Besluit van 7 mei 2004, houdende wijziging van enkele algemene maatregelen van bestuur
in verband met aanpassingen aan de Telecommunicatiewet
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Economische Zaken van 10 juli 2003, nr. WJZ
3025192;
Gelet op richtlijn nr. 2002/20/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 7 maart 2002 betreffende
de machtiging voor elektronische-communicatienetwerken en -diensten (PbEG L 108),
richtlijn nr. 2002/21/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 7 maart 2002 inzake
een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronische-communicatienetwerken en
-diensten (PbEG L 108), richtlijn nr. 2002/22/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 7 maart 2002 inzake
de universele dienst en gebruikersrechten met betrekking tot elektronische-communicatienetwerken
en -diensten (PbEG L 108), en de artikelen 3.3, negende lid, 3.5, derde en vierde lid, 4.2, tiende lid, 4.10, eerste lid, 4.11, tweede lid, 10.1b en 16.1, eerste lid, van de Telecommunicatiewet;
De Raad van State gehoord (advies van 14 augustus 2003, nr. W 10.03.0306/II);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Economische Zaken van 3 mei 2004, nr.
WJZ 4028469;
Hebben goedgevonden en verstaan: