Regeling rechtspositie commissarissen van de Koning

Geraadpleegd op 16-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-11-2011 en zichtdatum 01-11-2011.
Geldend van 01-11-2011 t/m 30-06-2014

Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties houdende een aantal rechtspositionele aangelegenheden ten aanzien van commissarissen van de Koning (Regeling rechtspositie commissarissen van de Koning)

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op de artikelen 7, 8 en 8a van het Rechtspositiebesluit commissarissen van de Koning;

Besluit:

Artikel 1

  • 1 Voor zover er sprake is van een vergoeding voor de aanschaf of het gebruik van de eigen computerapparatuur, bijbehorende apparatuur en software als bedoeld in artikel 7, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit commissarissen van de Koning, ontvangt de commissaris van de Koning ten laste van de provincie op aanvraag per jaar een tegemoetkoming van 30% van de aanschafwaarde van deze apparatuur en software voor de periode van maximaal drie jaar.

  • 2 De aanleg- en abonnementskosten van de internetverbinding ten behoeve van het gebruik van de computer komen ten laste van de provincie.

  • 3 Gedeputeerde staten stellen het model van een bruikleenovereenkomst vast.

Artikel 3

  • 1 De verhuiskostenvergoeding, bedoeld in artikel 8, eerste en derde lid, van het Rechtspositiebesluit commissarissen van de Koning, betreft het bedrag van:

    • a. de kosten voor het transport van de bagage en de inboedel van de betrokkene en zijn gezinsleden naar de nieuwe woning, waaronder begrepen de kosten van het in- en uitpakken van bagage en inboedel;

    • b. andere direct uit de verhuizing voortvloeiende kosten, waaronder begrepen de kosten van inrichting van de woning en tijdelijke opslag, tot een maximum van € 5.818,46.

  • 2 Kosten in verband met de aan- of verkoop van een woning en verbouwingskosten worden niet aangemerkt als kosten als bedoeld in het eerste lid.

  • 3 Het recht op de vergoeding, bedoeld in het eerste lid, vervalt indien de verhuizing niet heeft plaatsgevonden binnen twee jaar na de dag waarop de benoeming ingaat.

Artikel 3a

  • 1 In aanvulling op artikel 3, eerste lid, omvat de verhuiskostenvergoeding, bedoeld in artikel 8, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit commissarissen van de Koning in geval van dubbele woonlasten een tegemoetkoming in de kosten voor de duur van ten hoogste twee jaar. Indien de commissaris voordat hij aanspraak maakte op deze tegemoetkoming, gebruik heeft gemaakt van de vergoeding voor pensionkosten, bedoeld in artikel 4, eerste lid, wordt de periode waarin daarvan gebruik is gemaakt, in mindering gebracht op de in de eerste zin genoemde maximale duur. Deze periode wordt eerst in mindering gebracht op het eerste jaar, bedoeld in het tweede lid.

  • 2 De tegemoetkoming bestaat uit het bedrag van de daadwerkelijk gemaakte kosten van de huisvesting en bedraagt het eerste jaar ten hoogste 18% en het tweede jaar ten hoogste 15% van het bedrag, genoemd bij inwonersklasse 6 van bijlage I van het Rechtspositiebesluit burgemeesters.

  • 3 Onder de daadwerkelijk gemaakte kosten van de huisvesting, bedoeld in het tweede lid, worden verstaan:

    • a. het bedrag van de huur van de woning in de provincie waar de commissaris is benoemd, vermeerderd met de kosten voor elektriciteit, gas en water;

    • b. de rente van schulden ter verwerving van de woning in de provincie waar de commissaris is benoemd, vermeerderd met de kosten voor elektriciteit, gas en water; óf

    • c. de korting op de bezoldiging vanwege de bewoning van een ambtswoning, vermeerderd met de kosten voor elektriciteit, gas en water.

  • 4 De tegemoetkoming gaat in op de eerste dag van de maand na de benoeming waarop de dubbele woonlasten ontstaan, maar niet eerder dan op de eerste dag van de maand waarin de tegemoetkoming wordt aangevraagd, en eindigt met ingang van de eerste dag van de maand waarin de woning waar de commissaris zijn benoeming woonde, is verkocht, of na afloop van de maximale duur, bedoeld in het eerste lid. De datum van verkoop wordt bepaald op de dag dat de akte betreffende de overdracht van de woning bij de notaris is gepasseerd.

