U bent nu hier: Wettenbank
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving
Zoals belastingen, uitkeringen en subsidies.
Officiële publicaties van de overheid.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Geraadpleegd op 02-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 30-07-2004. Geldend van 11-02-2004 t/m heden
Financiële arbeidsvoorwaarden per 1 januari 2004
In onderhavige publicatie wil ik u op de hoogte stellen over het volgende:
1. Aanpassing van de franchisebedragen en percentages voor de verschillende premieberekeningen per 1 januari 2004 (bijlage I);
2. Aanpassing van het wettelijk minimumloon per 1 januari 2004 (bijlage II) en het aanvangbedrag aanlooptraject I/D-banen (bijlage III);
3. Hoogte percentage 13e maand voor de vaststelling van het pensioengevend inkomen 2004;
4. Reiskosten bij dienstreizen (PO);
5. ZKOO-aanvraag- en ZKOO-statusformulier;
6. Overzicht van maatregelen die nog in het Rechtspositiebesluit WPO/WEC (Rpb WPO/WEC) moeten worden opgenomen.
De centrales voor overheidspersoneel en werkgeversorganisaties hebben afspraken gemaakt over de verandering in de ABP- pensioenregeling. Deze afspraken zijn vastgelegd in het Pensioenakkoord en hebben in sommige gevallen consequenties voor de premieberekening. Het ABP heeft daarover de werkgevers en de werknemers via afzonderlijke brieven op de hoogte gebracht. Voor de volledigheid verwijs ik u daarom voor de inhoud van de afspraken naar deze brieven. In deze paragraaf wil ik in het kort ingaan op de gevolgen voor de premieberekening.
Tot 1 januari 2004 werd voor de berekening van de premie één franchisebedrag gehanteerd. Vanaf genoemde datum moet er rekening gehouden worden met 3 franchisebedragen. Welk franchisebedrag voor de berekening wordt gehanteerd, is afhankelijk van de leeftijd van de verzekerde. Het volgende onderscheid geldt: geboren vóór 1954, geboren in of na 1954 en vóór 1964 en geboren in of na 1964, met respectievelijk de volgende franchisebedragen: € 15.250, € 14.250 en € 13.000.
Ook de wijze waarop de FPU-premie wordt berekend wijzigt met ingang van 1 januari 2004. Vanaf deze datum wordt een onderscheid aangebracht tussen het VUT/FPU basisgedeelte en FP-opbouwdeel. Bij het VUT/FPU basisgedeelte geldt geen franchise, maar bij de FP-opbouw gaat vanaf 1 januari 2004 een franchise gelden die, rekening houdend met het leeftijdsonderscheid, gelijk is aan het franchisebedrag bij de OP/NP. Dit betekent dat er vanaf 1 januari 2004 voor de FPU twee berekeningen gemaakt moeten worden in plaats van één berekening!
In de berekeningssystematiek voor de IPbw premie verandert niets. Hier dient u alleen rekening te houden met de wijzigingen van het premiepercentage en de omvang van het franchisebedrag.
De vastgestelde premies hebben invloed op de berekening van een bruto-netto salaris en op de vaststelling van de hoogte van de werkgeverslasten. In bijlage I wordt in een beknopt overzicht de premies met het eventueel daarbijbemaart-tellinghorende franchisebedrag weergegeven. Naast genoemde premies vindt u daarin tevens terug:
Pseudo-werkloosheidspremie
(WW);
Arbeidsongeschikt-heidsverzekering
(WAO);
Uitvoeringsfonds voor de Overheid
(UFO); de lasten en de uitvoeringskosten van de Ziektewet worden gefinancierd uit het Uitvoeringsmaart-tellingfonds. Iedere overheidswerkgever betaalt aan dit fonds premie voor alle werknemers die bij hem in dienst zijn.
De aanpassing van het minimumloon is van invloed op bedragen zoals die in de verschillende besluiten zijn opgenomen. In bijlage II van deze publicatie treft u de bedragen aan zoals die vanaf 1 juli 2003 gelden. Aangezien het minimumloon niet wordt verhoogd is het minimumloon per 1 januari 2004 gelijk aan dat van 1 juli 2003. De bedragen per 1 juli 2003 waren echter nog niet opgenomen in een publicatie.
