Regeling rechtspositie commissarissen van de Koning

Geraadpleegd op 24-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 12-01-2011 en zichtdatum 12-01-2011.
Geldend van 12-01-2011 t/m 31-10-2011

Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties houdende een aantal rechtspositionele aangelegenheden ten aanzien van commissarissen van de Koning (Regeling rechtspositie commissarissen van de Koning)

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op de artikelen 7, 8 en 8a van het Rechtspositiebesluit commissarissen van de Koning;

Besluit:

Artikel 1

  • 1 Voor zover er sprake is van een vergoeding voor de aanschaf of het gebruik van de eigen computerapparatuur, bijbehorende apparatuur en software als bedoeld in artikel 7, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit commissarissen van de Koning, ontvangt de commissaris van de Koning ten laste van de provincie op aanvraag per jaar een tegemoetkoming van 30% van de aanschafwaarde van deze apparatuur en software voor de periode van maximaal drie jaar.

  • 2 De aanleg- en abonnementskosten van de internetverbinding ten behoeve van het gebruik van de computer komen ten laste van de provincie.

  • 3 Gedeputeerde staten stellen het model van een bruikleenovereenkomst vast.

Artikel 3

De verhuiskostenvergoeding, bedoeld in artikel 8 van het Rechtspositiebesluit commissarissen van de Koning, betreft:

  • a. het bedrag van de transportkosten voor het vervoer van inboedel naar de nieuwe woning;

  • b. andere direct uit de verhuizing voortvloeiende kosten, waaronder begrepen de kosten van het in- en uitpakken van breekbare zaken tot een maximum van € 5.445,–;

  • c. kosten in verband met dubbele woonlasten tot maximaal € 272,27 per maand en gedurende een periode van ten hoogste vier maanden.

Artikel 4

  • 1 De vergoeding voor reis- en pensionkosten, bedoeld in artikel 8, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit commissarissen van de Koning, betreft:

    • a. per maand een bedrag van maximaal 90 procent van de gemaakte pensionkosten tot ten hoogste 50 procent van de bezoldiging;

    • b. voor reiskosten tussen de woonplaats en de plaats van verblijf:

      • 1°. de kosten voor het gebruik van het openbaar vervoer,

      • 2°. bij gebruik van een eigen personenauto, een bedrag van € 0,15 per afgelegde kilometer.

  • 2 Indien geen aanspraak wordt gemaakt op een vergoeding van pensionkosten, bedraagt de vergoeding voor het reizen tussen de woonplaats en de gemeente:

    • a. de kosten voor het gebruik van het openbaar vervoer;

    • b. bij gebruik van een eigen personenauto, een bedrag van € 0,15 per afgelegde kilometer.

Artikel 5

De vergoeding voor reis- en verblijfkosten, bedoeld in artikel 8a, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit commissarissen van de Koning, betreft:

  • a. de kosten voor het gebruik van het openbaar vervoer;

  • b. bij gebruik van een eigen personenauto, een bedrag van € 0,28 per afgelegde kilometer;

  • c. de noodzakelijke en redelijkerwijs gemaakte werkelijke verblijfkosten.

Artikel 6

De vergoeding voor reiskosten, bedoeld in artikel 8a, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit commissarissen van de Koning, bedraagt:

  • a. de kosten voor het gebruik van het openbaar vervoer;

  • b. € 0,09 per afgelegde kilometer voor het gebruik van een eigen motorvoertuig, indien het gebruik van het openbaar vervoer doelmatig was;

  • c. € 0,37 per afgelegde kilometer voor het gebruik van een eigen motorvoertuig, indien het gebruik van het openbaar vervoer niet doelmatig was.

Artikel 7

Het declareren van de kosten geschiedt onder overlegging van bewijsstukken.

Artikel 7a

  • 1 Bij toepassing van artikel 39c van de Wet op de loonbelasting 1964:

    • a. ontvangt de commissaris van de Koning ten laste van de provincie op aanvraag per jaar een tegemoetkoming van 30% van de aanschafwaarde voor de periode van maximaal drie jaar voor zover er sprake is van een belastingheffing in verband met ten laste van de provincie ter beschikking gestelde computerapparatuur, bijbehorende apparatuur en software, dan wel communicatieapparatuur als bedoeld in artikel 7, eerste en derde lid, van het Rechtspositiebesluit commissarissen van de Koning;

    • b. wordt in artikel 2 voor ‘€ 12’ gelezen: € 25;

    • c. wordt in artikel 5, onderdeel b, voor ‘€ 0,28’ gelezen: € 0,37.

Artikel 8

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2004, met dien verstande dat:

Artikel 9

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling rechtspositie commissarissen van de Koning.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J.W. Remkes