

resultaat f. schema 1 x betreffend %

..........+

h.

Premie Participatiefonds

resultaat f. schema 1 x betreffend %

..........+

Totaal a t/m h

..........+

i.

Pseudo WW 7:

resultaat g. van schema 1

..........-

Totale werkgeverslasten

………

Op het moment dat er in een specifieke maand een beloningscomponent wordt uitbetaald dat slechts een keer per jaar wordt uitbetaald, zoals een 13e maand, vakantie-uitkering of de bindingstoelage, neemt onderdeel a. en onderdeel f. van schema 1 in hoogte toe.

  1. De werknemer kiest voor een 65% i.p.v. een 70% IP-uitkering. ^ [1]
  2. maximumpremiegrens € 43.587 ^ [2]
  3. maximumpremiegrens ZFW € 29.606 (262 x 113 euro) ; verzekeringsloongrens ZFW 2004 € 32.600 ^ [3]
  4. waarbij rekening wordt gehouden met het maximumpremiebedrag per maand. ^ [4]
  5. waarbij rekening wordt gehouden met het maximumpremiebedrag per maand. ^ [5]
  6. waarbij rekening wordt gehouden met het maximumpremiebedrag per maand. ^ [6]
  7. waarbij rekening wordt gehouden met het maximumpremiebedrag per maand. ^ [7]