In bijlage III treft u de bedragen aan van het aanlooptraject voor functies in het kader van het Besluit in- en doorstroombanen (I/D-banen). De daarin genoemde bedragen hebben alleen betrekking op de instroombanen, aangezien de doorstroombanen geen zogenoemd aanlooptraject kennen.
De berekening van de premies OP/NP, IPbw en FPU vindt plaats over het pensioengevend inkomen, verder aan te duiden als jaarinkomen ABP. Het jaarinkomen ABP wordtvastgesteld op 1 januari van een jaar of bij de indiensttreding aan de hand van de beloningscomponenten waar betrokkene aanspraak op maakt en die op dat moment pensioengevend zijn. Pensioengevend zijn onder meer het salaris, de vakantietoeslag, de uitlooptoeslag, de bindingstoelage, het structurele deel van de 13e maand en eventueel een door de werkgever toegekende toelage die pensioengevend is. In het Pensioenakkoord is overeengekomen dat variabele beloningen vanaf 1 januari 2004 mee kunnen tellen voor de vaststelling van het jaarinkomen ABP in het daaropvolgende jaar. Op een later tijdstip zal ik aangeven om welke beloningen het gaat.
Vanaf 1 januari 2004 geldt voor de berekening van het jaarinkomen voor de 13e maand 3,48%. Bij de vaststelling van jaarinkomen voor een BWOO-uitkering wordt rekening gehouden met 1,95%.
De centrales van overheidspersoneel stellen de hoogte van het percentage voor de vaststelling van het jaarinkomen per 1 januari 2004 nog nader aan de orde in een komend overleg met OCW.
Regelmatig worden mij vragen gesteld over de vaststelling van het jaarinkomen ABP. In bijlage IV treft u daarom een voorbeeld aan hoe het jaarinkomen ABP voor een betrokkene in actieve dienst wordt vastgesteld. Daarnaast treft u in Bijlage V een schema aan van het bruto-netto traject per maand en een schema over de vaststelling van de werkgeverslasten per maand met ingang 1 januari 2004.
In het artikel 64, het tweede lid, onderdeel a, van het Rpb WPO/WEC is bepaald dat voor de vergoeding van de eerste 10000 kilometer bij dienstreizen het bedrag dat per gereisde kilometer in het desbetreffende kalenderjaar wordt gereisd, belastingvrij mag worden toegekend. Dit bedrag bedroeg 28 cent tot 1 januari 2004. De minister van Financiën heeft het belastingvrije bedrag per kilometer per 1 januari 2004 vastgesteld op 18 cent. Dit betekent dat vanaf 1 januari 2004 voor de eerste 10000 km dit bedrag per kilometer mag worden vergoed. In de positieve zin mag hier niet van worden afgeweken.
In de Regeling vergoeding van reis- en verblijfkosten bij dienstreizen voor onderwijspersoneel is verder bepaald dat vanaf 10001 kilometer tot en met 20000 21 cent wordt vergoed en vanaf 20001 kilometer 18 cent. Deze bedragen blijven van kracht met dit verschil dat bij een vergoeding vanaf 10001 kilometer tot en met 20000 kilometer (21 cent) de 3 cent boven het belastingvrije bedrag tot het loon wordt gerekend. Over dit loon vindt loonheffing plaats en worden de premies (sociale) werknemersverzekeringen berekend en ingehouden. Als een bestuur er voor kiest naast de in genoemde regeling te vergoeden bedragen een aanvullende vergoeding te geven, dan dient dit plaats te vinden in de vorm van een tegemoetkoming, bedoeld in artikel 106 van het Rpb WPO/WEC, danwel als een toelage, bedoeld in artikel 114 van het Rpb WPO/WEC.
Ook over dit bedrag vindt loonheffing plaats en worden de premies (sociale) werknemersverzekeringen berekend en ingehouden.
De centrales van overheids- en onderwijspersoneel zullen de vergoeding voor dienstreizen aan de orde stellen in het komende overleg met OCW over de arbeidsvoorwaarden.
Tot voor kort was het mogelijk om het ZKOO-aanvraag- en het ZKOO-statusformulier aan te vragen bij het ministerie. Mede door de verhuizing van het ministerie naar Den Haag is er voor gekozen het formulier niet meer op voorraad te nemen. In plaats daarvan is er voor gekozen debeide formulieren op de site van CFI te plaatsen waar ze kunnen worden gedownload. Op deze wijze kunnen zonodig sneller wijzigingen op het formulier worden aangebracht.
