Regeling rechtspositie wethouders

Geraadpleegd op 25-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2004 en zichtdatum 24-12-2024.
Geldend van 01-01-2004 t/m 31-12-2005

Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties houdende een aantal rechtspositionele aangelegenheden ten aanzien van wethouders (Regeling rechtspositie wethouders)

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op artikel 22 en 23 van het Rechtspositiebesluit wethouders;

Besluit:

Artikel 1

  • 1 De vergoeding voor reis- en pensionkosten, bedoeld in artikel 22, eerste lid onder a, van het Rechtspositiebesluit wethouders, betreft:

    • a. een maandelijks bedrag van maximaal 90 procent van de gemaakte pensionkosten tot ten hoogste 50 procent van de bezoldiging;

    • b. voor reiskosten tussen de woonplaats en de plaats van verblijf:

      • 1°. de kosten voor het gebruik van het openbaar vervoer,

      • 2°. bij gebruik van een eigen personenauto, een bedrag van € 0,14 per afgelegde kilometer.

  • 2 Indien geen aanspraak wordt gemaakt op een vergoeding van pensionkosten, bedraagt de vergoeding voor het reizen tussen de woonplaats en de gemeente:

    • a. de kosten voor het gebruik van het openbaar vervoer;

    • b. bij gebruik van een eigen personenauto, een bedrag van € 0,14 per afgelegde kilometer.

Artikel 2

De verhuiskostenvergoeding, bedoeld in artikel 22, eerste lid onder b, van het Rechtspositiebesluit wethouders, betreft:

  • a. het bedrag van de transportkosten voor het vervoer van inboedel naar de nieuwe woning;

  • b. andere direct uit de verhuizing voortvloeiende kosten tot een maximum van € 5.445,–;

  • c. kosten in verband met dubbele woonlasten tot maximaal € 272,27 per maand en gedurende een periode van maximaal vier maanden.

Artikel 3

  • 2 De vergoeding betreft:

    • a. de kosten voor het gebruik van het openbaar vervoer;

    • b. bij gebruik van een eigen personenauto een bedrag van € 0,14 per afgelegde kilometer.

Artikel 4

De vergoeding voor reis- en verblijfkosten, bedoeld in artikel 23 eerste lid, onder b, van het Rechtspositiebesluit wethouders, betreft:

  • a. de kosten voor het gebruik van het openbaar vervoer;

  • b. bij gebruik van een eigen personenauto, een bedrag van € 0,28 per afgelegde kilometer;

  • c. de noodzakelijke en redelijkerwijs gemaakte werkelijke verblijfkosten.

Artikel 5

Het declareren van de kosten geschiedt onder overlegging van bewijsstukken.

Artikel 6

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2004, met dien verstande dat artikel 1 en 2 van de Regeling rechtspositie wethouders terugwerken tot en met 7 maart 2002.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J.W. Remkes