  • 5 De tegemoetkoming wordt slechts verleend indien:

    • a. de commissaris in de betrokken provincie binnen een jaar na zijn benoeming een woning huurt of koopt dan wel een ambtswoning ter beschikking krijgt; én

    • b. de woning waar de commissaris tot zijn benoeming woonde, kenbaar in de verkoop staat en de rente van schulden ter verwerving van die woning drukt op het huishouden van de commissaris.

  • 6 Voor de commissaris die is benoemd vóór 1 november 2011 blijft het vijfde lid, onderdeel a, buiten toepassing.

  • 7 De verschuldigde loon- en inkomstenbelasting over de tegemoetkoming worden door de provincie aan de commissaris vergoed.

Artikel 4

  • 1 De vergoeding voor reis- en pensionkosten, bedoeld in artikel 8, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit commissarissen van de Koning, betreft:

    • a. per maand een bedrag van maximaal 90 procent van de gemaakte pensionkosten tot ten hoogste 50 procent van de bezoldiging;

    • b. voor reiskosten tussen de woonplaats en de plaats van verblijf:

      • 1°. de kosten voor het gebruik van het openbaar vervoer,

      • 2°. bij gebruik van een eigen personenauto, een bedrag van € 0,15 per afgelegde kilometer.

  • 2 Indien geen aanspraak wordt gemaakt op een vergoeding van pensionkosten, bedraagt de vergoeding voor het reizen tussen de woonplaats en de gemeente:

    • a. de kosten voor het gebruik van het openbaar vervoer;

    • b. bij gebruik van een eigen personenauto, een bedrag van € 0,15 per afgelegde kilometer.

  • 3 Onder pensionkosten worden verstaan de kosten voor een hotel of ander tijdelijk verblijf, waaronder mede de kosten voor elektriciteit, gas en water worden begrepen en de kosten voor overige diensten of zaken niet.

  • 4 Er bestaat geen aanspraak op vergoeding van pensionkosten als bedoeld in het eerste lid, onder a, ingeval er aanspraak kan worden gemaakt op de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 3a, eerste lid.

  • 5 Onder de kosten voor het gebruik van het openbaar vervoer, bedoeld in het eerste en tweede lid, worden verstaan de kosten van voor een ieder openstaand personenvervoer volgens een dienstregeling met een auto, bus, trein, metro, tram of via een geleidesysteem voortbewogen voertuig dan wel met een veerpont of een veerboot.

  • 6 Het recht op de vergoeding, bedoeld in het eerste en tweede lid, vervalt een jaar na de dag waarop de benoeming als commissaris ingaat.

Artikel 5

De vergoeding voor reis- en verblijfkosten, bedoeld in artikel 8a, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit commissarissen van de Koning, betreft:

  • a. de kosten voor het gebruik van het openbaar vervoer, bedoeld in artikel 4, vijfde lid;

  • b. bij gebruik van een eigen personenauto, een bedrag van € 0,28 per afgelegde kilometer;

  • c. de noodzakelijke en redelijkerwijs gemaakte werkelijke verblijfkosten.

Artikel 6

De vergoeding voor reiskosten, bedoeld in artikel 8a, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit commissarissen van de Koning, bedraagt:

  • a. de kosten voor het gebruik van het openbaar vervoer, bedoeld in artikel 4, vijfde lid;

  • b. € 0,09 per afgelegde kilometer voor het gebruik van een eigen motorvoertuig, indien het gebruik van het openbaar vervoer doelmatig was;

  • c. € 0,37 per afgelegde kilometer voor het gebruik van een eigen motorvoertuig, indien het gebruik van het openbaar vervoer niet doelmatig was.

Artikel 7

Het declareren van de kosten geschiedt onder overlegging van bewijsstukken.

Artikel 7a

  • 1 Bij toepassing van artikel 39c van de Wet op de loonbelasting 1964:

    • a. ontvangt de commissaris van de Koning ten laste van de provincie op aanvraag per jaar een tegemoetkoming van 30% van de aanschafwaarde voor de periode van maximaal drie jaar voor zover er sprake is van een belastingheffing in verband met ten laste van de provincie ter beschikking gestelde computerapparatuur, bijbehorende apparatuur en software, dan wel communicatieapparatuur als bedoeld in artikel 7, eerste en derde lid, van het Rechtspositiebesluit commissarissen van de Koning;

    • b. wordt in artikel 2 voor ‘€ 12’ gelezen: € 25;

    • c. wordt in artikel 5, onderdeel b, voor ‘€ 0,28’ gelezen: € 0,37.

Artikel 8

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2004, met dien verstande dat:

Artikel 9

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling rechtspositie commissarissen van de Koning.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J.W. Remkes