In onderstaand overzicht wordt aangegeven welke maatregelen die al worden uitgevoerd nog in het Rpb WPO/WEC verwerkt moeten worden. Bij de betreffende maatregel staat vermeld in welke publicatie de maatregel is terug te vinden. Eerstdaags zal over de conceptteksten Rpb WPO/WEC die betreffende maatregelen beschrijven overleg plaatsvinden met de werkgevers- en werknemersorganisaties. Zodra het overleg met hen hieromtrent is afgerond, zal ik u daarover berichten. De maatregelen zijn gerubriceerd naar onderwerp.
Maatregel
Ingangsdatum
Aanpassing
zie publicatie
1
Verzilvering ADV omvang 51 uren
1-8-2000
Hoofdstuk 1, titel 3
AB/A&A/2000/28761
Gele katern 2000 nr.18b
2
Verzilvering ADV omvang 131 uren
1-12-2000
AB/A&A/2000/46181
Gele katern 2000 nr. 30
Verkorting carrièrepatronen OOP de schalen 1, 2, 3 en 4
1 januari 2001
• Bijlage
• Overgangsrechtelijk artikel maken
• Conversietabel
AB/A&A/2000/38079
Gele katern 2000 nr. 29
Compensatieregeling via een eenmalige uitkering voor leraren die op 28 februari 2001 werden bezoldigd volgens het maximum van hun schaal of hoger
28 februari 2001
Hoofdstuk 5, titel 3
3
Wijziging carrièrepatronen OOP + conceptteksten Rpbo ivm aanpassing
1 maart 2001
• Bijlage aanpassen
AB/A&A/2001/34868
Gele katern 2001 nr. 21
4
Verkorting en linearisering carrièrepatronen leraren
Bijlage aanpassen
Overgangsrechtelijk artikel
Conversietabel
5
Aanpassing Promotiecriteria leraren
Hoofdstuk 1, titel 13
AB/A&A/2002/6098
Gele katern 2002 nr. 5/6
6
1 augustus 2001
Overgangsrechtelijk artikel maken
AB/A&A/2001/26666
Gele katern 2001 nr. 18a
7
Vervallen promotiecriteria
8
Compensatie voor leraar die overstapt naar een hoger gewaardeerde leraarsfunctie en daar op den duur ten opzichte van zijn oude carrièrepatroon een nadeel zou ervaren.
AB/A&A-2002/32500
Gele katern 2002 nr. 24
9
1 augustus 2002
Verhoging van eindejaarsuitkering OOP en pensioengevend maken van deze uitkering
Hoofdstuk 1, titel 14
Invoering structurele eindejaarsuitkering i.v.m. bevriezing ZKOO en MEV-afspraak
Hoofdstuk 1, titel 11
Wijziging aanduiding structurele eindejaarsuitkering in 13e maand
1 januari 2002
Artikel wijzigen
AB/A&A/2001/35155
Gele katern 2001 nr. 26
Wijziging carrièrepatronen directieleden inclusief inbouw directietoelage.
Garantieaanspraken worden ingepast garantie moet worden vastgesteld
Bijlage
Garantie artikelen
PO/PJ/016480
Gele Katern 2001 nr. 5/6
Inschalingbepaling voor directie overstap naar functie met hoger maximumsalaris of gunstiger carrièrepatroon
Hoofdstuk 1, titel 12
AB/A&A/2002/1995
Gele katern 2002 nr. 3
Bindingstoelage voor leraren, directie en OOP met schaal 9
Bedragen in bijlage
Beloningsdifferentiatie, zowel bij indiensttreding als voor zittend personeel op basis van beoordeling
Hoofdstuk 1, titel 11 Aanvulling in apart artikel voor zittend personeel
PO/PJ-2002-28664
Gele katern 2002 nr. 18
Invoering betaald ouderschapsverlof
PO/PJ/01-32383
Gele katern 2001 nr.18b
Aanpassen van de regelingen voor verlof en kort en lang buitengewoon verlof
Gele katern 2003, nr. 20/21
Aanpassing anticumulatieregeling
BAPO
Hoofdstuk 1, titel 16
AB/PSW/2001/8732
Invoering Euro
alle bijlagen
Bijwerken tabel fre-verbruik
PO/F/2001/6950
Gele katern 2001 nr. 7
Schoolverpleegkundige
8 juni 2002 Hoofd
stuk 1, titel 14
PO/LGF/2002/20675
Gele katern 2002, nr. 14
Verwerken van begripsbepalingen
1 augustus 2003
PO/LGF/2003/10212
Gele katern 2003, nr. 14
Leerlingentelling, formatiegarantie
PO/LGF/2003/16533
Gele katern 2003, nr. 17
Een aantal vergoedingen (bijv. voor het schoolprofielbudget, opleiding, nascholing en (extra) secundaire vergoedingen) is inmiddels in het geleidelijk opgehoogde, daartoe voor het schoolbestuur vrij besteedbare schoolbudget toegekend
PO/PJ-2002/1070 1
Gele katern 2002, nr. 11
Ik verzoek u het personeel in dienst van uw instelling van deze publicatie op de hoogte te stellen.
