Besluit interoperabiliteit

Geraadpleegd op 22-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 13-09-2014 en zichtdatum 01-01-2015.
Geldend van 01-07-2013 t/m heden

Besluit van 7 mei 2004, houdende regels met betrekking tot interoperabiliteit van openbare elektronische communicatiediensten, toegang tot de Europese telefoonnummeringsruimte en landsgrensoverschrijdende toegang tot niet-geografische nummers (Besluit interoperabiliteit)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Economische Zaken van 10 juli 2003, nr. WJZ 3025200;

Gelet op artikel 5 van richtlijn nr. 2002/19/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 7 maart 2002 inzake de toegang tot en interconnectie van elektronische communicatienetwerken en bijbehorende faciliteiten (PbEG L108) en de artikelen 27 en 28 van richtlijn nr. 2002/22/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 7 maart 2002 inzake de universele dienst en gebruikersrechten met betrekking tot elektronische-communicatienetwerken en -diensten (PbEG L108), alsmede de artikelen 6.3, eerste lid, 6.5 en 18.2 van de Telecommunicatiewet;

De Raad van State gehoord (advies van 25 september 2003, nr. W 10.03.0307/II);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Economische Zaken van 3 mei 2004, nr. WJZ 4028513;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a. wet: Telecommunicatiewet;

  • b. NEN-EN 301160: norm inzake het routeren van oproepen naar de Europese telefoonnummeringsruimte, uitgegeven door het Nederlands Normalisatie-Instituut;

  • c. niet-geografisch nummer: nummer uit een door Onze Minister krachtens artikel 4.1, eerste lid, van de wet vastgesteld nummerplan of uit een nationaal nummerplan van een andere lidstaat van de Europese Unie, anders dan een nummer waarvan een deel van de cijferstructuur een geografische betekenis heeft en dat krachtens zijn bestemming gebruikt mag worden voor het routeren van gesprekken naar de fysieke locatie van het netwerkaansluitpunt;

  • d. geografisch nummer: nummer uit een door Onze Minister krachtens artikel 4.1, eerste lid, van de wet vastgesteld nummerplan of uit een nationaal nummerplan van een andere lidstaat van de Europese Unie waarvan een deel van de cijferstructuur een geografische betekenis heeft en dat krachtens zijn bestemming gebruikt mag worden voor het routeren van gesprekken naar de fysieke locatie van het netwerkaansluitpunt;

  • e. Universal International Freephone Numbers: een door de ITU geregistreerd uniek nummer dat wereldwijd bestemd is om gratis gebeld te worden.

Artikel 2

Een aanbieder van openbare telefoondiensten of een daarbij betrokken aanbieder van openbare elektronische communicatienetwerken die daarbij de toegang tot eindgebruikers controleert, neemt de nodige maatregelen voor het tot stand brengen en waarborgen van eind- tot eindverbindingen in Nederland.

Artikel 3

  • 1 Een aanbieder van openbare telefoondiensten of een daarbij betrokken aanbieder van openbare elektronische communicatienetwerken die daarbij de toegang tot eindgebruikers controleert, behandelt oproepen van zijn eindgebruikers naar eindgebruikers die binnen de Europese Unie gebruik maken van:

    • a. nummers die behoren tot de Europese telefoonnummeringsruimte, en

    • b. Universal International Freephone Numbers,

    op zodanige wijze dat de oproepen die eindgebruikers bereiken.

  • 2 De Autoriteit Consument en Markt maakt jaarlijks op genoegzame wijze bekend welke haar bekende openbare telefoonnetwerken binnen de Europese Unie een serving netwerk betreffen als bedoeld in NEN-EN 301160.

Artikel 4

  • 1 Een aanbieder van openbare telefoondiensten of een daarbij betrokken aanbieder van openbare elektronische communicatienetwerken die daarbij de toegang tot eindgebruikers controleert, neemt alle maatregelen die ertoe bijdragen dat:

    • a. een zich in Nederland bevindende abonnee die gebruik maakt van een door de Autoriteit Consument en Markt toegekend nummer op dat nummer kan worden opgeroepen door zich in andere lidstaten van de Europese Unie bevindende eindgebruikers, en

    • b. een zich in een andere lidstaat van de Europese Unie bevindende abonnee die gebruik maakt van een nummer, toegekend door een nationale regelgevende instantie, op dat nummer kan worden opgeroepen door zich in Nederland bevindende eindgebruikers.

  • 2 Het eerste lid, onderdeel a, is van overeenkomstige toepassing op aanbieders van andere openbare elektronische communicatiediensten dan de openbare telefoondienst die abonnees die gebruik maken van een door de Autoriteit Consument en Markt toegekend niet-geografisch nummer de mogelijkheid bieden om binnenkomende oproepen te ontvangen en aanbieders van openbare elektronische communicatienetwerken wier medewerking noodzakelijk is om die dienst aan te bieden.

  • 3 De verplichting, bedoeld in het eerste en tweede lid, geldt niet:

    • a. voor zover het voor de desbetreffende aanbieder technisch niet uitvoerbaar dan wel economisch niet haalbaar is de maatregelen te nemen;

    • b. voor oproepen afkomstig uit specifieke gedeelten van het grondgebied van de Europese Unie waarvan de op te roepen abonnee heeft aangegeven dat hij deze om commerciële redenen niet wenst te ontvangen.

Artikel 5

  • 1 Een aanbieder van openbare telefoondiensten of een daarbij betrokken aanbieder van openbare elektronische communicatienetwerken die daarbij de toegang tot eindgebruikers controleert, waarborgt dat eindgebruikers gebruik kunnen maken van diensten met gebruikmaking van niet-geografische nummers binnen de Europese Unie.

  • 2 De verplichting, bedoeld in het eerste lid, houdt in ieder geval in dat de in het eerste lid bedoelde aanbieders van openbare telefoondiensten en van openbare elektronische communicatienetwerken voor oproepen naar een nummer uit de reeks 0800, 084, 085, 087, 088, 0900, 0906, 0909, 116, 14 of 18 tarieven of andere vergoedingen hanteren die vergelijkbaar zijn met de tarieven of andere vergoedingen die deze aanbieders hanteren voor oproepen naar geografische nummers, en zij uitsluitend een afwijkend tarief of afwijkende vergoeding hanteren indien dit noodzakelijk is om de extra kosten te dekken die gemoeid zijn met de oproepen naar deze niet-geografische nummers. Bij ministeriële regeling kan worden bepaald dat deze verplichting van toepassing is op andere categorieën aanbieders of op andere categorieën niet-geografische nummers.

  • 3 Bij ministeriële regeling kunnen ten aanzien van de in het eerste lid bedoelde verplichting nadere regels worden gesteld.

Artikel 5a

Een aanbieder van openbare telefoondiensten waarmee internationale oproepen mogelijk zijn hanteert voor oproepen van zijn eindgebruikers naar en van eindgebruikers die gebruik maken van nummers die behoren tot de Europese telefoonnummeringsruimte tarieven die vergelijkbaar zijn met de tarieven voor oproepen van en naar andere lidstaten van de Europese Unie.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 7 mei 2004

Beatrix

De Minister van Economische Zaken ,

L. J. Brinkhorst

Uitgegeven de achttiende mei 2004

De Minister van Justitie ,

J. P. H. Donner