[Regeling vervallen per 01-01-2006]
Voor subsidieverlening op grond van Hoofdstuk II, Afdeling 3, van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken (Thematische medefinanciering) kunnen in 2004 verplichtingen worden aangegaan tot
een bedrag van € 156 miljoen voor uitgaven in de periode 2005 tot en met 2008.
Het subsidieplafond is niet van toepassing op subsidieverlening door Nederlandse vertegenwoordigingen
namens de minister en op subsidieverlening aan organisaties, bedoeld in artikel 2.3.14, tweede lid, van de regeling.
De verdeling van het subsidieplafond vindt plaats overeenkomstig de maatstaven, neergelegd
in hoofdstuk II, Afdeling 3, van de regeling en in het Beleidskader Thematische Medefinanciering (Stcrt. 2004, nr. 51; www.minbuza.nl).
Aanvragen waarvan op grond van de gegevens, bedoeld in de artikelen 2.3.12 en 2.3.13 van de regeling aannemelijk is dat zij, vergeleken met de overige aanvragen, de hoogste bijdrage
aan het realiseren van de doelstellingen, vermeld in artikel 2.3.1 van de regeling, zullen leveren, komen het eerst voor subsidieverlening in aanmerking, binnen het
raam van een evenwichtige spreiding als bedoeld in artikel 1.1.8, derde lid, onder d, van de regeling.