minister
mr. J.A.P. Veringa
directeur directie arbeidsvoorwaarden en beroepskwaliteit
Premies
Franchise per jaar
werkgever
werknemer
geboren
vóór 1954
in of na 1954
in of na 1964
en vóór 1964
OP/NP
14,05%
4,95%
€ 15.250
€ 14.250
€ 13.000
IP+hoog
1,35%
0,45%
€ 16.350
IP+laag
0,20%
FPU
VUT/FPU basis
2,25%
n.v.t.
FP-opbouw
1,95%
WAO 1
• Basis
5,10%
• Gedifferentieerd (gemiddeld)
2,26%
WW 2
5,80%
€ 15.138
ZFW 3
6,75%
1,25%
UFO-premie
0,80%
per maand in guldens bij een normbetrekking zoals opgenomen in:
bijlage 2, onderdeel 1 bij het Rechtspositiebesluit WPO/WEC
bijlage 2 bij het Kaderbesluit rechtspositie VO
bij de leeftijd van
bedrag
23 jaar of ouder
1264,80
22 jaar
1075,10
21 jaar
917,00
20 jaar
777,85
19 jaar
664,00
18 jaar
575,50
17 jaar
499,60
16 jaar
436,35
15 jaar
379,45
behorende bij:
bijlage 1F bij het Rechtspositiebesluit WPO/WEC
bijlage 1D bij het Kaderbesluit rechtspositie VO
bevattende aanlooptraject voor functies in het kader van het Besluit in- en doorstroombanen.
Nummer
Bedrag
Minimumloon (1-7-2003)
1285,00
Het jaarinkomen ABP wordt vastgesteld via normbedragen. Als alle bedragen die van invloed zijn op het jaarinkomen ABP zijn getotaliseerd, vindt er een correctie plaats via de zogenoemde debrutering. De debrutering is sinds 1 januari 2001 van kracht door het vervallen van de Overhevelingstoeslag. Om te voorkomen dat werknemers er in netto-inkomen op achteruit zouden gaan, zijn op dat moment de salarissen op wettelijke basis verhoogd - gebruteerd - met 1,9%, waarbij rekening werd gehouden met een maximum. De brutering werkt echter niet door in het pensioengevend inkomen. Hierdoor dient het jaarinkomen te worden gedebruteerd waarbij rekening wordt gehouden met een maximum. Het maximum is vastgesteld op € 791,85. Aan de hand van een voorbeeld wordt het jaarinkomen ABP nader uitgewerkt.
Leraar wordt bezoldigd volgens salarisschaal LB en salarisnummer18 en komt in aanmerking voor de uitlooptoeslag, de bindingstoelage en de 13e maand. De bedragen zijn gebaseerd op loonpeil 1 maart 2003.
A. Normsalaris
3359,00+
B. Uitlooptoeslag
23,97+
C. Vakantie-uitkering: 8% van A + B
270,63+
D. 13e maand 3,48% van A + B
117,73+
E. Totaal beloningscomponenten bij normbetrekking
3771,33
F. Op jaarbasis bedraagt dit 12 x E.
45255,96+
G. Bindingstoelage (op jaarbasis)
306,75+
H. Totaal op jaarbasis rekenkundig afgerond op een hele euro
45563,00
I. Debruteringspercentage: 1,9%
J. Maximum debrutering: € 791,85
De debrutering: (45563 : 1,019) X 1,9% = € 849,56 en is groter dan J
Jaarinkomen ABP 2004 wordt vastgesteld op: € 44771 (45563 - 791,85 waarbij de uitkomst rekenkundig afgerond is op een hele euro).
De premies OP/NP e.d worden berekend over het vastgestelde jaarinkomen ABP 2004.
