Wet van 5 februari 2004, houdende regels met betrekking tot de productie, de keuring
en de exploitatie van kabelbaaninstallaties voor personenvervoer (Wet kabelbaaninstallaties)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het, gelet op richtlijn nr. 2000/9/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 20 maart 2000 betreffende
kabelbaaninstallaties voor personenvervoer (PbEG L 106), noodzakelijk is regels te
stellen met betrekking tot de productie, de keuring en de exploitatie van kabelbaaninstallaties
voor personenvervoer;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: