Regeling facilitering versterking bestuur en management

[Regeling vervallen per 23-01-2014.]
Geraadpleegd op 24-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-07-2009 en zichtdatum 01-07-2009.
Geldend van 01-07-2009 t/m 22-01-2014

Regeling facilitering versterking bestuur en management

De minister van onderwijs, cultuur en wetenschap,

Gelet op:

Besluit

Artikel 1. Begripsbepalingen

[Regeling vervallen per 23-01-2014]

  • 2 In afwijking van het eerste lid worden basisscholen, speciale basisscholen en scholen en instellingen voor (voortgezet) speciaal onderwijs die in stand worden gehouden door een bevoegd gezag dat deelneemt aanpilot 1, genoemd in de bijlage bij de Kamerstukken II 2003 - 2004, 29399, nr. 2, niet aangemerkt als school.

Artikel 2. Doelomschrijving

[Regeling vervallen per 23-01-2014]

  • 1 De minister verstrekt subsidie met als doel de versterking van het bestuur en management voor scholen in het primair onderwijs in verband met de invoering van lumpsumfinanciering.

  • 2 De subsidie wordt verleend als tegemoetkoming in de uitgaven die zijn verbonden aan het in het eerste lid omschreven doel. Terugvordering van eventuele niet bestede middelen of overschotten vindt niet plaats.

Artikel 3. Subsidiebedragen voor het schooljaar 2004 - 2005

[Regeling vervallen per 23-01-2014]

  • 1 Een bevoegd gezag ontvangt, onverminderd het gestelde in artikel 4, voor elke school subsidie waarvan de hoogte als volgt wordt berekend:

    • a. Voor basisscholen bestaat de subsidie uit de som van: € 2.669,57 per school en € 25,16 per leerling;

    • b. Voor speciale scholen voor basisonderwijs bestaat de subsidie uit de som van: € 3.470,01 per school en

      € 40,07 per leerling;

    • c. Voor scholen en instellingen voor (voortgezet) speciaal onderwijs bestaat de subsidie uit de som van € 1968,43 per school en € 21,05 per leerling.

  • 2 Voor elke basisschool met minder dan 145 leerlingen ontvangt het bevoegd gezag in aanvulling op het op grond van het eerste lid bedoelde bedrag een kleine scholentoeslag die wordt berekend door van het bedrag van € 5728,95 een bedrag af te trekken ter hoogte van het aantal leerlingen vermenigvuldigd met € 39,51.

  • 3 Het aantal leerlingen bedoeld in dit artikel wordt gebaseerd op de leerlingtelling van 1 oktober 2003, danwel, indien sprake is van een nieuwe school 1 oktober 2004.

  • 4 De bedragen worden rekenkundig en op hele euro’s afgerond.

Artikel 4. Aanpassing subsidiebedragen schooljaar 2004 - 2005 in verband met beëindiging Stimuleringsregeling Bestuurlijke Krachtenbundeling

[Regeling vervallen per 23-01-2014]

In verband met de beëindiging van Stimuleringsregeling Bestuurlijke Krachtenbundeling wordt per bevoegd gezag het totaal van de op grond van artikel 3 berekende bedragen op onderstaande wijze gecorrigeerd:

  • a. Per school wordt een normatief aandeel bepaald in de stimuleringsbijdrage BKB 2003 - 2004. Dit aandeel wordt bepaald door per samenwerkingsverband het toegekende budget van € 70.000,- te delen door het totale aantal leerlingen op 1 oktober 2002 van alle scholen van de bevoegde gezagsorganen die op 1 januari 2003 aan het samenwerkingsverband deelnamen en dit bedrag vervolgens te vermenigvuldigen met het aantal leerlingen van elke school op 1 oktober 2002.

  • b. per bevoegd gezag wordt vervolgens het normatieve aandeel BKB 2003 - 2004 bepaald door de bedragen, bedoeld in onderdeel a, van alle scholen die op 1 januari 2004 onder dat bevoegd gezag vallen bij elkaar op te tellen.

  • c. Indien voor een bevoegd gezag het totaal van de op grond van artikel 3 berekende bedragen lager is dan het op grond van onderdeel b berekende bedrag verminderd met € 35.000,-, wordt het op grond van artikel 3 berekende bedrag voor dit bevoegd gezag verhoogd tot het op grond van onderdeel b berekende bedrag, verminderd met € 35.000,-.

  • d. Indien voor een bevoegd gezag het totaal van de op grond van artikel 3 berekende bedragen, indien van toepassing verhoogd op grond van onderdeel c, hoger is dan € 70.000,-, ontvangt het bevoegd gezag € 70.000,-.

Artikel 5. Tijdvak subsidieverlening

[Regeling vervallen per 23-01-2014]

Subsidie wordt verleend voor het schooljaar 2004 - 2005.

Artikel 6. Niet vervullen begrotingsvoorwaarde

[Regeling vervallen per 23-01-2014]

In geval van het niet vervullen van de voorwaarde, bedoeld in artikel 4:34, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, worden de op grond van deze regeling verleende subsidiebedragen verlaagd tot het bedrag van de subsidie dat na de vaststelling of goedkeuring van de begroting ter beschikking staat, een en ander naar rato van de hoogte van de verleende subsidiebedragen.

Artikel 7. Informatieplicht

[Regeling vervallen per 23-01-2014]

De subsidieontvanger werkt mee aan door of namens de minister ingestelde onderzoeken die erop gericht zijn deminister inlichtingen te verschaffen ten behoeve van de ontwikkeling van het beleid.

Artikel 8. Vaststelling subsidie en verantwoording

[Regeling vervallen per 23-01-2014]

  • 1 De vaststelling van de subsidie vindt plaats bij de vaststelling van de rijksvergoeding over 2005.

  • 2 De verklaring van de accountant bij de Aanvraag rijksvergoeding 2005, respectievelijk bij het jaarverslag over 2005, omvat tevens een oordeel over de rechtmatige besteding van de subsidie.

Artikel 9. Betaling in gedeelten

[Regeling vervallen per 23-01-2014]

  • 1 In juli 2004 ontvangt het schoolbestuur een beschikking waarin de op grond van deze regeling toegekende subsidiebedrag is opgenomen.

  • 2 Het subsidiebedrag wordt in 2 gedeelten betaald, te weten 43% in oktober 2004 en 57% in januari 2005.

Artikel 10. Inwerkingtreding

[Regeling vervallen per 23-01-2014]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de derde dag na de datum van uitgifte van het Gele Katern waarin deze regeling wordt geplaatst.

Artikel 11. Citeertitel

[Regeling vervallen per 23-01-2014]

Deze regeling wordt aangehaald als Regeling facilitering versterking bestuur en management.

Deze regeling zal met de toelichting in het Gele Katern worden geplaatst. Van deze plaatsing zal mededeling worden gedaan in de Staatscourant.

De

minister

van onderwijs, cultuur en wetenschap,

M.J. A. van der Hoeven