Zoals aangegeven wordt het Jaarinkomen ABP vastgesteld via normbedragen. De hoogte van de te betalen pensioenpremies wordt uiteindelijk bepaald door de zogenoemde deeltijdfactor. De deeltijdfactor betreft het resultaat van: het bruto genoten salaris in een maand gedeeld door het normsalaris in die betreffende maand. Een betrokkene die in een volledige betrekking werkzaam is, heeft een deeltijdfactor die gelijk is aan 1. Voor de betrokkene die voor een andere betrekkingsomvang werkzaam is geldt een deeltijdfactor naar rato, waarbij de uitkomst rekenkundig op vier cijfers achter de komma wordt vastgesteld. Sinds 1 januari 2004 is het mogelijk dat de uitkomst hiervan voor de berekening van de pensioenpremies groter is dan 1. Met andere woorden: de deeltijdfactor voor de berekening van de sociale premies kan nooit groter zijn dan 1.
Hieronder treft u in schema 1 aan hoe het bruto-nettosalaris wordt berekend en in schema 2 treft u aan hoe de werkgeverlasten worden vastgesteld.
Jaarinkomen ABP
JI
Franchise
FR
Deeltijdfactor ABP
DFA
Deelfijdfactor Sociale verzekeringen
DFS
a.
Salaris en eventuele toelage en kortingen
..........+
b.
OP/NP:
((JI - FR): 12) x DFA x 4,95%
c.
IP+ :
((JI - FR): 12) x DFA x 0,45%
d.
• VUT/FPU basis:
(JI : 12) x DFA x 2,25%
• FP-opbouw:
((JI - FR): 12) x DFA x 1,95%
e.
Totaal pensioenpremies
(b + c + d)
..........-
f.
Grondslag berekening sociale verzekeringen (Coördinatieloon)
g.
Pseudo WW 4:
(f. - ((FR : 12) x DFS)) x 5,80%
h.
Grondslag berekening loonbelasting
i.
Loonbelasting
j.
Nettosalaris
Salaris en eventuele toelage en kortingen (resultaat a. schema 1)
((JI - FR): 12) x DFA x 14,05%
((JI - FR): 12) x DFA x 1,35%
(JI: 12) x DFA x 2,25%
WAO 5
resultaat f. schema 1 x (5,10% + gediff %)
UFO 6
resultaat f. schema 1 x 0,80%
Premie Vervangingsfonds
resultaat f. schema 1 x betreffend %
Premie Participatiefonds
Totaal a t/m h
Pseudo WW 7:
resultaat g. van schema 1
Totale werkgeverslasten
………
Op het moment dat er in een specifieke maand een beloningscomponent wordt uitbetaald dat slechts een keer per jaar wordt uitbetaald, zoals een 13e maand, vakantie-uitkering of de bindingstoelage, neemt onderdeel a. en onderdeel f. van schema 1 in hoogte toe.
Voor een permanente link naar de door u bekeken versie, inwerkinggetreden op , kopieer één van de onderstaande links of verfijn de link in de Linktool.
Met behulp van de Linktool van LiDO is het mogelijk om een bredere link of een meer gedetailleerde link te maken.
Ga naar de Linktool
Op linkeddata.overheid.nl zijn onderstaande relaties bekend.
Er is geen andere versie beschikbaar waarmee u de huidige geselecteerde versie, inwerkinggetreden op , kan vergelijken.
Selecteer een andere versie van de regeling waarmee u de huidige versie , inwerkinggetreden op , wilt vergelijken.
Vergelijken van "Financiële arbeidsvoorwaarden per 1 januari 2004", inwerkinggetreden op , met versie die inwerking is getreden op .
Doordat er een grote regeling is gekozen kan de vergelijking enkele minuten duren.
U kunt kiezen voor het toevoegen van de wetstechnische informatie aan de tekst.
U kunt kiezen in welk formaat de tekst geëxporteerd wordt.
U kunt de tekst inclusief afbeeldingen exporteren. De afbeeldingen worden dan met de tekst in een .zip-bestand geleverd
Via deze link kunt u meer informatie krijgen over de Europese richtlijn of verordening waarnaar in de tekst van de regeling verwezen wordt, inclusief de tekst daarvan. U wordt hiervoor doorgeleid naar EUR-LEX, de online databank van de Europese Unie waarin de Europese wetgeving is opgenomen.